Hong Kong - Kota Kinabalu
Juli/Augustus 2003
Bemanning
Stefan Verweij
Natascha Verweij
John Potter
Kent Goeking
[route]
Woensdag 30 juli 2003
We kwamen om
4pm in Hong Kong aan, waar Bart-Jan van Simpson Marine ons naar
de jachthaven bracht waar Espiritu voor anker lag. Vanaf de kant
konden we de boot niet zien, maar hij moest daar ergens tussen die
enorme hoeveelheid boten liggen.
Vanuit het bootje
dat ons naar Espiritu zou brengen, konden we haar niet meteen vinden
(moest denken aan al die flauwe grappen van vrienden van een boot
ongeziens kopen die dan niet blijkt te bestaan), maar daar was ie!
Het was geweldig om hem eindelijk te zien en een bijzonder gevoel
om aan boord te stappen. We hadden alle foto’s al zo vaak bestudeerd,
dat we over de boot liepen alsof we hem al tijden hadden.
De motor startte
meteen en we waren klaar om te vertrekken. Ik gooide de trossen
van de boei los en Bart zette de moter in zijn achteruit….dus niet.
Probleem nummer 1: Er was geen beweging in de gashendel te krijgen.
We hadden geen WD40 dus probeerden we het met botte kracht. Dit
werkte, zoals vrijwel altijd. Motoren naar Aberdeen Marina kostte
4 uur en dit gaf ons wat tijd om de boot verder te verkennen.
De eerste nacht aan boord was
bloedheet. We hadden nog geen walstroom zodat we de airconditioning
niet konden laten draaien. Ondanks dat was de eerste nacht aan boord
geweldig. Liggend in bed, luisterend naar allerlei onbekende geluiden,
net zoals een eerste nacht in een nieuw huis, maar toch weer anders.
Donderdag 31 juli 2003
Om 7 uur ‘s ochtends dreven
we zowat ons bed uit van de hitte. Tijd om aan de slag te gaan!!
Het schoonmaken van de boot was een flinke klus. De boot werd al
zo’n 6 maanden niet meer bewoond, werk aan boord duurt 2 keer zolang
als normaal en daarbij maakte de hete zon het leven er niet prettiger
op.
We hadden een enorme boodschappenlijst
omdat we voor 4 personen voor minstens 2 weken moesten inslaan.
Op de lijst onder andere een boel meel en gist omdat we van plan
waren zelf brood te gaan bakken. Ook ingredienten voor het maken
van sushi. John neemt een paar vishengels mee waarmee we een paar
aardige vissen hopen te vangen.
Op de kluslijst: Water en walstroom
regelen, airconditioning aansluiten, repareren van de toiletten,
generator aan de praat krijgen (welke we nodig hebben voor onder
andere de koelkast en diepvries), windvaan installeren, HF radio
installeren en nog veel meer. Later bleek dat we een groot deel
van de niet-werkende apparatuur te wijten hadden aan onszelf omdat
we niet wisten hoe een en ander werkte. Verder een aantal kleinere
zaken zoals vastzittende of lekkende onderdelen. Ongelofelijk hoe
effectief WD40 en siliconenspray zijn.
Vrijdag 1 augustus 2003
Weer een drukke dag. Stefan
heeft een van de toiletten gerepareerd en de windvaan geinstalleerd.
We hebben de airconditioning laten repareren en de SSB radio laten
installeren. De generator werkt nog steeds niet. Hopelijk weet John
meer van generatoren dan Stefan. John heeft al 2 cruises van 7 maanden
gemaakt met zijn vrouw en kinderen. De eerste keer van Italie naar
San Diego en de tweede keer van San Diego naar Singapore, waar hij
nu met zijn vrouw Caroline en Casper en Alex op hun nieuwe boot
“Jocara” woont. Vanaf zomer 2004 gaan zij voor een jaar cruisen
in de Indische Oceaan.
John
en Kent kwamen ‘s avonds om 10 uur aan. Tijdens de borrel informeerden
wij hen over de stand van zaken. We wilden de volgende middag vertrekken,
nadat we de benodigde reserveonderdelen en gereedschap gekocht hadden.
Zaterdag 2 augustus 2003
Tijdens het ontbijt de taken
voor vandaag verdeeld. Stefan ging de boot uitklaren, Kent en John
gingen op zoek naar het benodigde gereedschap en onderdelen. Ze
slaagden bij “Hop Fat”, een klein winkeltje voor boot onderdelen,
maar met een ongelofelijk assortiment van allerlei handige zaken.
