|
[Natascha >>] Overigens hebben we als back-up ook papieren zeekaarten, met de hulpmiddelen passer en parallelliniaal. Pc's kunnen namelijk net als generatoren kapot en in ons geval zit de helpdesk niet op de zesde verdieping. Dag 176, Zaterdag 22 Januari 2005
|
![]() |
[Natascha >>]
Hierboven weer een afdruk van C-Map
en zoals je ziet komen we steeds dichterbij St. Helena. Nog 716 mijl, wat bij
de huidige snelheid van gemiddeld vijf knopen neerkomt op nog vijf dagen varen.
Ook hebben we de route van St. Helena naar het Braziliaanse eiland Fernando de
Noronha (ongeveer 1.800 mijl), alvast ingetekend.
Het Happy Hour bij café "'t Foardek" begint zo. Stefan
ligt alweer te slapen dus ik ga vandaag maar alleen.
[<< Natascha]
[Stefan >>]
Gisteren hadden we net voor het eten
de spinnaker naar beneden gehaald omdat het ineens 23 knopen begon te waaien.
Een beetje te veel van het goede voor onze lichtweer held. De lucht zag er echter
best vriendelijk uit, een voorbode voor rustig weer de komende uren.
Als ik bij het wisselen van de wacht, om 02.00 uur, voorstel het blauwrode gevaarte weer te hijsen wordt dat met weinig enthousiasme ontvangen. Oké, laat dan maar even. Op mijn tweede wacht kan ik mijn ogen nauwelijks openhouden en word ik gek van het geschommel op de golven. Tijd voor wat actie. Laten we eens beginnen met de spinnaker aanslaan, dan kunnen we hem later altijd nog hijsen... Enfin, een goed half uurtje later staat hij erop en is de genua ingerold. In plaats van twee keer, nu zo'n acht keer heen en weer gelopen en met gebruik van alle ledematen en tanden heb ik het toch gefikst. Natascha had niets gemerkt, je had haar gezicht moeten zien toen ik haar om 04.30 uur wekte voor haar wacht.
Een van de inmiddels beruchte 25 pompen heeft de geest gegeven, dit keer de zoetwaterpomp voor het drinkwater. Het koper van de elektromotor is een stuk donkerder dan normaal en stinkt een uur in de wind. Die is duidelijk overleden. Geen nood, we hebben nog exact dezelfde als reserve die gebruik kan maken van dezelfde koppelingen wat het vervangen kinderlijk eenvoudig maakt.
Maar dan moet hij het wel doen! En dat doet ie dus niet. Daar sta je dan met nog zo'n 300 liter water in de tank waar je lekker niet bij kunt. Als laatste redmiddel heb ik een voetpomp die ik ertussen kan zetten. Geen risico van elektrische problemen en het lekkend O-ringetje is snel met wat Vaseline verholpen. Enig nadeel, de voetpomp kan niet echt als zodanig geïnstalleerd worden zodat ik hem met de hand moet bedienen. En laten mijn handen nu net iets minder sterk zijn dan mijn benen. Iets zegt met dat we die 300 liter niet op gaan maken...
Nu duimen dat we op St. Helena iemand vinden die iets met de pompen kan. En ik had nog wel de hoop zonder to-do lijstje aan te komen. Weer mislukt.
We zijn vandaag weer 130 mijl dichterbij St. Helena gekomen.
[<< Stefan]
[Natascha >>]
Sinds een paar dagen luisteren we trouwens
iedere avond via de HF Radio naar de Wereldomroep (6020 AM, 18.00 uur Nederlandse
tijd). Zo blijven we toch een beetje op de hoogte van wat er in Nederland en de
rest van de wereld gebeurt, al moet ik zeggen dat ik het geen geweldige nieuwszender
vind. Bij het horen van het weerbericht kijken we elkaar iedere keer weer grijnzend
aan: "Natte sneeuw en maxima van 2 graden". Het beste vermaak is leedvermaak.
Sorry jongens!
