Espiritu, een droom wordt werkelijkheid... English Language Homepage
Home
Bemanning
Jacht
Verslagen
Foto's
Route
Veel gestelde vragen
Terug naar Homepage

Waar ben ik? > Verslagen > British Virgin Islands >
(ENGLISH LANGUAGE VERSION AVAILABLE)

DE ALLER LAATSTE UPDATE (10 August 2005): De laatste belevenissen & foto's met natuurlijk de aankomst in Scheveningen [Spanje - Scheveningen*] [Azoren - Spanje] [Azoren]
*) verslag gewijzigd sinds laatste update

Espiritu is te koop (1MB)

WAT GING ER VOORAF...

Dag 284, Dinsdag 10 Mei 2005
18° 04.0' N 63° 05.5' W
Anguilla / Prickly Pear Cays - Caribische Zee

[Natascha >>]
In alle vroegte zwaaien we Marjolein en Henk uit, die vandaag aan hun voorlopig laatste oceaanoversteek beginnen. "Behouden vaart en tot in Nederland!" Daar gaan ze met hun Jori. Ook wij vertrekken vandaag uit St. Maarten. Voor het eerst sinds Singapore mèt bemanning. Erg bijzonder om nu eens met vrienden te kunnen delen hoe het er tijdens een passage aan toe gaat aan boord van Espiritu. Ook erg handig dat we nu vier paar handen hebben om de afgeleverde berg boodschappen via de bijboot aan boord te krijgen en weg te stouwen. Dit is toch altijd weer meer werk dan je denkt.

We hebben 90 mijlen voor de boeg naar Tortola, de hoofdstad van de British Virgin Islands. De Prickly Pear Cays - een groepje onbewoonde eilanden net boven Anguilla - liggen op de route. Het lijkt ons een goed plan om daar een snorkelstop in te lassen, alvorens na het avondeten koers te zetten naar de British Virgin Islands. Het zijn 14 soepele mijlen naar de Prickly Pear Cays met nèt genoeg wind om te kunnen zeilen. Jolanda en Alex hebben al wat zeilervaring op kleinere boten en hebben vlot in de gaten hoe alles werkt. Ook heeft Jolanda snel door dat een stuurautomaat veel beter koers houdt dan zijzelf en na tien minuten aan het roer zet ze de automaat weer aan het werk, om zelf languit met een boek in de kuip te gaan liggen.

Bij de Prickly Pear Cays aangekomen, plonzen we het anker in het lichtblauwe water en tuffen met snorkelspullen naar het rif achter het eiland. Het water is glashelder en behalve een gigantische variëteit aan vissen zien we een barracuda van zeker anderhalve meter lang. Zulke joekels komen we zelfs met duiken maar zelden tegen! Na een lichte hap van scheepskok Alex, halen we net voor zonsondergang het anker op. De wind heeft er geen zin in, dus de 45 pk maar weer aan. Stefan en Alex hebben de eerste nachtwacht en nemen een kop koffie. Jolanda en ik geven de voorkeur aan een extra borrel, in de hoop de slaap zo meteen te kunnen vatten. En dat is niet makkelijk om 19.00 uur, in een snikhete boot en een ronkende motor. Maar goed, we rusten toch wat en na een paar hazenslaapjes is de beurt aan ons.

"Houd een oogje op dat ene schip in de verte", zegt Stefan. Eén??? Nadat we de slaap uit onze ogen hebben gewreven, zien we maar liefst 3 lichten aan stuurboordzijde en 2 aan bakboordzijde! Is het hier spitsuur of zo? Ze lijken nog ver weg te zitten, maar toch houden we ze scherp in het oog. Al snel worden de lichten duidelijker, zo duidelijk dat we van het eerste schip zowel een rood als groen licht kunnen onderscheiden. Rood en groen??? Dat is niet goed! Op het moment dat we één mijl van elkaar verwijderd zijn en aanstalten maken de schipper van de betreffende boot via de VHF op te roepen, worden wij door hem opgeroepen. Ook hij heeft opgemerkt dat we op ramkoers liggen. Na overleg past hij zijn koers iets aan zodat we elkaar aan stuurboordzijde passeren. Twee minuten later is het weer raak. De volgende boot komt met een groen-rood licht onze kant op. Het is niet te geloven! Zo'n grote zee en dan krijgen we dit voor elkaar. Maar ook nu lossen we alles gelukkig weer soepel op via de VHF.

Afijn, nadat we een uurtje verder zijn, constateren we dat de drie overige boten geen bedreiging gaan vormen en zakken onderuit in de kuip. Ach, één voordeel, zo blijf je wel klaarwakker tijdens de nachtwacht.

Dag 285, Woensdag 11 Mei 2005
18° 25.3' N 64° 36.6' W
Caribische Zee - British Virgin Islands / Tortola (Road Harbour)

Om 11 uur komen we aan in Road Harbour op Tortola, waar ook Aeolus ligt. Gezellig, dat wordt borrelen vanavond! Terwijl ik me achter de laptop nestel om wat schrijfachterstand weg te werken, lopen Stefan, Alex en Jolanda Tortola in waar Stefan, jawel!, eindelijk een nieuwe gasfles weet te regelen en Jolanda en Alex een vliegticket naar Sint Maarten voor over twee weken.

