Dag 71, Zaterdag 9 oktober 2004
Vertrek uit de Seychellen
GPS: 04° 36.9' S 55° 28.8' E
[Natascha >>]
Hartelijk gefeliciteerd met
je 30e verjaardag Joyce (zus)! Enne……volgend jaar zijn we er weer bij hoor.
[<< Natascha]
[Stefan >>]
Zoals gewoonlijk starten we na het
ontbijt de generator om de koelkast een uurtje te laten draaien. Na dat uurtje
is de temperatuur in de vriezer nog steeds ver boven nul in plaats van de -10°
die het nu had moeten zijn. Het blijkt dat de compressor net handwarm is, waar
je hem normaal gesproken nauwelijks kunt aanpakken. Ook het koelwatersysteem loopt
niet terwijl het systeem wel 220V spanning krijgt. Werkt de generator eindelijk
naar behoren, begeeft de compressor (of het koelwatersysteem) het. Resultaat is
weer: Geen koelkast/vriezer!!! What's new?
We overwegen nog even ons vertrek uit te stellen maar
de vruchteloze zoektochten op het eiland naar allerlei reserveonderdelen geven
weinig hoop dat we de koelkast hier wel gemaakt krijgen. We hebben geen handleiding,
geen onderdelenlijst, er is waarschijnlijk geen koelkastmonteur te vinden, om
over reserveonderdelen nog maar te zwijgen.
Dat wordt dus weer een maand zonder totdat het ding zijn
leven zal eindigen in een Zuid-Afrikaanse container. De compressor is namelijk
vrij oud en ik heb weinig trek om veel geld te besteden aan reparaties van een
systeem dat me toch al niet bevalt. In Zuid-Afrika zetten we er een zwaardere
12 volts compressor in, zodat we meteen niet meer afhankelijk zijn van de generator.
Ik ben het nu zo zat dat het me eigenlijk niet meer interesseert wat het kost,
als het maar opgelost wordt. Waarschijnlijk zal na deze ingreep ook de batterijlader
een maatje te klein blijken, dus die komt ook op het lijstje. (De koelkast gaat
dan 12 volt afnemen in plaats van 220 volt zodat de 12 volt laadcapaciteit - de
batterijlader - moet toenemen.)
Om 1 uur 's middags motoren we de haven van Victoria uit.
[<< Stefan]
Dag 73, Maandag 11 oktober 2004
Indische Oceaan
GPS: 08° 15.9' S 53° 30.0' E
[Natascha >>]
Tot nu toe verloopt de passage erg voorspoedig.
Geen harde wind of hoge golven, geen nieuwe mankementen en geen zeeziekte. Gewoon
lekker zeilen, met tussen de 12 en 18 knopen wind. Inmiddels hebben we er alweer
330 mijl opzitten (2 uur 's middags).
De Farquhar eilanden - die ook nog bij de Seychellen horen
- liggen pal op de route, nog zo'n 100 mijl hier vandaan. Nauwelijks bewoond en
zo afgelegen, dat lijkt ons wel een mooie tussenstop. Morgenvroeg zullen we daar
aankomen en mits de ankerplek ons goed lijkt, zullen we daar een dag of twee blijven.
[<< Natascha]
Dag 74, Dinsdag 12 oktober 2004
Indische Oceaan
GPS: 10° 08.9' S 51° 13.3' E
[Stefan >>]
De wind is inmiddels flink toegenomen.
's Ochtends aangekomen bij Farquhar blijkt dat de ankerplek verre van ideaal is.
De aangeduide ankerplek op de kaart is omgeven door riffen niet gemarkeerd met
boeien zodat alleen het strand aan lijzijde van het eiland overblijft. Omdat het
eiland zo klein is, is het nauwelijks beschermd tegen de harde wind. De diverse
riffen en de indicatie op C-Map dat de laatste dieptepeilingen in 1884(!!) zijn
gedaan, zijn voor ons onrustbarend genoeg om rechtsomkeer te maken. Het heeft
weinig zin om hier onnodige risico's te nemen. Heel erg jammer. We zien schildpadden
in het heldere water naast de boot zwemmen, duiken was hier ongetwijfeld fantastisch
geweest.
Omdat we aan de lijzijde van het eiland nog een aantal
voor C-Map onbekende riffen zien, zit er niets anders op dan terug op te kruisen
naar de loefzijde van het eiland. Hier worden we weer eens geconfronteerd met
het verschil tussen 25 knopen aan de wind en 25 knopen ruime wind. Waar we redelijk
ontspannen aan kwamen varen, staat alles nu als een snaar gespannen en stuitert
de boot van de ene naar de andere golf.
Het twee uur durende uitstapje heeft één bijkomend voordeel:
VIS! Binnen no-time hebben we een Bonito te pakken. Eigenlijk aan de kleine kant,
maar als je niets anders hebt dan moet het maar. Net wanneer de hamer het vissenlicht
gedoofd heeft, zien we weer wat achter de boot spartelen, nu met een troep hongerige
zeemeeuwen erboven. Aan de lijn te voelen is deze een beduidend stukje groter.
Dichterbij gekomen zien we zijn gele rugvin. Mooi!!! Een grote geel-vin tonijn,
algemeen beschouwd als één van de lekkerste vissen voor zowel sashimi (rauw) als
in de pan. En zo geschiedde. Eerst een hele bult sashimi met wasabi en sojasaus
als lunch en 's avonds twee enorme filets uit de pan. Het is maar goed dat je
van vis niet dik wordt-:). Als die koelkast nu eens zou werken, dan konden we
nog wat voor morgen bewaren. Nu moet het restant helaas terug naar waar het vandaan
komt.