Ik deed mijn laatste inkoop ronde: Verse groente en fruit.
John kreeg inderdaad de generator
weer aan de praat. Er bleek lucht in een van de koelwaterslangen
te zitten, wat zorgde voor een blokkage van koelwatertoevoer. Iets
simpels, maar voor leken als Stefan en mij al een hele uitdaging.
We beginnen ons te realiseren dat cruisen veel meer is dan zeilen,
koken en navigeren. Een cruiser dient tevens dieselmonteur, electricien
en loodgieter te zijn. Hoogste tijd om snel meer kennis en ervaring
op te gaan doen.
Het uitklaren van de boot
zorgde voor een boel frustratie:
- Immigratie wilde onze
paspoorten niet stempelen omdat de boot nog niet uitgeklaard was.
Ok, begrijpelijk.
- Marine Department kon
de boot niet uitklaren omdat de Hong Kong zeillicentie verlopen
was. Logisch.
- Omdat alleen de eigenaar
deze licentie mag verlengen, moesten we de boot overschrijven
op onze naam. Ok, moest toch gebeuren.
- Om de boot te kunnen
overschrijven op een andere naam, is een geldig verzekeringsbewijs
nodig. Deze lag in onze brievenbus thuis. “Sorry meneer, we kunnen
u niet helpen”.
Mijn argument dat de boot
binnen 30 minuten na vertrek buiten Hong Kong wateren zou zijn mocht
niet baten. Het kantoor ging sluiten en morgen was het Zondag. We
hadden al 2 dagen vertraging opgelopen zonder dat we nog maar vertrokken
waren. Geweldig!
Zondag 3 augustus 2003
In ieder geval hebben we nu
nog meer tijd om de boot klaar te krijgen en nog wat meer gereedschap
en onderdelen in te slaan. Weer naar “Hop Fat” die werkelijk alles
had waar we om vroegen. Een bezem, dopsleutelset, gereedschapskist,
emmers, noem maar op. We vonden zelfs een nieuwe 12 Volt zoetwaterpomp
voor een van de toiletten.
Na
weer een ochtend shoppen en hard werken aan de boot, gingen we eindelijk
datgene doen waar we voor kwamen – zeilen. We hebben ‘s middags
gezeild met Espiritu en constateerden dat de zeilen in perfecte
staat waren. Geen verrassingen hier!
Maandag 4 augustus 2003
John en Kent gingen voor een
allerlaatste shoppingronde en kochten een Hong Kong en een gele
(quarantaine) vlag en een extra lierhendel. Als we onze enige lierhendel
tijdens het zeilen zouden verliezen, zouden we echt een probleem
hebben. Alles aan boord is te groot en te zwaar voor onze kleine
handen.
Ondertussen gingen Natascha
en ik terug naar onze vrienden van het Marine Department. Ze waren
weer erg vriendelijk en hulpvaardig, maar de manier waarop ze de
regels volgen doet je je haren uit je hoofd trekken. Met een gefaxte
copie van onze verzekeringspolis in de hand, stapten we vol vertrouwen
het kantoor binnen. We overhandigden alle documenten en gingen zitten
wachten op de benodigde stempels. Na 10 minuten riep de Marine Department
officer ons en verontschuldigde zich vriendelijk voor het feit dat
hij ons niet verder kon helpen vanwege een aantal verschillen tussen
de verzekeringspolis en de bootpapieren, de:
- Naam van de boot was
“L’Espiritu” in plaats van “Espiritu”;
- Lengte was 13,4 meter
in plaats van 44 voet;
- Licentiecode was HKG4925
in plaats van 4925.
Of ik zo vriendelijk zou
willen zijn om morgen terug te komen…..Ik dacht het niet! We probeerden
het met Natascha’s vriendelijke glimlach, maar ook dat wilde niet
helpen (mijn minder vriendelijke plannen probeerden we sowieso maar
niet uit, omdat deze zeer waarschijnlijk een averechts effect zouden
hebben). We namen weer contact op met de verzekeringsagent om de
veranderingen te laten doorvoeren en het herziene document direct
naar het Marine Department te laten faxen. Na de ochtend te hebben
doorgebracht in het Marine Department, hadden we dan eindelijk het
vereiste papierwerk. We lieten de paspoorten stempelen en namen
een taxi terug naar de jachthaven.