De British Virgin Islands bestaan uit zo'n 40 eilanden waarvan Tortola, Virgin Gorda, Anageda en Jost van Dyke de grootste zijn. De meeste van de rest van de eilanden zijn onbewoond. Het is één groot duikers- en snorkelparadijs en gebogen over de Cruising Guide en Lonely Planet maken we een planning voor de komende twee weken. De eilanden liggen allemaal op een steenworp afstand van elkaar, de afstand tussen de twee uiterste eilanden is slechts 15 kilometer. Voor morgen wordt het Virgin Gorda en de beroemde Baths.
[<< Natascha]

Dag 286, Donderdag 12 Mei 2005
18° 25.9' N 64° 26.8' W
Virgin Gorda / The Baths

[Stefan >>]
Het regent en niet zo'n beetje ook. Pijpenstelen! Geen weer eigenlijk om een stukje te gaan zeilen. Maar ja, ook niet om in de haven te blijven liggen; Tortola is nu niet het paradijs waarvoor we naar de BVI's zijn gekomen. Virgin Gorda is met haar tientallen stralend witte stranden wèl zo'n vakantiegids-bestemming. Ankerop dus en op naar die "Dikke Maagd".

Nu Natascha de eerste fase van de cursus: "Van Nitwit tot Oceaanzeiler" heeft doorlopen, wordt het tijd dat ze het bredere plaatje gaat zien en eens zelf verantwoordelijkheid neemt voor de boot. Het is relatief eenvoudig weer, een mooi moment om haar tot dagschipper te bombarderen. Voortvarend gaat ze aan de slag, doktert op C-Map een route uit, bepaalt de strategie om het anker op te halen en de zeilen te hijsen en geeft het commando de motor te starten.

Al snel komt ze erachter dat schipper zijn niet al te eenvoudig is omdat je overal tegelijk moet zijn. Staat ze binnen braaf op C-Map te kijken of we de goede koers varen, draait de wind en beginnen de zeilen te flapperen. "Dagschipper!" Snel komt ze naar boven:
"Wat moet ik doen?"
"Ja uh... jij bent dagschipper, dus je zegt het maar."
"Nou, trek dan het grootzeil maar aan."
"Oké, hoe ver?"
"Ja, tot zover...of niet???"
Er is nog een boel te leren.

Met de zeilen getrimd gaat ze weer naar binnen om te controleren of we nog de goede koers varen. Dat gaat inderdaad goed, maar de wind draait weer. "Dagschipper, de zeilen flapperen!" Dan komt ze op het slimme idee om wat taken te gaan delegeren en voordat ik het weet sta ik zelf binnen op C-Map te kijken. En inderdaad gaat de boot een stuk beter lopen en hoor ik bij iedere windvlaag een hoop geratel van de lieren. Dat gaat de goede kant uit.

Bij de ankerplaats aangekomen geeft ze netjes de commando's om de zeilen te strijken, kiest een mooi ankerplekje uit, geeft mij het commando de boot op de wind te houden en uit te laten drijven en laat zelf het anker uitratelen. Keurig gedaan, voor herhaling vatbaar. Wie weet wordt ze nog eens een echte stuurvrouw en kunnen we dat "in opleiding" ervan af halen.
[<< Stefan]

[Natascha >>]
Virgin Gorda heeft haar naam te danken aan Columbus die het eiland in 1493 ontdekte. Inderdaad heeft het silhouet veel weg van een dikke vrouw die op haar rug ligt. Die Columbus toch.

"The Baths", gelegen in het zuidwesten, is een van de hoogtepunten van de BVI's. Het parelwitte strand met op de voorgrond een verzameling reusachtige ronde stenen vormen een mooi decor. Met zo'n 30 boten is het vrij druk op de ankerplaats. Volgens de cruising gids wil het vanwege de swell nog wel eens rollen hier. De meeste boten komen hier dus alleen overdag en verkassen aan het eind van de middag naar een meer comfortabele plek. Hoewel het vandaag wel meevalt met dat rollen, zien we tegen vieren de eerste boten vertrekken. Om zes uur zitten we aan de borrel en hebben de hele ankerplek voor ons zelf. Perfect!

's Avonds klettert het alweer met bakken uit de hemel. Jammer, maar we vermaken ons er niet minder om. In teams van twee spelen we Kolonisten voor 2 personen, de mannen tegen de vrouwen. Onze tactiek om dubbele porties rum in de rum-cola van de mannen te schenken helpt helaas niet. Wij verliezen, al is het wel op een haartje. Morgen revanche.

Dag 287, Vrijdag 13 Mei 2005
18° 30.1' N 64° 21.6' W
Virgin Gorda / The Baths - Gorda Sound

We zitten duidelijk aan het einde van het seizoen. Waar we ook liggen, het is lang zo druk niet als de gidsen doen geloven. Helemaal niet erg natuurlijk, integendeel! Tot een uur of tien zijn we de enige boot hier in The Baths, daarna druppelen de charterboten en dagtrippers binnen.

Een ander teken dat het orkaanseizoen in aantocht is, is het onstabiele weer. De donkere regenwolken beloven niet veel goeds voor vandaag. Balen, het is hier zo prachtig, maar wanneer alles grijs is komt het toch minder tot zijn recht. Dennis brengt ons geen vrolijk nieuws over de VHF. Volgens de voorspellingen houden de regen en bewolking nog zeker de komende week aan. "Ach ja, kunnen we ook niet verbranden" zegt Alex, die inmiddels de vellen op zijn rug heeft hangen.

Tussen de buien door breekt een waterig zonnetje door. Met snorkelspullen springen we in de bijboot. Volgens de duik-en snorkelgids van Lonely Planet is The Baths een van de top 10 snorkelstekken van de BVI's en inderdaad, de smaragdgroene baden tussen de enorme stenen zijn erg bijzonder. Veel kleine visjes en een mooie witte zandbodem.