Dag 75, Woensdag 13 oktober 2004
Indische Oceaan
GPS: 11° 40.1' S 49° 01.8' E
Keurig volgens planning komen we in de ochtend langs Cap
d'Ambre, de noordpunt van Madagaskar. Jimmy Cornell en de East Africa pilot geven
aan dat je hier ruim langs moet wegens de vaak hoge golven. Het verhaal dat ik
mij herinner in een zeilblad over een 40 voeter die hier een "interessante"
ervaring heeft gehad, maakt me extra voorzichtig. Voor de zekerheid houden we
een marge van 25 mijl uit de kust aan. Zoals verwacht draait de wind verder naar
het zuiden en neemt toe tot 35 knopen. Onder drievoudig gereefd grootzeil en een
puntje rolfok, scheuren we met een snelheid van 9 knopen langs de kaap. Iedere
achterop komende golf pakt Espiritu op, en met een trilling op het roer stuift
ze er vandoor. En dat alles strak gestuurd door de autopilot. Wat is het toch
een heerlijk schip! Na het ronden van Cap d'Ambre neemt de wind iets af en loeven
we op richting het zuiden naar het eilandje Nosy Be.
C-Map
geeft een diepte van 900 meter aan, kort daarop gevolgd door een rif van slechts
15 meter diepte. Volgens de theorie een ideale habitat voor koraalvissen en dus
ook voor de door ons gezochte roofvissen. Juist wanneer ik mijn boterhammetje
met hagelslag zit weg te peuzelen komt één van de lijnen strak te staan. Kassa!
Ik roep Natascha die binnen een dutje ligt te doen. "Kom snel, ik heb beet!"
Met de hamer, het punttangetje en het fileermes komt ze naar buiten gesneld. Wat
zijn we toch een dream-team...
Bij het binnenhalen zie ik dat het arme beest zijn staart
mist. Afgebeten door een naijverige broer of een andere roofvis die hier een makkelijke
prooi in zag. Nu snap ik dat zo'n haak in je bek niet al te prettig moet zijn,
maar dit vind ik toch wel extra zielig. Ik slinger hem de cockpit in en verlos
hem met het mes snel uit zijn lijden. Op de foto zie je zijn afgehapte achterkant.
Niet zo goed zichtbaar is de enorme rij tanden van deze Wahoo. Iets om voor op
te passen als je de haak uit zijn bek wilt halen. Terwijl ik de vis fileer zit
Natascha al in haar kookboek te neuzen voor een lekker recept. Het lijkt vandaag
een combinatie met veel knoflook, uien en aardappelen te worden. Dat wordt smullen!
Wat jammer nu dat we geen wit wijntje koud kunnen leggen.
Dag 76, Donderdag 14 oktober 2004
Nossi Bé (Madagascar)
GPS: 13° 24.4' S 48° 17.0' E
[Stefan
>>]
Gisteren werd duidelijk dat we 's nachts
aan zouden komen als we onze snelheid zouden vasthouden. Toen de wind na het ronden
van de kaap eerst geleidelijk en uiteindelijk volledig inzakte, reduceerde de
snelheid tot 3 knopen per uur. In plaats van de motor aan te zetten, deden we
maar eens even niets. Dat wil zeggen, geen motor aan en lekker ronddobberen teneinde
voldoende te vertragen om 's ochtends bij daglicht aan te komen. En dat werkte.
Bij het opkomen van de zon komen we aan de zuidkant van het eiland Nosy Be aan
en om acht uur lopen we de haven van Hell-ville binnen.
En wie zien we daar? Wat een toeval, onze Zuid-Afrikaanse
vrienden. We hadden verwacht dat zij al flink op weg zouden zijn richting Zuid-Afrika,
maar kennelijk hebben ze het hier wel naar hun zin. De afgelopen week hebben ze
op een aantal verschillende ankerplaatsen op Nosy Be gelegen. Morgen vertrekken
ze en zullen net als wij via een aantal tussenstops langs de kust van Madagaskar
afzakken naar Zuid-Afrika. Die zien we dus nog wel.
Madagaskar
is een van de armste landen ter wereld en dat is goed te zien. Niet zoals in India
waar de armoede je in je gezicht schreeuwt door de letterlijk creperende mensen
en de vele bedelaars. De mensen hier aan de kust zijn behoorlijk doorvoed dankzij
rijke visgronden en lokaal groeiende groente en fruit. Ze hebben echter nauwelijks
fatsoenlijke kleren aan hun lijf en vervoer over water gaat per kano - wind mee
zeilend en op de weg terug is het roeien geblazen. We zien op een hele dag slechts
één kano met buitenboordmotor.
Aan
de hoofdweg staat een aantal koloniale huizen, sommige in gebruik als kantoor
of overheidsgebouw, de meeste omgetoverd tot woonhuis, vaak gereduceerd tot bouwval.
Van de hoofdweg af zijn de huizen nog onverzorgder en loopt het open riool langs
de voordeur. Waar de Renault 4 in Europa al 20 jaar geleden uit het straatbeeld
is verdwenen, is het hier de meest voorkomende taxi. Al rammelend en kuchend hobbelen
deze oude beestjes over het vrijwel vergane wegdek. Wie had er hier iets aan te
merken op de duurzaamheid van Franse auto's?
Ondanks
de armoede wordt er niet gebedeld en lijkt de criminaliteit ook mee te vallen.
Het marktvrouwtje heeft haar geld in een plastic zak op tafel liggen en banken
zijn volledig open, zonder tralies of glas, met alleen een met stok bewapende,
vriendelijk lachende bewaker die vrij eenvoudig moet zijn te overmeesteren. Je
wordt door iedereen vriendelijk gegroet en winkelpersoneel maakt eerlijk gezegd
een betere indruk dan de gemiddelde stompzinnig grijnzende Chinees in Singapore.
's
Middags stopt een kano naast de boot die allerlei fruit in de aanbieding heeft.
Ananas, bananen en kakelverse mango's, al dit fruit voor omgerekend twee Euro
en twee T-shirts. We hebben het idee dat we nog steeds te veel betalen maar het
is ze gegund, we voelen ons bijna schuldig over onze rijkdom. Dat hebben ze goed
in de gaten want zodra de zaak gedaan is, proberen ze er nog meer uit te halen
en beginnen over broeken, schoenen en eentje had het zelfs op de lijnen van de
boot voorzien. Jammer jongens, tot hier en niet verder. Vriendelijk uitzwaaien
en stoïcijns de boot opruimen - uiteraard bovendeks.