Snel douchen, spullen opbergen,
trossen los en start de moter maar……Niet dus! Zes dagen rondrennen
werd beloond met een simpele klik en dat was het! Het moterluik
maar weer open dan. John tovert zijn magische multimeter tevoorschijn,
fronst, meet de spanning, fronst nog meer, vraagt ons de moter te
starten en verdomd……..hij start! Later bleek dat John ook geen idee
had gehad van wat er aan mankeerde, maar dacht: “Nog een keer proberen
kan nooit kwaad”. En dat bleek!
We vulden de dieseltanks
bij een belastingvrij tankstation, waar je alleen terecht kon nadat
je uitgeklaard was. De prijs was daar $1,70 in plaats van $6,70.
Hadden we dat maar geweten toen we 3 dagen geleden de eerste 350
liter tankten!
Het eerste stuk hadden we
een vrij ruwe zee met 20 tot 25 knopen wind, veel regen en onweer.
Natascha voerde de vissen al binnen 3 uur. Ze was binnen misselijk
geworden en net voordat ze wilde gaan slapen kwam ze de cockpit
ingestormd en schreeuwde dat ze moest overgeven. Zonder veiligheidsharnas
en dus niet vastgelijnd, hing ze over de railing. Kent hield haar
aan een been vast. Vrij gevaarlijk in dit weer en in het donker.
De volgende keer maar een emmer gebruiken of gewoon in de cockpit
overgeven. Alles beter dan overboord vallen in een poging de boot
schoon te houden.
Dinsdag
5 augustus 2003
Na een nachtwacht met John
van middernacht tot 4 uur ‘s ochtends, werd ik wakker van een plens
zout water in mijn gezicht. Een grote golf was door het open raam
naar binnen gekomen en had mijn bed doorweekt. Goedemorgen! Het
open raam was bedoeld voor frisse lucht, niet voor fris water. Dit
was het begin van een paar zware dagen. De wind nam toe van 15 naar
25 knopen. Hierdoor nam onze snelheid toe, maar tevens de hellingshoek
en de overkomende golven.
De boot bleek op diverse plaatsen
te lekken, erg irritant. Zoals eerder gezegd, was de boot de afgelopen
6 maanden niet gebruikt en de afgelopen 2 jaar was er niet eens
mee gezeild. Op allerlei plekken, zoals waar de verstaging aan het
dek vastzit, was de siliconenkit uitgedroogd, wat maakte dat er
water doorheen kwam sijpelen. Dit merk je niet op in de haven, maar
wordt snel duidelijk wanneer je gedurende een paar dagen tegen de
wind in ligt te beuken, waarbij de een na de andere golf over de
boot heenspoelt.
Woensdag 6 augustus 2003
We raken steeds meer gewend
aan het ritme van de zee en leven op een zeilboot. Koken, afwassen,
schoonmaken, het kost allemaal meer tijd dan normaal. Iets simpels
als naar het toilet gaan is werkelijk een hele klus met zo’n schuine
hoek.
Nachtwacht is niet mijn grootste
hobby. John en ik hebben de wacht van middernacht tot 4 uur ‘s ochtends,
wat betekent dat we al om 8 uur ‘s avonds naar bed gaan. De vermoeidheid
van een dag op zee, zorgt ervoor dat ik vrij makkelijk in slaap
val, ongeacht het tijdstip van de dag. Wanneer Stefan me vervolgens
rond 23.45u wakker maakt voor mijn nachtwacht, ben ik niet op mijn
best. Maar wanneer ik even later de frisse lucht in mijn gezicht
voel en een kopje thee drink, verdwijnt de slaperigheid geleidelijk.
Soms is er tijdens de wacht wat werk te doen, zoals het erin zetten
of eruit halen van een rif in het grootzeil, maar meestal is het
erg rustig. Vaak is er geen schip te bekennen. Grootste uitdaging
is om mijn ogen open te houden.
Vandaag
hadden we veel geluk met vissen. We hadden 3 keer in korte tijd
beet, maar het lukte de vis iedere keer om te ontsnappen. Jammer
hoor, we hadden wel zin in verse sushi vanavond. Een paar uur later
hadden we tegelijk beet aan beide vishengels. John haalde een joekel
van zo’n 10 kilo binnen (volgens John was het een “Wahoo”) en Stefan
verloor zijn vis aan de andere lijn (alle begin is moeilijk). Wat
een opwinding, zo’n spartelende vis in de cockpit. Twee uur later
zaten we aan de meest verse sushi die ik ooit heb gegeten. Ook hebben
we een heerlijk brood gebakken met onze nieuwe broodmachine.
Woensdagnacht was erg onrustig
met het overstag gaan naar bakboord, na 3 dagen achter elkaar over
stuurboord te hebben gevaren. Kent rolde ervan uit zijn bed (ook
een aparte manier van gewekt worden) en allerlei deurtjes van kasten
slingerden open, waarbij de inhoud over de kajuit verspreid werd.