Inmiddels is de swell flink toegenomen, een goed moment om ankerop te gaan en te vertrekken naar "The Sounds", aan de oostkant van Virgin Gorda. Wonder boven wonder blijft het tijdens de twee uur durende tocht droog, wel zo prettig. We vormen een goed zeilteam met z'n viertjes en Stefan leidt Jolanda op tot stuurvrouw. Verbazingwekkend vlot heeft ze het spelletje met de wind onder de knie. Als een ervaren zeebonk staat ze aan het roer. Alex trimt de zeilen, ik navigeer Espiritu tussen de riffen door en even later varen we, heel stoer, onder zeil de ankerplaats binnen.

Wat verder nog? Het begint weer te gieten en ter verzachting van ons leed starten we vroeg met de borrel. Vermeldenswaardig is nog dat de vrouwen 's avonds overtuigend revanche op de mannen nemen met Kolonisten. Geluk, volgens Stefan en Alex. Wij weten wel beter...

Dag 288, Zaterdag 14 Mei 2005
18° 30.1' N 64° 21.6' W
Virgin Gorda / Gorda Sound

De grote barracuda die 's ochtends tijdens het snorkelen op een paar meter afstand voorbij komt gezwommen, brengt Stefan op een idee. "Alex, ga je vanmiddag mee vissen?" Daar hoeft Alex niet lang over na te denken en gewapend met twee lijnen, een paar mooie lures, emmer, gaf, knuppel en een paar biertjes, stuiven ze even later enthousiast weg in de bijboot. Jolanda en ik hebben wel zin in een vers visje en vol vertrouwen in de viskunst van onze mannen, pakken we de kookboeken erbij voor een smakelijk recept. Wordt het bakken, koken of grillen? Gaan we hem marineren en zo ja hoe? Uiteindelijk kiezen we voor een Oosterse Sweet & Sour variant.

Na twee uur zijn ze nog niet terug. Geen goed teken. Of juist wel? Moeilijk te zeggen, afwachten maar dus. Nóg een half uurtje later klinkt een bekend geronk in de verte. Vol optimisme houden we onze camera's in de aanslag. Niet voor niks blijkt, wanneer Stefan trots een gigantische kingfish omhoog houdt en Alex een Jack. En of dat nog niet genoeg is, steken uit de emmer nog een kleinere kingfish en een barracuda. Dat wordt smullen vanavond, alleen krijgen we dit nooit op met z'n vieren!

"Als we nu eens die grote kingfish aan het restaurant verkopen", zegt Stefan. Goed idee en dus varen Stefan, Alex en de kingfish naar het restaurant dat bij het resort van Saba Rock hoort. Even later komen ze terug met een grijns van oor tot oor.

"Wat denk je dat we voor die vis gekregen hebben?"
"Uhm...25 US Dollar?
"Nee, meer!"
"50?"
"Nee, nee, nog meer!"
"100 dan?"
"Nog meer, 126 Dollar!!!"

Wow, ons eerst verdiende geld in 10 maanden tijd, geweldig zeg! De vis woog 28 pond en de vaste prijs die wordt uitbetaald is 4,50 Dollar per pond. "Gaan jullie morgen weer?" vraagt Jolanda. "Vissen we gewoon onze vakantie bij elkaar."

Nu we de kingfish verkocht hebben aan het restaurant, hebben we nog een Jack, barracuda en kleine kingfish over. Kingfish is lekker voor sashimi, dat wordt dus het voorafje. De Jack is de grootste, dus dat wordt de Sweet & Sour variant voor vanavond. De barracuda kan mooi dienen als lunchhapje. Stefan fileert de vissen onder de geïnteresseerde blikken van Jolanda en Alex. Vier mooie filets komen onder zijn mes vandaan en gaan in de oven. Het resultaat na een half uurtje is eigenlijk een beetje teleurstellend. De Jack is niet zo mals als gehoopt. Een beetje taai eigenlijk en qua smaak heb ik wel beter geproefd. Alex houdt het na één hap al voor gezien en gooit zijn stukje overboord. Ik geef mijn filet na twee happen aan Stefan, die het allemaal smakelijk opeet, net als Jolanda.
[<< Natascha]

[Stefan >>]
Als ik mijn buitentoilet op het achterdek opzoek, zie ik ineens grote zilveren schimmen door het water schieten. We hadden al een klap tegen de bijboot gehoord en nu zie ik wat het zijn: Vier wahoos van het formaatje 126 Dollar zijn op de buitenverlichting in de kuip afgekomen. Of we nog een centje bij willen verdienen? Ja natuurlijk! Ik offer een stukje barracudafilet op, spies het aan een haak, stukje lood eraan en hopen dat ze ervoor gaan. Dat doen ze dus niet. Hoe komen deze jongens zo groot? Juist, door niet overal in te trappen. Na een kwartiertje onderzoek houden ze het voor gezien en gaan door naar de volgende boot. Wel bijzonder dat je dit soort grote beesten pal onder je boot hebt.

Dag 289, Zondag 15 Mei 2005
18° 30.1' N 64° 21.6' W
Virgin Gorda / Gorda Sound

's Nachts om drie uur begint de Jack me enigszins dwars te zitten en na één vruchteloze poging komt hij er dan toch pardoes uit. Als ik ook Jolanda naar het toilet hoor stommelen is het wel duidelijk dat het de Jack moet zijn. Hadden wij nu ook maar zo'n verfijnde smaak als Alex en Natascha en de vis met een vies gezicht uitgespuugd. Drie uur later heb ik zo'n 20 bezoekjes aan het toilet afgelegd en ook de emmer is een goede vriend geworden. Daarnaast ben ik heftig aan het transpireren en heb het zowel koud als warm tegelijk. Kortom, mijn lichaam heeft besloten dat er iets ernstig mis is en dat het daar zo snel mogelijk vanaf wil op welke manier dan ook.