[<< Stefan]
Dag 77, Vrijdag 15 oktober 2004
Nossi Bé (Madagascar)
GPS: 13° 24.4' S 48° 17.0' E
[Natascha
>>]
We zijn een nacht in Hell-ville blijven
liggen om 's ochtends boodschappen te doen. Er was ons
verteld dat je hier prima je voorraden op peil kunt brengen. Nou het is maar goed
dat we zwaar beladen uit Singapore zijn vertrokken want hier is echt vrijwel niets
te krijgen. Op een marktje waar het enorm stinkt zit alles wat verkocht wordt
onder de vliegen. We vissen wat uien en aardappelen onder de vliegen vandaan,
tikken een voorraad eieren op de kop en een grote zak kaneel en houden het daar
snel weer voor gezien.
Op
onze vraag waar de supermarkt is krijgen we een lacherig antwoord dat die er niet
is. We moeten het doen met wat pietluttige kruidenierswinkeltjes, maar die zijn
wel van 12 tot 3 gesloten. Net als de taal een erfenis van de Franse koloniale
tijd.
[<< Natascha]
[Stefan >>]
Tijd om wat te drinken om de tijd te
doden tot de winkels weer open gaan. In een aardig uitziende kroeg treffen we
een groepje, ogenschijnlijk vrijgezelle, Franse vijftigers met wat lokale jonge
meisjes rond hun nek die rond lunchtijd al aan de Ricard zitten in afwachting
van de lunch. Vanzelfsprekend worden we uitgenodigd wat mee te drinken en na twee
biertjes is ons Frans weer helemaal op peil. Ze zijn allemaal al jaren uit Frankrijk
weg en zeggen er nooit meer te kunnen wonen al benadrukken nog steeds op en top
Frans te zijn. De meesten doen niets meer, een aantal heeft een eigen zaak die
niet al te veel energie vergt, al klagen ze wel in koor over de onbetrouwbaarheid
van lokaal personeel - kennelijk geldt dat niet voor de meisjes...
Eentje
had zijn hele leven voor IBM als expat gewerkt en had zich nu hier gesettled met
een klein computerwinkeltje (dus Mark, er is nog hoop). Iedere middag treffen
ze elkaar voor de lunch, ze geven niet om uiterlijk vertoon en houden vooral van
het goede Franse leven in Oost-Afrika. Een oud-bankier uit Parijs had nog een
mooie levenswijsheid: "Als je te kiezen hebt, ben je nooit tevreden en als
je geen keuze hebt, ben je tevreden met wat je krijgt". Prachtige kerels
met een mentaliteit zoals je die alleen bij Fransen ziet - ik denk niet dat een
Amerikaan, Duitser of Nederlander (inclusief ikzelf) dit uit zou houden.
[<< Stefan]
Dag 78, Zaterdag 16 oktober 2004
Nosy Sakatia (Madagascar)
GPS: 13° 18.9' S 48° 10.2'
[Natascha
>>]
Een zeiltochtje van twee uur bracht
ons gisterenmiddag naar het eilandje Nosy Sakatia, op 10 mijl afstand van Hell-ville.
Na een verfrissende duik besluiten we een kijkje te gaan nemen op het eiland.
Om niet teveel de aandacht te trekken, laten we de buitenboordmotor achter op
de boot en roeien we de bijboot naar het strand. Verspreid over het strand staan
rieten hutjes, kinderen maken pret in het water en mannen zijn druk in de weer
met hun zelfgemaakte zeilboten. Groepjes vrouwen lachen ons vriendelijk toe en
kinderen zwaaien enthousiast. Hoewel eenvoudig, zien de hutten er verzorgd uit
en met de beschikbare middelen is er zelfs aandacht besteed aan een tuintje.
Even
verderop geeft een bordje op een verlaten hut aan dat dit ooit een duikschool
was. De vervallen hutjes eromheen lijken vakantiehuisjes te zijn geweest. Op een
witte muur zien we een tekening van het eiland en de nabij gelegen duikspots.
Blijkbaar is de duikschool een aantal jaren geleden gesloten. Het lijkt er op
dat er weer plannen zijn met deze plek want we zien behoorlijk wat gebouwtjes
in aanbouw, duidelijk een recent gestart project.
Zelf
hoopten we rond het eiland te gaan duiken, maar met snorkelen is het zicht al
zo slecht dat we ervan af zien om de duikspullen naar boven te halen. Tenzij de
verder naar buiten gelegen duikstekken beter zijn dan die direct onder de kust
liggen, betwijfelen we of deze nieuwe plannen zullen slagen.
Via
een heuvel verlaten we het strand en belanden op een smal zandpad. Hier en daar
staan primitieve hutjes van nog geen twee bij drie meter. Binnen is slechts ruimte
voor een paar matrassen of rieten matjes. Kinderen spelen buiten, volwassenen
liggen te slapen of zitten onder een boom. Het lijkt of we duizend jaar terug
in de tijd zijn beland. Deze mensen leven zonder enige vorm van luxe, er is zelfs
geen stromend water of elektriciteit. Sommigen bezitten een beetje vee. Er scharrelen
wat kippen en hier en daar loopt een koe. Iedereen lijkt tevreden en we worden
overal begroet. De mensen hier zijn arm, maar gezien het activiteiten niveau,
hoeven ze kennelijk ook niet veel meer. Hoe anders dan in Azië waar je volop bedrijvigheid
ziet, ook in kleine landelijke dorpjes.
Al
snel hebben de kinderen door dat wij snoep bij ons hebben en verzamelt er zich
een hele stoet achter ons aan. Schattige meisjes met poppen en ondeugende jongetjes
die proberen nog een tweede snoepje te krijgen. De sleutelhangers met lampje van
Lucent Technologies - een hele zak gekregen
van Mike - zijn erg populair bij de jongens. Zo doen we onderweg ook nog wat aan
promotie voor Lucent, al vrees ik dat de keuze van de doelgroep niet helemaal
aansluit bij die van Lucent.
De
opblaasbare haai en kreeft lagen zich enorm te vervelen op de boot, nadat ze er
slechts één keer met ons op uit hadden gemogen op Chagos. Zulk leuk speelgoed
is vast veel beter besteed aan de kinderen op dit eiland. De vrouwen op de foto
hiernaast waren inderdaad blij verrast en stelden voor om het plastic duo aan
het schooltje te geven. Ik zou willen dat we een boot vol hadden met plastic ballen,
poppen en ander speelgoed. Hadden we maar meer meegenomen...