De tiende dag op zee. We hebben nog 500 mijl te gaan en C-Map liet me net weten dat we daar bij de huidige snelheid nog 15 dagen over gaan doen!!! Ja, jullie lezen het goed. Het waait namelijk niet en we doen 1 knoop (stroom mee). Stefan slaapt nog. Als hij zo meteen wakker wordt gaat de spinnaker direct omlaag (ik kan dat niet zoals Stefan in mijn eentje) en de motor aan.
Na een paar uur motoren hijsen we tegen het middaguur de spinnaker weer. Nauwlettend houden we de snelheidsmeter in de gaten. Zodra de snelheid onder de 4,5 knopen komt, gaat direct de motor weer aan. De verwachte aankomst op St. Helena is maandag of dinsdag, maar als we niet minimaal vier knopen per uur doen, duurt het zelfs nog langer.
Om precies 13.00 uur passeren we de nul graden Meridiaan (Greenwich),
op:
21° 55 Zuiderbreedte en 00° 00 Westerlengte. Erg leuk ook dat bord hier midden
op de oceaan met: "Welkom op het Westelijk Halfrond".
De hele nacht staat de herrieschopper aan. Gelukkig zijn we zo moe dat we toch wel slapen. Om 07.00 uur hebben we nog 400 mijl te gaan. Waarschijnlijk komen we in de loop van dinsdag aan op St. Helena. Het ziet er niet naar uit dat we vandaag ook nog maar een zúchtje wind krijgen.
Hé, een schip! Het tweede schip tot nu toe. Het is een groot vrachtschip dat op zo'n drie mijl afstand met ons op vaart. Waar zou hij naar toe gaan? West-Afrika, Noord- of Zuid-Amerika of misschien Europa? Vreemde gewaarwording na zoveel dagen alleen op de oceaan.
Om wat te doen te hebben bak ik voor het eerst in mijn leven koekjes. "Gezonde" koekjes met olijfolie in plaats van boter en rozijntjes, appelmoes, vanille en koekkruiden. Volgens mij zijn ze redelijk goed gelukt, Stefan zit er in ieder geval goed van te kanen.
We
vinden het weer eens tijd om de vislijnen uit te gooien. De eerste poging tijdens
deze trip want de afgelopen dagen hadden we nog niet zo'n zin in vis. Eens kijken
of het vandaag wil lukken. Om onze kans wat te vergroten gooien we drie lijnen
uit: De hengel met molen en twee handspoelen. En ja hoor, na een paar uur is het
inderdaad raak. De dorade heeft zijn keuze laten vallen op onze meest populaire
lure, een houten visje dat ooit blauw met geel was. Voortgetrokken door de boot
zwemt deze precies als een visje. Hoeveel vissen we er al mee gevangen hebben
weten we niet meer, veel in ieder geval. De tandafdrukken in het ding zijn het
bewijs. The lethal lure strikes again! We eten hem Sweet & Sour met sojasaus,
azijn, suiker, gemberwortel, knoflook, ananas(sap) en stukjes wortel. Om je vingers
bij af te likken!
Het is nu echt aftellen geblazen, nog 270 mijl te gaan, nog twee dagen. Oké, het gaat dan wel niet hard, maar dit is wel een heerlijk relaxte passage. Geef mij ze maar zo hoor, liever 13 dagen op een makkelijke manier (lees: een rustig, vlak liggende boot, geen zeeziekte, nauwelijks omkijken naar de boot en de zeilen, lekker weer), dan 10 dagen zwoegen. Misschien moeilijk voor te stellen, maar we vervelen ons totaal niet en de dagen vliegen voorbij.
Zo zien onze dagen op zee er ongeveer uit:
07.00 - 08.00 uur
Officieel einde nachtwacht Natascha. Stefan mag lekker doorpitten, Natascha is
nu toch wakker. Positie opschrijven in logboek en weerfax via HF radio op de PC
binnenhalen.