Ik vermoed dat de Jack ciguatera heeft gehad, een gif dat koraalvissen verzamelen in hun lichaam en daarmee ook in de roofvissen die de koraalvissen eten. Die vissen merken er niets van, maar voor mensen is het wel giftig en openbaart zich middels heftige diarree, overgeven, wisseling van warm-koud gevoel, tintelende ledematen en soms zelfs verlammingsverschijnselen. Intussen zoekt Natascha driftig in allerhande naslagwerken en bevestigt dat het inderdaad ciguatera moet zijn. Alles wat ze verder kan melden is dat er geen medicijn tegen is en dat het niet dodelijk is. Zoals ik me nu voel begin ik aan dat laatste ernstig te twijfelen. De hele middag liggen Jolanda en ik voor pampus met spierpijn in onze bovenbenen alsof we net 15 kilometer hebben hardgelopen.

's Ochtends worden we door Natascha en Alex nog braaf verpleegd, maar na de lunch verstokt het medelijden en gaan ze lekker snorkelen, waarbij ze nog een mantarog zien ook! Grmpfff!!! Het wordt een alcoholvrij dagje voor ons en een heel voorzichtig crackertje. Ach ja, dat kan voor een keer ook geen kwaad. Hopelijk zijn we er morgen iets beter aan toe.
[<< Stefan]

[Natascha >>]
Wanneer Alex en ik 's ochtends ons "salaris" ophalen bij het restaurant, lezen we op het bord voor de ingang:

Catch of the Day
Kingfish
$50

We schatten dat ze zeker 40 porties uit "onze vis" kunnen halen. Ondanks het aardige bedrag dat wij ervoor gekregen hebben, levert hij dus nog meer dan genoeg op voor de restauranteigenaar. En nu maar hopen voor die 40 gasten dat deze kingfish geen ciguatera heeft...
[<< Natascha]

Dag 290, Maandag 16 Mei 2005
18° 21.3' N 64° 34.2' W
Peter Island / Deadman Bay

[Stefan >>]
In afwezigheid van zon en wind beginnen de batterijen aardig op hun laatste benen te lopen. Peter Island heeft een mooie beschermde baai met daarnaast een jachthaven, waar we voor een nachtje kunnen aanleggen om water in te nemen en de accu's wat op te fleuren. Als we eenmaal liggen loop ik naar het kantoortje van de havenmeester om te vragen of ze elektriciteit en water aan willen sluiten en meteen voor één nacht af te rekenen. De jachthaven is zo goed als leeg (er liggen slechts twee andere boten) en nu begrijp ik waarom. De schurken vragen $75 per nacht! Trossen los en wegwezen dus. Voor dat geld kunnen die accu's best nog een dagje of twee creperen en nu de koelkast bijna leeg is maakt het toch niet veel uit als deze wat warmer wordt.

Om de hoek vinden we een prima baai genaamd Deadman Bay, waar we mooi beschut liggen. Ik ben toch benieuwd naar de oorsprong van deze naam...

Jolanda en ik zijn trouwens weer aardig op de been. Nu is het alleen zaak dat we niet weer zo'n zieke vis te pakken krijgen. Het schijnt namelijk dat je van een tweede keer ciguatera nóg zieker wordt dan van de eerste keer. In ieder geval nemen we vanaf nu geen risico's meer met Jacks en andere vissen die zich rondom het rif bevinden.
[<< Stefan]

Dag 291, Dinsdag 17 Mei 2005
18° 22.2' N 64°32.0' W
Salt Island / Lee Bay - Tortola / Village Cay Marina

[Natascha >>]
Het stalen postschip RMS Rhone is één van de top-duikstekken van de BVI's. Het 100 meter lange schip is gezonken in de orkaan van 1867. In drie verschillende stukken rust het wrak nu verspreid over de zeebodem voor Salt Island. Het achterschip en de schroef liggen op 6-15 meter diepte, het middenschip op 15-21 meter en de boeg op 20-24 meter.

Het eerste dat ons opvalt is het uitstekende zicht en dat terwijl het de laatste dagen flink geregend heeft. De 50 meter lange boeg is in een goede conditie en het onderwaterleven is overweldigend. Het koraal is gevarieerd en kleurrijk en vissen zwemmen in enorme scholen voorbij. De mast en het kraaiennest (uitkijktoren) zitten nog steeds vast aan het schip, bedekt met een dikke laag koraal. Om de twee andere delen van het schip nog te kunnen zien houden we het tempo er aardig in. Het zou beter zijn het schip in minimaal twee duiken te verkennen, maar wij weten niet of dat er nog van komt. Door naar het middenschip dus, waar de verticale dekbalken niet te missen zijn. Het lijken wel Griekse zuilen! Ook het achterschip is indrukwekkend en omdat het zo ondiep ligt is het tevens een prima snorkelplek. Hoogtepunt van dit deel is de behuizing van de schroef die groot genoeg is om erdoor heen te zwemmen. Een absolute aanrader deze duik!

Vervolgens varen we naar Village Cay Marina op Tortola om de accu's een nachtje te laten opladen en de watertank te vullen. Deze marina is goedkoper dan die op Peter Island, maar met $50 per nacht nog steeds duur voor onze begrippen.