Later
op de avond komen vijf jongens in een kano naar ons toe gepeddeld. Ze roepen "bonne
nuit" en vragen om nog een "bon-bon". Twee van hen laten trots
hun lampje schijnen. De andere drie willen ook wel zo'n zaklamp. Maar helaas,
ze zijn op.
[<< Natascha]
Dag 79, Zondag 17 oktober 2004
Vertrek uit Nosy Sakatia (Madagascar)
GPS: 13° 18.9' S 48° 10.2'
[Stefan >>]
De passage van Nosy Sakatia naar Richards
Bay in Zuid-Afrika is zo'n 1400 mijl in behoorlijk wisselende omstandigheden.
De windrozen voorspellen gemiddelden van tussen de 0 en 30 knopen wind vanuit
alle richtingen. Dat wordt werken geblazen, zowel voor ons als voor de boot. Omdat
we de 1400 mijl niet in één stuk willen afleggen en we eigenlijk nog weinig van
Madagaskar hebben gezien, willen we nog een paar tussenstops in Madagaskar maken.
We hebben op de kaart een ankerplaats gevonden, ruim 200 mijl verderop. Mits we
een beetje doorvaren, moet dit in anderhalve dag te halen zijn.
We
staan vroeg op en om 07.00 uur zijn we al onderweg. Omdat de wind behoorlijk gevarieerd
is, zowel in richting als in kracht, moeten we voor het eerst tijdens de reis
een lang stuk motoren (de motor heeft sinds ons vertrek uit Singapore pas 40 uur
gedraaid). Niet zozeer om het tempo erin te houden, als wel om klapperende zeilen
te voorkomen.
Vissen
houden zich meestal op langs de afscheiding van diep naar ondiep water, dus vlak
voordat we het plateau van Nosy Bé verlaten gooi ik de lijnen uit. Nu maar kijken
of er iets wil bijten. En jawel, terwijl ik binnen ben, ziet Natascha één van
de lijnen heftig schokken. We hebben een prachtige dorade - ook wel dolphin fish
of mahi-mahi genoemd - van 80 centimeter lang aan de haak geslagen. Meer dan genoeg
voor ons tweeën. Je ziet in Nederlandse restaurants steeds vaker dorade op het
menu staan. Mocht je je afvragen hoe deze vis er uit ziet - hier is ie dan...
Dag 80, Maandag 18 oktober 2004
Straat van Mozambique
GPS: 15° 06.0' S 46° 26.1' E
De wind is inderdaad behoorlijk variabel en ik trim me
suf om de boot een beetje aan de gang te houden. Espiritu is behoorlijk gevoelig
voor een goede trim en een kleine windschifting reduceert de snelheid al gauw
met twee knopen zonder dat je het direct in de gaten hebt. Constant tuur ik op
de meters of het gegeven de windrichting en -sterkte allemaal wel hard genoeg
gaat. We willen namelijk persé voor het donker in Baie de Baly aankomen. C-Map
zat er voor Nosy Bé ruim een halve mijl naast en deze baai zal geen verlichting
als referentie hebben.
Als ik om vijf uur 's middags de eerste vislijn aan het
binnenhalen ben omdat we over een uurtje zullen aankomen, zie ik in één keer een
hoop beweging op de andere lijn. Dit keer is het een Wahoo mèt staart. Hij is
een stuk levenslustiger dan zijn aangeslagen - eigenlijk aangevreten - broer van
een paar dagen terug. Qua timing niet echt handig omdat ik hem nu niet meer voor
het donker kan fileren, maar natuurlijk wel lekker. Nadat we het anker hebben
neergelaten, reduceer ik - bijgeschenen met een zaklamp door Natascha - het beest
tot twee prachtige filets die regelrecht de pan in gaan. Een klein stukje houd
ik apart voor sashimi als voorafje.
Dag
81, Dinsdag 19 oktober 2004
Baie de Baly
GPS: 16° 02.5' S 45° 18.6' E
Helaas, we hebben niet de beste ankerplaats uitgezocht.
De baai is wat aan de grote kant en de steeds draaiende wind zorgt ervoor dat
we de hele dag enorm liggen te rollen. De wind zou in de middag naar het westen
moeten draaien, waardoor de golven zover zouden moeten afnemen dat we met de bijboot
naar de kant kunnen.
Tot zover het zouden, zo is het namelijk niet. Om vier
uur liggen we nog steeds heftig te stampen. In plaats van op verkenning uit te
gaan trekken we maar een fles wijn open om de namiddag alsnog aangenaam door te
brengen.
Dag 82, Woensdag 20 oktober 2004
Vertrek uit Baie de Baly
GPS: 16° 00.7' S 45° 00.2' E
's Nachts om één uur draait de eb-vloedstroom ons precies
dwars op de golven waardoor we niet meer over de lengterichting stampen, maar
dwarsscheeps rollen. Slapen is er niet meer bij en al snel kondig ik aan dat we
hier vertrekken als het niet binnen een half uur beter wordt. Uiteraard volgt
luid protest van Natascha die het niet ziet zitten om midden in de nacht weg te
gaan.
Als
ze na 20 minuten zelf ook nog steeds klaar wakker is, vraagt ze voorzichtig: "Is
het lastig om hier in het donker naar buiten te varen?" Niet echt, C-Map
is accuraat, er zijn geen rare ondieptes en er staat geen wind. Als we gewoon
de route van gisteren terug volgen kan er niets gebeuren. Na een kwartiertje handarbeid
(fijn hè, zo'n niet werkende ankerlier), hobbelen we naar buiten. Dit was de laatste
keer dat we in zo'n grote baai ankeren.
[<< Stefan]
[Natascha >>]
Om de een of andere reden vindt Stefan het altijd reuze grappig
als ik een stuk fruit eet en kan het dan niet laten om een foto te maken. Hier
verorber ik een sappige mango. Ik geef toe: Charmant is anders...