We vonden weer een aantal nieuwe plaatsen waar water door de boot
naar binnen lekte.
Vrijdag 8 augustus 2003
De ruwe zee, de 2 tot 4 meter
hoge golven die constant de cockpit inspoelen en het varen onder
zo’n grote hoek, maken dat het steeds onprettiger wordt aan boord.
Water hozen wordt een ritueel dat we om de twee uur doen. Veel apparatuur
stopt ermee en het zoute water in de boot heeft bijna al onze kleding
en matrassen doorweekt. We kunnen de kleding niet uitspoelen met
zoet water, omdat we ook daar zuinig mee moeten omspringen. We hebben
het idee dat de zoetwatertank ook ergens lekt, gezien de plas zoet
water in de kombuis. Gelukkig hebben we nog wel een redelijke voorraad
drinkwater in flessen aan boord.
De meeste problemen aan de
apparatuur worden veroorzaakt door het binnenkomende water. Electrische
apparatuur en water vormen meestal niet zo’n goede combinatie. Lang
stil liggen deed de rest. Impellors drogen uit en breken, wat ervoor
zorgde dat de generator ermee stopte. Hoewel John erin slaagde de
meeste apparatuur weer te repareren, gold dat niet voor de generator.
Later bleek dat resten van de oude impellor het koelwatersysteem
hadden geblokkeerd. De koelkast en diepvries werken op de generator
en het duurde dan ook niet lang voordat het eten in de koelkast
een vreemde geur begon te verspreiden en de inhoud van de diepvries
veranderde in een grijze soep van gehakt, kipfilet en crabsticks.
Maar geen paniek, we hebben
nog een boel eten in blik, pasta en rijst en ik denk dat we nog
wel een visje vangen.
Zondag
10 augustus 2003
De hele reis gaat langer duren
dan verwacht. Met de huidige gemiddelde snelheid van 4 knopen “over
de grond” (dat wil zeggen rekening houdend met de stroming, die
we op dit moment flink tegen hebben), is het nog minstens 8 dagen
varen. Behalve het gegeven dat de zoetwatertank zo langzamerhand
leeg raakt, brengt dit John in een lastige positie. Hij moet vanwege
zijn werk donderdag terug zijn en komend weekend zou hij een cursus
persoonlijke ontwikkeling begeleiden. Daarbij vliegt Caroline zondag
naar Phuket voor haar PADI Instructeurs opleiding en moet John voor
de kinderen zorgen.
We overwegen ons plan bij te
stellen en naar het dichterbij gelegen Kota Kinabalu te zeilen (en
terug te vliegen naar Singapore), maar zien toch af van het idee
omdat we de boot zo snel mogelijk in Singapore willen hebben. De
omweg via Kota Kinabalu zal minimaal een maand vertraging opleveren
en brengt daarbij weer extra kosten met zich mee zoals vliegtickets
en vakantiedagen. Ook moeten we dan weer extra bemanning regelen,
omdat we ons nog niet zeker genoeg voelen om het stuk samen af te
leggen.
Kent heeft een van zijn grote
tenen bezeerd en zijn voet wordt met de dag dikker. De teen kan
gebroken zijn of flink verstuikt. In beide gevallen is rust het
devies, wat vrij moeilijk is op een boot die door de golven heen
en weer geslingerd wordt.
Maandag 11 augustus 2003
Ik deed net een dutje in
de cockpit in de vroege ochtend, toen een enorme klap, gevolgd door
een flapperende genua me wakker schudde (weer een nieuwe variant
van wakker worden, na de plens zout water en het uit je bed rollen
tijdens overstag gaan). De voorstag, inclusief genua en rolreefinstallatie
kwamen los van het dek en zwierden vrolijk in de rondte, met als
doel maximale schade aan de romp, ramen en zonnepanelen aan te brengen.
De mast stond nu vrijwel los op de boot zonder enige steun aan de
voorkant. Het is een wonder dat we hem niet verloren hebben. Terwijl
John de spinnakerval als tijdelijke voorstag opzette, dook ik naar
de genua.
Grijpen is een ding, vast
blijven houden een tweede. De genua uit mijn handen laten schieten
was geen optie, dus met al mijn kracht hield ik het geval op zijn
plaats, gelijktijdig wegduikend voor de fokkeschoten die zich herhaaldelijk
probeerden rond mijn nek draaien.