Hé, wie hebben we daar? Steven en Jessika van Alizé, die we kennen uit Dominica en een paar dagen geleden ook al zagen op Virgin Gorda, toen Alex en Stefan gingen vissen. Wanneer we vertellen over de visvergiftiging van Stefan en Jolanda zegt Steven dat hij al zo zijn twijfels had bij de Jack. Hij voelt zich schuldig dat hij ons niet gewaarschuwd heeft. Hij ging ervan uit dat we wel wisten dat je beter geen Jack kunt eten. Overigens is dit het eerste geval van ciguatera dat hij kent en dat terwijl hij al 8 jaar door de Carib zeilt. Pure pech dus. Steven geeft ons nog een paar goede tips. Wahoo, bonito, tonijn, kreeft en dorade (ofwel mahi-mahi) kunnen zonder risico worden gegeten. Hij raadt ons echter af om Jack en barracuda te eten en uit te kijken met kingfish en Spanish mackerel. Hoe kleiner de vis, hoe kleiner het risico. En natuurlijk wordt het risico verkleind wanneer je vis uit de open zee vangt, in plaats van rondom koraalriffen.

Ook Dennis en Leonie liggen hier in de marina in afwachting van goed weer om aan de oversteek te beginnen. Waarschijnlijk vertrekken ze (ook) ergens volgende week en zullen we ze weer op de Azoren zien. We drinken een borrel op hun Aeolus, om daarna een hapje te eten in het restaurant van de marina.

Dag 292, Woensdag 18 Mei 2005
18°25.4' N 64°37.0' W
Tortola / Village Cay Marina - Norman Island / The Bight

We worden niet goed van de stank hier in de marina. Er komen een paar rioolpijpen uit in het water net achter de boot en afhankelijk van de windrichting zit je dus in een misselijkmakende walm. Gisteren stond de wind gunstig, vandaag dus niet. Hadden ze dat nu niet anders kunnen ontwerpen? Dennis en Leonie die even verderop liggen, hebben er veel minder last van. De volgende keer dat we hier zijn weten we dus waar we moeten liggen.

Nadat we 's ochtends de kleine voor de grote genua verwisselen, gaan we met opgeladen batterijen en volle watertank richting volgende bestemming: Norman Island, het grootste onbewoonde eiland van de BVI's. Norman Island maakt samen met Peter Island, Salt Island, Cooper Island, Ginger Island, Necker Island (van Richard Branson, waar anders zou de "Virgin-baas" een optrekje hebben dan in de Virgin Islands?) en nog een stuk of 10 piepkleine eilandjes, deel uit van de Out Islands. Samen vormen ze één groot duik- en snorkelparadijs.

Norman Island was vroeger een favoriete piratenstek. Schatten werden verborgen in de "Treasure Caves", een serie grotten om de hoek van The Bight, de ankerplaats waar wij liggen. Hoewel de laatste schat al meer dan 100 jaar geleden is gevonden, gaat het verhaal dat er nog steeds een piratenbuit in de grotten verborgen ligt. Morgen die Treasure Caves maar eens opzoeken dus.
[<< Natascha]

Dag 293, Donderdag 19 Mei 2005
18°19.0' N 64°37.0' W
Norman Island / The Bight

[Stefan >>]
Na drie dagen snorkelen beginnen zowel Jolanda als Alex zich in het water steeds comfortabeler te voelen en klaren hun oren met "freediven" alsof ze nooit anders hebben gedaan. Tijd voor de volgende stap: Duiken. Alex is wat huiverig vanwege zijn problematische oren en neemt liever niet het risico van een oorontsteking. Jolanda ziet het wel zitten om eens een keer met duikspullen naar beneden te gaan. Reguliere duikscholen verzorgen ook introductieduiken waarbij een instructeur het trimvest bedient, dus waarom zouden wij dat niet kunnen?

Na een korte instructie met do's en don'ts en de afspraak dat we in het begin niet dieper gaan dan 5 meter zodat we op ieder moment zonder risico naar de oppervlakte kunnen, varen we naar de duikstek: De beroemde Treasure Caves. Natascha en Alex gaan al snorkelend op zoek naar de verborgen schat in de grotten. Jolanda trekt in de bijboot de duikspullen aan en trots rolt ze achterover de bijboot uit. Nog een laatste keer wat dingen doornemen en dan laten we ons naar beneden zakken. Eerst slechts een metertje diep om even aan de ademhalingsautomaat te wennen en te kijken of haar oren open willen. Het gaat allemaal lekker. "Vragen? Geen vragen." Oké, daar gaan we dan.

Heel langzaam zakken we langs de mooring-lijn naar beneden en op zo'n 3 meter duurt het even voordat Jolanda haar linkeroor geklaard krijgt. Haar gevecht met de ogen dicht persend en het hoofd op en neer schuddend, in de hoop de druk van het linkeroor af te krijgen, doet me denken aan mijn eerste paar keer. God, wat was dat een ellende. En dan te bedenken dat ik me nu zonder enig probleem als een baksteen kan laten zakken. Net als bij zeeziekte geldt: Alles wordt beter, er is nog hoop. De aanhouder wint en na 5 minuten zitten we op onze knieën op 6 meter diepte op de bodem. Poeh, eerst maar eens even uitblazen en een beetje fatsoenlijk om ons heen kijken, want daar was ze met haar ogen dicht nog niet echt aan toe gekomen. Enthousiast knikt ze naar alles wat ik aanwijs en geeft het oké teken om verder te zwemmen.

Ik heb ons allebei met een overschot aan lood behangen zodat we zeker makkelijk zouden zakken. Dat betekent dat ik veel actiever mijn eigen vest moet trimmen en daarbij ook nog moet opletten dat Jolanda niet onvrijwillig opstijgt, dan wel in het koraal landt. Helemaal uitgetrimd zwemmen we heerlijk ontspannen van koraalberg naar koraalberg en ik voel dat ze zich steeds meer ontspant en om zich heen kijkt.