[<< Natascha]
Dag 83, Donderdag 21 oktober 2004
Straat van Mozambique
GPS: 17° 30.0' S 43° 49.4' E
[Stefan >>]
's Ochtends hebben we nog 80 mijl te
gaan tot de volgende ankerplaats: Nosy Lava. Nadat we bijna de hele nacht op de
motor gevaren hebben en vanmorgen bij gebrek aan wind nog steeds de motor hebben
bijstaan, vrezen we dat we zelfs met een hele dag motoren de ankerplaats nog niet
voor het donker zullen bereiken.
Met de matige ervaring van onze vorige ankerplaats in
het achterhoofd vragen we ons af of we niet beter de koers direct naar Zuid-Afrika
zullen verleggen. Dan blijven we uit het windstiltegebied en bereiken ook nog
eens de broodnodige winkels een stuk eerder. Na drie weken zonder koelkast begint
de variatie in het eten namelijk langzaam aan minder te worden. Een koud biertje
en een lange warme douche staan ook allebei hoog op het verlanglijstje. Daarbij
hebben we weer een mooie kluslijst die we graag afgewerkt willen hebben voordat
Marjon en Martin 21 november in Zuid-Afrika aankomen. Onder andere moeten de koelkast,
de gescheurde spinnaker en de ankerlier gerepareerd worden (ik heb echt behoorlijk
genoeg van dat gesleur aan die ankerketting; ketting en anker wegen samen zo'n
50 kilo) , moet de bilgepomp vervangen worden en willen we een I-COM dealer naar
onze HF radio laten kijken, want die doet nog steeds niet wat hij moet doen.
Wanneer na een uurtje de wind alsnog opsteekt en we weer
vaart maken, is de rust wedergekeerd. De beslissing ten faveure van Nosy Lava
is snel genomen. Het wordt toch nog een heerlijke zeildag. Met nauwelijks golven
vliegen we met meer dan 8 knopen over het water, waarbij Natascha zelfs op het
voordek kan zonnen. Om 17.00 bereiken we de ankerplaats. Er ligt nog een andere
boot, de Zuid-Afrikaanse 34 voeter Keren.
[<< Stefan]
Dag 84, Vrijdag 22 oktober 2004
Nosy Lava
GPS: 18° 35.0' S 43° 55.5' E
[Natascha
>>]
Nosy Lava is een klein, smal eiland
van een paar honderd meter lang. Het ligt tussen drie eilandjes van vergelijkbare
grootte en op ongeveer tien mijl afstand van het vasteland. In eerste instantie
lijkt het of het eiland onbewoond is, maar wanneer we goed kijken zien we toch
een paar hutjes staan. Benieuwd naar de bewoners, vullen we een rugzakje met een
aantal pakken spaghetti en rijst en varen met de bijboot naar de kant. Nieuwsgierig
naar deze twee blanken in hun motorbootje, komt een groepje vrouwen met kinderen
zwaaiend op ons af. De spaghetti en rijst wordt enthousiast ontvangen. Als dank
krijgen we een cadeau, maar hiervoor moeten we wel even meekomen.
We
worden meegenomen naar de grootste van de vijf hutten. Hoewel, het is eigenlijk
meer een overkapping tegen de zon. De hutten op Nosy Sakatia zijn vergeleken bij
deze nog luxe. Kippen en kuikentjes lopen buiten en binnen en werkelijk overal
hangt of ligt vis te drogen. We mogen op een aantal lappen gaan zitten en dan
krijgen we het cadeau: Een aantal werkelijk prachtige schelpen. Ik ben geen kenner,
dus vraag me niet naar het soort, maar het zijn de schelpen die je overal in souvenir
winkels ziet. Van die glanzende porseleinen met spikkels en grote die op een oorschelp
lijken.
De
communicatie verloopt moeizaam met ons beperkte Frans, maar we komen toch wat
meer over het leven van deze mensen te weten. Het eiland telt zo’n twintig bewoners.
Een deel van het jaar wonen ze hier en voorzien in hun bestaan door middel van
het drogen van vis en het winnen van zout. Hiermee gaan ze eens in de zoveel tijd
naar de markt op het vasteland. Tijdens het cycloon seizoen, van november tot
en met maart, wonen ze op het vasteland. Zoetwater is enorm schaars. Er is een
waterput op het eiland, maar die staat zo goed als droog. Water moet dus aangevoerd
worden van het vasteland. Ze drinken zoetwater vermengd met zout water. Het smaakt
niet lekker, maar zo blijven ze in ieder geval in leven. Wat een schrijnend verschil:
Wij liggen met een luxe zeiljacht voor een eiland, waarvan de bewoners niet eens
voldoende drinkwater hebben. Helaas is water op het moment ook een erg schaars
goed voor ons. De bodem van onze watertank komt in zicht en we moeten er nog mee
naar Zuid-Afrika. Hoe graag we ook zouden willen, wij kunnen geen water missen.
Een man die zich inmiddels ook bij de groep heeft gevoegd,
wijst op een zwaar ontstoken vinger van een oudere vrouw. Hij vraagt of wij medicijnen
bij ons hebben om haar te helpen. We begrijpen dat ze ruim een week geleden een
ongelukje heeft gehad met een mes. Wij hebben inderdaad breedspectrum antibiotica
bij ons, dat de infectie kan verhelpen. Blij dat we wat kunnen doen, halen we
de antibiotica op en benadrukken we dat de kuur van in totaal 30 pillen afgemaakt
moet worden. ’s Ochtends, ’s middags en ’s avonds twee pillen, vijf dagen lang.
De oudere vrouw en ook de andere vrouwen knikken begrijpend en dankbaar worden
de eerste twee pillen ingenomen.
Samen
met de antibiotica heeft Stefan nog een aantal potten bolognaisesaus voor de vrouwen
en blikjes bier voor de mannen meegenomen. Verder geven we ze een aardige hoeveelheid
Madagaskar Francs waar wij zelf niets meer aan hebben nu wij naar Zuid-Afrika
gaan. Water hebben we dan wel niet, hier maken we hen ook erg blij mee. We krijgen
nog een aantal schelpen.