John en ik probeerden het
zeil rond de reefinstallatie te rollen, wat in eerste instantie
leek te lukken. Maar hoewel iedere ronde in theorie makkelijker
zou moeten gaan, lukte het ons om slechts 1/3 van het zeil in te
rollen. Wat nu? Het zeil laten hangen was geen optie en om de voorstag
van de top van de mast af te zagen, zou er iemand de mast in moeten
klimmen. Geen aantrekkelijk idee!
Nu moesten we een manier
verzinnen om de stag met genua terug te brengen in zijn originele
positie. De truc om de voorstag te zekeren met twee lijnen, een
via de boeg naar de lier op de mast en een op de genualier, leek
de meeste kans van slagen te hebben. Nu de rolreefinstallatie niet
meer vast gehouden hoefde te worden, konden we proberen het zeil
stukje bij beetje in te rollen. Nadat we het zeil niet verder in
konden rollen begonnen we langzaam maar zeker het hele gevaarte
naar voren te transporteren. Na een vermoeiende 1,5 uur hadden we
eindelijk de voorstag op zijn plaats en het zeil ingerold.
Nog meer opwinding kort
daarna. Een aanzienlijke hoeveelheid rook kwam uit de moterruimte.
Met een stel angstverhalen in mijn achterhoofd, vreesde ik het ergste.
Ik pakte snel de brandblusser erbij en maakte het moterluik open.
Gelukkig, het was slechts stoom en geen rook, als gevolg van een
oververhitte moter. De impellor van de zoutwaterpomp was gebroken,
wat zorgde voor oververhitting. Ik was Ken, de vorige eigenaar,
dankbaar dat hij genoeg reserveonderdelen heeft achtergelaten aan
boord. We hadden meer dan genoeg reserve impellors bij ons en nadat
ik de oude vervangen had, hadden we onze moter weer draaiende. Met
een stel gevaarlijke riffen in de buurt hadden we er ook niet aan
moeten denken dat we zonder moter waren komen te zitten.
We wisten al dat de zoetwatertank
lekte en nu werden we geconfronteerd met het resultaat – het water
was op! Gelukkig hadden we nog 50 liter drinkwater in flessen, maar
zonder de mogelijkheid om te douchen, zouden de komende 7 dagen
allerminst een pretje worden. Doorgaan naar Singapore zou onverantwoord
zijn, gezien de staat van het schip en onze water en dieselvoorraad.
Erg teleurgesteld over deze
opeenstapeling van pech, besloten we onze koers te verleggen en
naar Kota Kinabalu te varen, wat 2 dagen motoren zou zijn. Toen
ook nog de stuurketting later die middag vastliep, waren we meer
dan overtuigd dat we de goede beslissing hadden genomen. De boot
in Kota Kinabalu eens goed laten nakijken en de nodige zaken te
laten repareren was het meest verstandige dat we konden doen. Met
de mast nog steeds staande, niemand gewond, een moter die weer liep
en het feit dat we de riffen hadden weten te ontwijken, moesten
we met z’n allen concluderen dat we niet mochten klagen en gezien
de omstandigheden juist veel geluk gehad hadden.
Dinsdag 12 en Woensdag 13 augustus 2003
We zien ernaar uit om in Kota
Kinabalu aan te komen. We zijn moe en vies en ons eten bestaat uit
Chilli SAN Carne en Thaise kipcurry zonder kip. Kent’s voet is erg
gezwollen en pijnlijk, hij moet nodig naar een dokter.
Toch nog wel een paar hoogtepunten:
Dinsdagmiddag hebben we een lijn in het water gegooid en hebben
ons voort laten trekken achter de boot. Heerlijk! En het absolute
hoogtepunt van de reis was de groep van minstens 30 dolfijnen, die
ons op woensdagochtend voor de boeg kwam vergezellen.
Donderdag 14 augustus 2003
We kwamen vroeg in de middag
in Kota Kinabalu aan. Stefan en John gingen voor het inklaren en
vliegtickets voor John en Kent naar het centrum en Kent en ik hebben
genoten van een douche en een heerlijke clubsandwich in het restaurant
van de jachthaven.
Later in de middag namen John
en Kent het vliegtuig naar Singapore. Stefan en ik konden de troep
aan boord niet langer aanzien en boekten een kamer in het 5 sterrenhotel
dat bij de jachthaven hoort. De volgende dag hebben we de boot schoongemaakt
en vonden we een Fransman die boten repareert voor een schappelijke
prijs. Hij gaat proberen de boot weer op orde te brengen, zodat
we over een paar weken naar Singapore kunnen gaan zeilen.
|