Op de terugweg voel ik iets aan mijn benen en in eerste instantie denk ik dat het de zwemvliezen van Jolanda zijn. Als ik omkijk zie ik ineens Natascha boven ons zwemmen met Jolanda's reserve ademhalingsautomaat in haar mond. We waren zo druk met onszelf bezig dat we haar helemaal niet in de gaten hadden want het blijkt dat ze er al twee minuten hangt. Na een half uurtje is het mooi geweest en stijgen we op naar de bijboot. Boven aangekomen zie ik een glimlach van oor tot oor. "Dat ga ik zeker nog eens proberen" lacht ze.

Willy Thorton II, ofwel: Willy T, is een begrip onder zeilers in de British Virgin Islands. Het is een oud koopvaardijschip dat nu dienst doet als drijvende bar. En laat deze nu net in The Bight liggen... Willy T staat bekend om haar spontane feesten en het wilde, ongeremde gedrag van haar bezoekers. Tijd dus om het zelf te gaan zien. Tegen het eind van de middag ligt de steiger al aardig vol met bijboten en is het feest in volle gang.

We zijn eigenlijk net iets te laat. Een aantal vrouwen loopt met natte haren in T-shirts met het opschrift: "I came, I saw and I jumped (naked from Willy T)." Ik dacht altijd dat Amerikanen zo puriteins waren, maar wat we hier zien slaat alles. Nadat ze dus naakt van Willy T zijn afgesprongen, krijgen ze het befaamde T-shirt. Vervolgens wordt door de barkeeper onbaatzuchtig een nep-tattoo aangebracht op billen of borst. Wat een vervelende baan hebben die jongens toch. Als toetje gaan er nog een paar dames op hun rug op de bar liggen met ontbloot bovenlijf, laten zich met slagroom en likeur insmeren en worden door deze of gene afgelebberd. Wie het niet gelooft moet zelf maar een keer gaan kijken.

Dag 294, Vrijdag 20 Mei 2005
18°19.0' N 64°37.0' W
Norman Island / The Bight

Op aanraden van de barman van Willy T, die hier eerder als duikinstructeur heeft gewerkt, gaan we naar Santa Monica Rock, ongeveer een mijl uit de kust van Norman Island. Vanuit de duikgids kan ik de coördinaten afleiden zodat we de draagbare GPS kunnen gebruiken om de daadwerkelijke plek te zoeken. En inderdaad verschijnt daar het witte bolletje van de mooring waar we de bijboot aan vast maken. De duikgids waarschuwt voor sterke stroming, regelmatig verminderd zicht en beveelt sterk aan deze site met een duikschool te doen en dan nog alleen in de meest rustige condities. Maar ja, wie ons een beetje kent...

Zodra Natascha in het water springt blijkt de stroming inderdaad vrij sterk. Wat zullen we doen? We spreken af langs de lijn naar beneden te gaan en als de stroming beneden nog steeds zo sterk is als boven gaan we gewoon terug. We vechten ons, horizontaal hangend met twee handen aan de lijn naar beneden, waar het inderdaad een stuk kalmer is. Je zult je misschien afvragen waarom we al deze moeite doen. Nou, dat kan ik je vertellen: Haaien! Natascha had er al eentje gezien toen ze het water insprong en beneden zien we er nog twee plus een schildpad.

Na een half uurtje begint de combinatie van westelijke stroming, weinig zicht en onregelmatige rotsen zijn tol te eisen van mijn oriëntatievermogen. Ik weet dat we bovenstrooms zitten omdat we steeds naar het westen zijn gezwommen en ik heb het gevoel dat we ons iets ten noorden van de bijboot bevinden, maar ik durf niet te zeggen hoeveel. De haaien komen niet meer terug, tijd om verstandig te worden en naar boven te gaan om te kijken waar we uithangen.

Tot mijn opluchting zie ik dat we inderdaad nog steeds bovenstrooms zitten en de honderd meter die we naar het noorden hebben afgelegd vormt ook geen probleem. Ik neem de kompaskoers en we laten ons weer zakken naar twee meter om aan de hinderlijke golfslag te ontkomen. Met weer een fantastische duik achter de kiezen koersen we terug naar de boot, dit keer dankzij de wind mee varend in plaats van stuiterend.

's Avonds gaan we weer uit ons dak bij Willy T. Tja en hoe is Natascha nu aan dat topje gekomen???

Dag 295, Zaterdag 21 Mei 2005
18°26.5' N 64°45.0' W
Jost van Dyke / Sandy Spit & Great Harbour

[Natascha >>]
Het eiland Jost van Dyke dankt zijn naam aan een 17e eeuwse Nederlandse piraat die dit eiland gebruikte als thuisbasis voor zijn handel. Op weg ernaar toe lassen we een lunch- duik- en snorkelstop in op het onbewoonde eilandje Sandy Spit, dat zo op een ansichtkaart kan. Terwijl Jolanda en Alex gaan snorkelen, varen wij met de bijboot naar The Playground, de paar honderd meter verderop gelegen duikstek. Het is een opvallend makkelijke duik, er staat geen stroming en het is eenvoudig navigeren langs de rotsen: Een echte speeltuin dus, alleen vind je daar geen 2 meter lange slapende nurse sharks.