Terwijl ik bij de vrouwen blijf zitten, wordt Stefan door
drie mannen meegenomen naar de andere kant van het eiland, waar de waterput en
het basin voor de zoutwinning zijn. Een van de mannen vraagt of wij ook aspirine
bij ons hebben. Ach ja, waarom ook niet. Echt alles is welkom hier. Wij hebben
inderdaad een flinke medicijnkist aan boord, waar we gelukkig nog niets van nodig
hebben gehad. Hoewel niet veel, hebben we ook paracetamol aan boord, die mag hij
wel hebben. Wanneer wij met de bijboot terug varen naar de boot, volgen de drie
mannen ons in een kano. We geven hen de paracetamol, samen met een pakje Marlboro
en nog een paar biertjes en dan vinden we het welletjes. Als dank krijgen wij.....je
raadt het al....een paar mooie schelpen.
De
mannen willen weer terug peddelen, maar er is één probleem: De hele kano staat
vol water en de trip terug zal met wind tegen nog natter worden. Met een van onze
bekers scheppen ze de kano leeg. Vervolgens geeft Stefan hen een lift. Twee in
de bijboot en eentje in zijn kano op sleep. Een grappig gezicht.
Later op de dag maken we kennis met het onderwaterleven
van Madagaskar. We hebben geen idee hoe het duiken hier zal zijn en met niet al
te hoge verwachtingen gaan we naar beneden. Het eerste dat we recht onder ons
aantreffen is een enorme pijlstaartrog. We zien vissen die we nog niet eerder
hebben gezien. Madagaskar staat bekend om zijn unieke diersoorten zoals bijvoorbeeld
de lemuren (halfapen). Blijkbaar geldt dit ook voor de dieren onderwater.
's
Middags gaan we borrelen bij Dave en Elisabeth van Keren. Ze zijn mid-vijftig,
net gepensioneerd, ervaren zeilers en vier maanden geleden begonnen met hun nieuwe
cruising-leven. Na de boot te hebben getest tijdens een rondje Zuid-Afrika, Comoren,
Madagaskar, zijn zij nu ook op weg naar Durban. Daar gaan ze nog een boel werk
verzetten aan de boot en het plan is om vervolgens voor onbepaalde tijd te vertrekken
richting Thailand. Het wordt een erg gezellige avond en wanneer we om 22.00 terug
op de boot zijn, zijn we te moe om nog te eten.
Dag 85, Zaterdag 23 oktober 2004
Nosy Lava
GPS: 18° 35.0' S 43° 55.5' E
Via de HF radio horen we 's ochtends dat de drie Zuid-Afrikaanse
boten onderweg zijn van Baie de Baly naar Nosy Lava. Omdat wij nog steeds alleen
maar kunnen luisteren en niet zenden, laat Dave hen weten dat wij daar al zijn
en uitzien naar hun komst. Clive vraagt zich hardop af hoe wij dat zo snel hebben
gefikst, zij zijn immers een dag eerder uit Nosy Bé vertrokken. Zo gek is dat
niet want zij hebben nog een extra stop gehad, maar het is duidelijk dat Clive
hiervan baalt. Een andere reden waarom ze alledrie stevig lopen te klagen is dat
er nauwelijks wind is en dat ze motorzeilen. Ze moeten nog 90 mijl tot Nosy Lava
en het lijkt erop dat ze dit niet voor het donker gaan halen.
We
vullen de duikflessen en maken ons klaar voor een tweede duik op deze prachtige
stek. De duik is vergelijkbaar met die van gisteren en we genieten weer met volle
teugen.
De rest van de middag is zeer relaxed. Beetje lezen, beetje
schrijven en dan is het weer borreltijd. Dave en Elisabeth komen naar ons toe.
Na een paar wijntjes maak ik een pasta met ham en roomsaus, waarna we onze laatste
fles wijn soldaat maken. Gelukkig dat we bijna in Zuid-Afrika zijn...
Over
wijn gesproken, we hebben jullie nog niet verteld over "de Wijnkelder van
Verweij" (Familie Verbunt: Onze excuses voor het plagiaat). Dit is een bergruimte
in de rugleuning van een van de banken, waar onze enorme voorraad drank opgeborgen
ligt. Een vochtig - zeg maar nat - hok, waar het niet koel is maar warm en de
wijn ligt niet stil maar continu te schudden. Omdat de etiketten van de flessen
geweekt zijn, is het steeds een verrassing wat je te pakken hebt. Alle flessen
zien er hetzelfde uit met een mooi, dun laagje schimmel. Ook is het iedere keer
de vraag of de inhoud inderdaad naar wijn of naar azijn smaakt. Dit laatste was
meestal het geval met de witte wijn, die we vervolgens regelrecht in zee dumpten.
In ieder geval, deze laatste fles smaakte prima en binnen een paar weken is de
wijnkelder van Verweij weer gevuld met Zuid-Afrikaanse wijnen.
Dag 86, Zondag 24 oktober 2004
Nosy Lava
GPS: 18° 35.0' S 43° 55.5' E
's Morgens horen we Dave en Clive weer over de HF radio.
Just Jinks, Golden Sovereign en Bedouïn zijn gisteren nauwelijks opgeschoten en
zijn midden in de nacht voor anker gegaan zo'n 15 mijl ten noorden van Nosy Lava.
Ze blijven daar een dag om uit te rusten en komen daarna nog voor een dagje naar
Nosy Lava. Waarschijnlijk vertrekken we dan dinsdag met z'n allen naar de laatste
ankerplaats in Madagaskar, voordat we het Mozambique Channel naar Zuid-Afrika
oversteken. De afgelopen dagen kwam de wind pal uit het zuiden. De wind wordt
vanaf morgen weer noordelijk, dus gunstig voor de volgende 150 mijl zuidwaarts.
Onder voorbehoud dat de wind daarna ook gunstig is voor de oversteek, gaan we
meteen door. Anders wachten we een goed "weather window" af.
Buiten
klinkt het: "Monsieur, monsieur". Nee hè, toch niet weer schelpen! Drie
jongens in een kano hebben dit keer een wel heel welkom cadeau: Vier joekels van
net gevangen langoesten - kleine kreeft. Komt dat even goed uit, Elisabeth gaat
vanavond voor ons koken en zal vast wel blij zijn met deze smakelijke jongens.
Keren heeft ook geen koelkast en dit is natuurlijk stukken lekkerder dan tonijn,
zalm of ham uit blik. Dat wordt smullen vanavond. Dit aardige gebaar vinden wij
wel een paar T-shirts en biertjes waard.