Geen zeiler verlaat de BVI's zonder een bezoek aan Foxy's Tamarind Bar, ofwel: Foxy's. Ook wij niet. We drinken eerst een paar borrels op de boot en gaan vervolgens naar de kant. Het is er al een drukte van jewelste en we hebben mazzel dat we nog wat kunnen eten van het buffet. Foxy, een rasta op blote voeten, vermaakt zijn gasten al 40 jaar met zijn gitaar. Goede sfeer, live-muziek en straffe gin-tonics maken de avond compleet.
[<< Natascha]

Dag 296, Zondag 22 Mei 2005
18°26.5' N 64°45.0' W
Jost van Dyke & Tortola

[Stefan >>]
De laatste zeiltocht van Jolanda en Alex is een afscheid waardig. We hebben mazzel met een blauwe hemel en een mooie strakke 18 knopen wind die Espiritu gewapend met grote genua met een vaartje van 7 knopen richting Tortola sleurt. Jolanda en Alex vinden het fantastisch en zijn totaal niet onder de indruk als het water af en toe door het gangboard spuit. Alex zit zelfs gewoon een boekje te lezen. Halverwege, tussen Little Thatch en Frenchman's Cay, moeten we door een nauwe passage waar we allerlei valwinden hebben die om heftig sturen vragen. Net op tijd trekt een vlaag ons onder het laatste eiland door, waarna we af kunnen vallen en met ruime wind naar Road Harbour koersen. Alex en Jolanda merken op dat de wind toch wel erg gezakt is sinds we de doorgang zijn gepasseerd. "Nee jongens, dit is nu het verschil tussen aan de wind en ruime wind."
[<< Stefan]

[Natascha >>]
Aan alles komt een eind, dus ook aan deze twee geweldige weken met onze vrienden. De British Virgin Islands zijn volgens ons echt een perfecte zeilbestemming. Prachtige eilanden op een steenworp afstand van elkaar, makkelijk zeilen, helder water, mooi duiken en snorkelen, leuke bars en restaurantjes. Voor de US Virgin Islands geldt ongetwijfeld hetzelfde, maar daar zijn wij niet geweest omdat we geen zin hadden in ingewikkelde visa-perikelen. Wij zijn blij dat we hier aan het eind van het seizoen zaten, zodat het best meeviel met de drukte.

Het is hier alleen wel vreselijk duur en het is maar goed dat we de meeste inkopen al op St. Maarten hadden gedaan. Stefan kocht bijvoorbeeld 4 tomaten voor $7! Marina's zijn ook stukken duurder dan wij gewend zijn. Een vergelijking: In Zuid Afrika betaalden we steeds tussen de $11 en $13 voor een plekje in een luxe marina. Water en elektriciteit aan het dok inclusief en gratis gebruik van warme douches en internet. Hier betaal je minimaal $50. Water en elektriciteit komen er nog apart bij, om over warme douches en gratis internet maar te zwijgen. Een nachtje in een baai aan een mooring kost rond de $25. Gelukkig is het overal toegestaan om (gratis) te ankeren, wat wij dus vrolijk deden. Maar ach, als je hier voor één of twee weken een charterboot huurt, zoals 99% van de bezoekers, maakt het natuurlijk allemaal niet zoveel uit.

Dag 297, Maandag 23 Mei 2005
18°25.4' N 64°37.0' W
Tortola / Village Cay Marina

Met het vertrek van Jolanda en Alex in de vroege ochtend, staat er voor de verandering weer eens een werkdag voor de deur. Zodra de weersverwachtingen het toelaten willen we vertrekken naar de Azoren en met 2.300 mijl wordt dit de langste passage van onze hele reis. Maar voordat we weg kunnen moet:

  • de boot van binnen uitgemest en schoongemaakt worden;
  • de onderkant van de boot schoon (er groeit inmiddels een mooi koraalrif op de schroef en waterinlaten);
  • water en dieseltanks vol;
  • olie- en dieselfilters vervangen;
  • verstaging gecontroleerd;
  • de windvaan gemonteerd worden (hebben we er in de Carib afgehaald omdat we dan makkelijker aan boord konden klimmen);
  • boodschappen worden gedaan;
  • de noodton worden gecontroleerd en aangevuld (we hebben de nootjes en chocolade in een gretige bui opgegeten);
  • een paar wasjes worden draaien;
  • mailtjes en website bijwerken.

Voor Dennis en Leonie is dit niet anders en aan het eind van de dag vinden we dat we wel een borrel met hen verdiend hebben.

Dag 298, Dinsdag 24 Mei 2005
18°25.4' N 64°37.0' W
Tortola / Village Cay Marina

Hij is benoemd! Adrian, de eerste tropische storm (hurricane) van dit seizoen. Waar en hoe ernstig hij is weten we nog niet. Weerkundigen verwachten, gezien de hoge zeewatertemperatuur, dit seizoen maarliefst 10 hurricanes in de Carib. Tijd om te vertrekken dus, al is het risico in juni veel kleiner dan in juli/augustus.

Iedere ochtend speelt Stefan in het internetcafé voor weerman. Met name de websites: www.xs4all.nl/~ruudkatt/ en www.weeronline.nl geven nauwkeurige voorspellingen van het weer op het binnenkort door ons te bevaren stuk oceaan. Zoals het er nu bijstaat wordt vanaf zaterdag een goed weather-window verwacht, met een stabiele oostenwind tussen de 10 en 15 knopen. We hebben dan ook het plan opgevat om donderdag naar Anegada gaan (het meest afgelegen eiland van de BVI's), daar twee nachten blijven, om vervolgens zaterdag koers te zetten richting Azoren. Mits de weersvoorspellingen niet veranderen natuurlijk.

Dag 299, Woensdag 25 Mei 2005
18°25.4' N 64°37.0' W
Tortola / Village Cay Marina

De weersvoorspellingen zien er nog steeds gunstig uit, zodat we zaterdag aan de oversteek gaan beginnen. Maar voordat het zover is gaan we nog iets ontzettend gaafs doen! Morgen gaan we naar Anegada, ook wel the "Mysterious Virgin" of "Ghost Cay" vanwege de afgelegen ligging en het omliggende "killer reef". Dit beruchte rif heeft al veel schepen naar de bodem van de oceaan doen zinken en één daarvan is de "Chikuzen", een Japans koelschip dat deel uitmaakte van een vissersvloot en in 1981 is gezonken. Het schip bevindt zich tussen Tortola en Anageda in en als we daar dan toch langs varen, kunnen we er net zo goed een duik maken. Omdat het schip zo ver weg ligt, wordt er maar zelden op gedoken. We hopen alleen dat de plek gemarkeerd is met een boei, want anders kunnen we het misschien niet vinden.