We hebben wel weer zin in een duik. Deze keer leggen we
de bijboot echter op een minder geschikte plek voor anker. Hoewel het koraal en
de vissen nog steeds mooi zijn, is het water niet dieper dan zeven meter. Verder
staat er een flinke stroming en wanneer we even later de bijboot niet kunnen vinden
en Stefan even naar boven zwemt en zijn hoofd uit het water steekt, ligt de bijboot
een flink stuk verderop. Na een kwartier tegen de stroom in zwemmen, klimmen we
hijgend weer in ons bootje.
[<< Natascha]
[Stefan >>]
Als de wind aan het eind van de middag
toeneemt tot 15 knopen wordt het tijd om het kiteboard weer eens naar boven te
halen. Omdat de wind aflandig is gaat Natascha met de bijboot mee zodat me ze
op kan pikken als er iets mis gaat. Een kiteboard heeft namelijk geen drijfvermogen
en tegen de wind terugzwemmen met de kite achter je aan is eenvoudigweg niet mogelijk.
Bij het oppompen van de kite staan zo'n beetje alle eilandbewoners ademloos toe
te kijken naar wat daar toch gaat gebeuren.
Al
bij het eerste rak terug zie ik dat de wind te zwak is om hoogte te kunnen lopen.
De pal aflandige wind zorgt ervoor dat ik ook het strand niet meer kan bereiken.
Ik vaar twee keer een eind naar buiten in de hoop op meer wind zodat ik de verloren
hoogte weer goed kan maken. Vergeet het maar, bij terugkomst zit ik verder dan
ooit van de kant en zwaai ik naar Natascha om me op te pikken. Met haar niet al
te goede ogen ziet zij niks. Een eindje geprobeerd te zwemmen met de kite in de
lucht en maar naar de kant zwaaien om aandacht. De bijboot blijft keurig aan de
waterkant liggen en het hele spul zit geïnteresseerd naar Stefan te kijken. De
locals zien mij wel zwaaien en vragen voorzichtig of alles goed gaat. "Ja
hoor, dat doet ie altijd zo". Dan laat ik de kite in het water zakken en
pak hem onder de arm en ga terugzwemmen. Volgens de strandwacht is er dan nog
steeds niets aan de hand, laat maar zwaaien en vriendelijk terugwuiven. Gelukkig
ziet een oudere man wel dat het niet helemaal klopt en zegt tegen Natascha dat
ik misschien wel wat hulp kan gebruiken. Als dan de motor ook nog wat onwillig
is duurt het nog wat langer eer ze aan komt varen. Enfin, 25 minuten na het eerste
signaal zit ik dan toch in het bootje. Volgende keer maar een verrekijker meenemen
en beter uitleggen waar ik wel en niet hoor te zitten gegeven de windrichting.
[<< Stefan]
[Natascha >>]
En dan zie ik Stefan inderdaad zwaaien.
Zonder aarzelen start ik mijn reddingsactie, ren naar de bijboot, trek hem het
water in, start hem...Shit...waarom start hij nu niet? Nog een paar keer proberen
en dan scheur ik naar mijn man in nood. Ik ben er van overtuigd dat Stefan me
zo meteen dankbaar in mijn armen zal vallen. Het tegendeel blijkt waar. Ik ben
er bijna, maar héé, waarom kijkt hij nu zo kwaad?
"WAAR BLEEF JE NOU? %#!*#/**!!ZIE JE ME DAN NIET
ZWAAIEN? #*#%%#@%%! IK LIG HIER AL TWINTIG MINUTEN!! JE ZIET TOCH DAT IK ONDER
DE WIND LIG EN NIET MEER TERUG KAN KOMEN?" Niet helemaal de reactie die ik
had verwacht dus. De volgende keer gaat inderdaad de verrekijker mee of minimaal
mijn zonnebril op sterkte.
Vanavond dus langoesten bij Dave en Elisabeth. Bob komt
ook en daar zijn wij inmiddels reuze benieuwd naar geworden. Bob is een solozeiler
van 66 jaar. Hij is gisteren met zijn boot Tasneen aangekomen vanuit Hell-ville.
Wij hebben hem nog niet ontmoet, maar van verschillende kanten hebben wij al over
deze aparte man gehoord.
Zo
hebben Karola en Cees van Borracho hem op Chagos, eens maar nooit weer op de thee
gehad. We kwamen niet meer bij toen zij vertelden dat Bob Chagos niet gewoon mooi
vindt, maar een spirituele ervaring, hij in zijn vorige leven een vogel is geweest
en in alledaagse gebeurtenissen voortekenen ziet. Hij wil eigenlijk niet solozeilen,
maar alle bemanning die hij aan boord haalt, wil er op de eerstvolgende bestemming
weer vanaf. Dan maar samen opzeilen met andere boten. Nadat zeilgoeroe Jimmy Cornell
op Cocos Keeling zijn verzoek tot samen zeilen tactisch heeft afgewezen, heeft
hij zijn zinnen gezet op Dave en Elisabeth. Zij vinden hem eigenlijk ook een rare
snuiter, maar hebben aan de andere kant ook wel weer sympathie voor hem. Zolang
hij niet begint te raaskallen over spirituele ervaringen en reïncarnatie, is hij
best te hebben. Laten we vanavond zelf oordelen enne...als hij vervelend gaat
doen vertel ik hem gewoon dat ik in mijn vorige leven een grote kat was.
Dag 87, Maandag 25 oktober 2004
Nosy Lava
GPS: 18° 35.0' S 43° 55.5' E
De verhalen over Bob waren niet overdreven. We hebben
nog nooit zoveel onzin op een avond bij elkaar gehoord. Bob noemt zichzelf een
zeer religieuze en spirituele man, maar volgens ons zitten er een paar schroeven
bij hem los.
Zo zegt hij al 48 keer gereïncarneerd te zijn, "he
is a very old soul". Heel vroeger was hij een vogel en verder heeft hij geleefd
in India, tussen de Inca's, in de Sahara en weet ik waar allemaal nog meer.