We gaan verder met de laatste voorbereidingen voor vertrek. Ik trek een aantal kastjes open om eens goed uit te soppen en stuit op een paar ontplofte blikjes tonic. Snel eruit en de rest droogmaken, voordat ook die gaan. Uit de voorraadkast met blikken komt een vreemde lucht, tegelijk met een zwerm vliegjes. Wat is daar nu weer aan de hand? O jee, na 10 maanden hebben een paar verroeste blikken tomatenpuree het dan toch begeven. Getver! De kaartentafel wordt uitgemest en een lading topjes die ik al sinds Singapore niet heb gedragen wordt getransformeerd tot poetsdoek, tot grote vreugde van Stefan.

We hoorden vanmorgen een aantal zeilers over de SSB die onderweg zijn naar de Azoren. "Leg de fleecetruien maar vast klaar" was het advies. Het wordt dus koud binnenkort. Help, daar kunnen we niet meer tegen!!!

We vinden het best spannend om weer voor zo'n lange tijd op zee te gaan. De afgelopen 2,5 maanden was natuurlijk één grote vakantie met al die dagtochtjes. Ik heb net even zitten tellen en we hebben er nu 13.000 mijl opzitten. Nog zo'n 3.700 voordat we thuis zijn...als alles goed gaat nog steeds op:

zaterdag 6 augustus

[<< Natascha]

Dag 300, Donderdag 26 Mei 2005
18°42.2' N 64°24.7' W
Anegada / Setting Point

[Stefan >>]
Zowel de duikgids als C-Map geven behoorlijk exact de positie van het wrak "Chikuzen" aan. Hoewel we de GPS coördinaten niet met een van de duikscholen hebben kunnen afstemmen, zeiden ze wel dat het wrak gemarkeerd is met twee boeien. In het huidige kalme weer zou het dus geen probleem moeten zijn om onze laatste duikstek van de BVI's en waarschijnlijk zelfs van deze hele reis, te vinden.

Tot zover de theorie. Wanneer we pal boven het door C-Map aangegeven wrak varen zien we niets. Geen boei, geen verkleuring van het water, geen verandering van diepte op de sonar...niets. Vertwijfeld varen we nóg een rondje, maar ook dat mag niet baten. En al zouden we iets op de sonar zien, dan nog zou ik Espiritu niet ankeren in open zee op 20 meter diepte, de boot vervolgens verlaten en gaan duiken. Je zou het soms niet zeggen, maar we zijn toch best voorzichtig. Jammer, het had zo leuk kunnen zijn, op naar Anegada dan maar.

Setting Point, de ankerplaats bij Anegada ligt pal achter een rif. Het is slechts toegankelijk door een heel smal kanaal, wat gelukkig wel met boeien is gemarkeerd. En dat is maar goed ook, want C-Map zit er 100 meter naast en we hebben geen zin om wrak nummer 301 op dit rif te worden. Het rif strekt zich 2 mijl naar het zuiden uit en heeft al voor ettelijke schepen het einde betekend. Met het zwaard opgetrokken manoeuvreren we de haven binnen en op 2 meter diepte laten we het anker vallen. Toch lekker dat het 2.70 meter lange zwaard omhoog kan, anders waren we hier mooi niet binnen gekomen.

Genietend van onze sundowner realiseren we ons dat dit het laatste tropische eiland is wat we aandoen. We gaan dit leventje nog eens enorm missen.
[<< Stefan]

Dag 301, Vrijdag 27 Mei 2005
18°42.2' N 64°24.7' W
Anegada / Setting Point

[Natascha >>]
Anegeda is niet veel meer dan een zandplaat van een paar vierkante kilometer, heel anders dan de rest van de meer heuvelachtige BVI's. Het lange witte zandstrand, de palmbomen en het turqooiseblauwe water, doen me denken aan de bountyreclame. Wat een rust hier. Het enige geluid komt van de vissende pelikanen en meeuwen, die steeds onder luid gekrijs loodrecht het water induiken. Je zou niet zeggen dat er toch nog 170 mensen op dit eilandje wonen, allemaal afstammelingen van piraten en wrakplunderaars overigens.
[<< Natascha]

[Stefan >>]
Je hoeft niet altijd op een wrak te duiken om koraalaangroei te zien. Onder je eigen boot kan dat ook heel goed, zeker als je 2 maanden op allerlei ondiepe, lees: koraalvriendelijke ankerplekken hebt vertoefd. Terwijl ik de "baard" van groen zeewier op de waterlijn te lijf ga, gaat Natascha met een duiktank naar beneden om de koraalbeestjes van hun comfortabele woonplaats te verjagen. De schroef heb ik regelmatig bijgehouden, maar de rest van het onderwaterschip niet meer sinds de Tobago Cays, wat alweer zo'n 7 weken geleden is.

Puffend en hijgend komt Natascha 1,5 uur later met een lege tank boven. "Jezus Christus, wat is dit zwaar werk". Vertel mij wat, maar het is wel goed dat we het gedaan hebben. Stel je voor dat je al die rotzooi de oceaan over moet sleuren, dat scheelt je zo een dag, misschien wel meer.
[<< Stefan]

HET VERVOLG


| Webstats | Mail Espiritu E-mail Espiritu | Contact | Sponsors | Links |

Copyright © 2003-2005 Stefan en Natascha Verweij.
Web site design and maintenance, a service from Hollandia Home Services Pte Ltd

Blue Sea