Iedere
beslissing in zijn leven laat hij leiden door God. Bob heeft nog geen idee van
zijn plannen na Zuid-Afrika, dat vertelt God hem pas 24 uur van tevoren. Hij is
een solozeiler maar heeft geen elektronische stuurautomaat, sonar of radar en
zijn dieptemeter werkt niet. Volgens ons onverantwoord, maar geen probleem voor
Bob. God zal hem op tijd waarschuwen. Dit is trouwens zijn laatste leven, want
inmiddels heeft hij het hoogste niveau van spiritualiteit bereikt en is er voor
hem niets meer te leren in deze wereld.
De langoesten waren overigens overheerlijk! Weet je trouwens
hoe je ze van binnen schoonmaakt? Pak de langoest vast bij zijn voelspriet en
breek deze van zijn kop af. Haal vervolgens diep adem en schuif de voelspriet
met een voorzichtige beweging in zijn achterste. Let op dat hij niet breekt. Beweeg
de voelspriet een beetje op en neer en haal hem er dan weer met een vloeiende
beweging uit. Herhaal dit een aantal malen en...Schoon is uw langoest!!!
We nemen nog een laatste duik, deze keer hebben we wel
weer een goede duikspot te pakken. Schildpadje, pijlstaartrog, prachtig koraal...het
blijft mooi! We houden de duik kort want ik heb het koud. Na een koude, korte
douche - we moeten zuinig aan doen met ons water - gaan we even naar de kant en
vragen aan oma, wier ontstoken vinger al aardig begint te genezen, of ze nog een
paar langoesten voor ons kan regelen voor vanavond. Just Jinks en Golden Sovereign
zijn onderweg naar Nosy Lava en vanavond gaan we barbecuen bij John en Verona.
Een paar uur later komt oma in een kano samen met drie mannen een paar mooie langoesten
brengen, waarop er weer een paar T-shirts en biertjes richting kano gaan. Het
halve eiland loopt inmiddels in T-shirts van ons rond.
Een
half uurtje nadat Keren en Bob zijn vertrokken, zien we Golden Sovereign en Just
Jinks aankomen. Zowel Bedouïn als Keren en Tasneen (Bob) gaan vandaag al naar
de zuidelijker gelegen ankerplaats, Nosy Andriamitaroka (wat een naam). Wij volgen
morgen. John en Clive hebben ook een berg langoesten bij zich en 's avonds eten
we ons misselijk aan kreeft.
Dag 88, Dinsdag 26 oktober 2004
Vertrek uit Nosy Lava
GPS: 18° 35.0' S 43° 55.5' E
's
Ochtends halen we het anker op en varen tegelijk met Just Jinks en Golden Sovereign
weg. De hele dag varen we samen op, maken foto's van elkaar en de mannen babbelen
over de VHF radio. Gaat nergens over hoor, ze kunnen echt uren vullen over het
weer en vis vangen. Maar wel gezellig. Een stuk of tien dolfijnen komen 's middags
een showtje geven, altijd weer veel te kort. Heb je net je camera tevoorschijn
gehaald, zijn ze alweer verdwenen. Voor de verandering vangen we een barracuda,
de eerste deze reis. Nooit geweten dat die zo heerlijk zijn!
Dag 89, Woensdag 27 oktober 2004
Nosy Andriamitaroka
GPS: 20° 27.0' S 43° 42.1' E
Langzaam,
heel erg langzaam komen we dichterbij Nosy Andriamitaroka. Sinds gisterenavond
is de wind volledig ingezakt en hebben we de herrieschopper aan staan. Daarbij
hebben we ook nog eens een volle knoop stroom tegen. We verwachten in de loop
van de middag aan te komen.
Beetje saai is het wel. Ach ja, nog maar een spelletje
Kolonisten op de pc dan. Echt een supergoed cadeau van Suus! Ik speel het alleen
nog maar op het expert-niveau en dan nog win ik in de meeste gevallen. Volgens
Stefan moet ik me als we terug zijn maar gaan inschrijven voor de wereldkampioenschappen
Kolonisten.J Weet niet eens of die bestaan. Net ben ik voor de verandering eens
goed ingemaakt door Vincent (je kunt kiezen uit meerdere tegenspelers). Houdt
de spanning erin.
Om
14.00 uur laten we ons anker zakken naast Golden Sovereign, Bedouïn en Keren.
In de verte zien we ook Just Jinks aankomen. Het eiland is vergelijkbaar met de
Nosy's van de afgelopen weken. In plaats van gedroogde vis, zien en ruiken we
over het hele eiland gerookte vis. Lekker hoor!
De
wind lijkt gunstig om morgen te vertrekken, hoewel er over een paar dagen wel
een 25 tot 30 knopen zuidoostenwind voorspeld wordt met flinke golven. We houden
de weersvoorspellingen dus goed in de gaten en mocht het nodig zijn dan lassen
we nog een tussenstop in op Île Europe, zo'n 220 mijl hier vandaan. Morgen vertrekken
we met z'n allen, althans...met z'n allen...Bob dobbert nog steeds met twee knopen
snelheid en 1 knoop stroom tegen - hij gaat dus nog net vooruit - 10 mijl van
ons vandaan. Hij wil zijn motor niet aanzetten en blijft nog een nachtje op het
water. Zijn derde nacht, terwijl wij het stuk in één nacht hebben afgelegd. Hij
wil morgen nog niet vertrekken en vindt eigenlijk dat Keren maar op hem moet wachten.
Mooi niet dus en een perfecte gelegenheid om van hem af te komen. Zo'n man brengt
anderen ook nog eens in gevaar met zijn slakkengangetje. Met zijn 50 mijl per
dag kost het hem minstens twee weken om in Richards Bay te komen. Het cycloonseizoen
staat voor de deur en hoe sneller de oversteek hoe beter.
De hoognodige zaken worden met elkaar geruild. Clive heeft
niet genoeg diesel, wij hebben nog genoeg en lenen hem drie jerrycans. Wij raken
zo'n beetje door ons water heen en vullen onze tank met water van John en Clive
die beiden een watermaker aan boord hebben. Stefan kopieert een tooltje van Chris
waarmee we weerinformatie (GRIB-files) kunnen lezen en wij voorzien de gemeenschap
van verse vis, we hebben er onderweg drie gevangen. Toch handig, dat samen zeilen.
[<< Natascha]
|