08.00 - 09.00 uur
Stefan wordt wakker, ontbijt met crackertje en kop koffie/thee. Tegelijkertijd
de generator draaien voor de koelkast/vriezer en de acculader.
09.00
- 13.00 uur
Een combinatie van de volgende dingen: Lezen, zonnen (Natascha), brood of iets
anders lekkers bakken (Natascha), zeilen wisselen, klussen, vislijnen uitgooien
(Stefan), lunch.
13.00 - 16.00 uur
Positie opschrijven in logboek en afgelegde afstand laatste etmaal berekenen.
Een combinatie van de volgende dingen: Douchen, lezen, klussen, zeilen wisselen,
verslag voor de website bijwerken en vis fileren (Stefan's werkje, als we er een
gevangen hebben natuurlijk).
16.00 - 17.00 uur (vaak al eerder)
Happy Hour met happen en dranken en filosoferen/brainstormen/fantaseren over de
ideale boot (kan trouwens op ieder moment van de dag). We beginnen al een aardig
idee te krijgen en kunnen één ding zeggen: "Dat gaat goed geld kosten!"
Het zal dus nog wel even duren voordat we dat bij elkaar gespaard hebben.
17.00 - 18.00 uur
Een druk uurtje. Koken, generator draaien, eten en afwassen.
Gelukkig hebben we weer voldoende wind om te zeilen. De hele dag hebben we de spinnaker staan en in zo'n tien knopen wind behalen we een snelheid van vijf knopen gemiddeld.
We hebben onze horloges nog staan op Zuid-Afrika tijd, maar
omdat we inmiddels 1.000 mijl westelijker zitten, zouden we de klok eigenlijk
twee uur terug moeten zetten. We hadden besloten om dit pas op St. Helena te doen,
zodat ons wachtritme niet verstoord zou worden. Ik vond dat een logisch idee,
maar inmiddels toch wat minder. Het is nu 's avonds namelijk pas twee uur later
donker en 's ochtends twee uur later licht. Omdat Stefan de avondwacht heeft en
ik die in de ochtend, zit Stefan dus twee uur minder in het donker en ik twee
uur meer. Daarbij komt dat ik 's avonds om 19.00 uur niet kan inslapen omdat de
zon nog volop schijnt en Stefan 's ochtends lekker twee uur langer doorpit. Voel
je hem? Maar ik haal mijn slaap overdag wel in hoor. Om 07.00 uur is het nog 145
mijl naar St. Helena. We verwachten morgenmiddag aan te komen.
[<< Natascha]
[Stefan >>]
Tijdens deze passage zijn we ons gaan
realiseren dat deze levensstijl toch wel erg goed bij ons past; de vrijheid, het
een zijn met de natuur en de zee, de rust aan boord, het zien van bijzondere plekken
en alle tijd voor elkaar. Voeg daarbij het plezier om je boot optimaal te trimmen
zodat hij lekker zeilt en hem te vertroetelen zodat hij ook goed voor jou blijft
zorgen en het plaatje is compleet. Zeker gezien alle investering is een jaar eigenlijk
te kort en we dromen nu al van een tweede, langere reis, misschien wel rond de
wereld. Al zal dat nog wel tien tot vijftien jaar kunnen duren.
[<< Stefan]
[Natascha >>]
Langzaam
wordt het licht. Precies een half jaar en 8.500 mijl na vertrek uit Singapore,
bevindt Espiritu zich dertig mijl van de Britse kolonie St. Helena. Ik speur de
horizon af om te kijken of ik al land zie. Zowaar, heel in de verte lijkt het
of ik een berg uit de zee zie opdoemen. Helemaal zeker ben ik nog niet, het kunnen
ook wolken zijn. Op de boeg wrijf ik eens goed in mijn ogen en tuur weer naar
die oneindige blauwe streep. Ja, ik zie het toch goed, voor me ligt St. Helena.
Ik heb de neiging om heel hard: "Land in zicht!" te roepen, maar weet me in te
houden. Stefan ligt namelijk nog in diepe rust.
Ik
kan niet wachten om voet aan land van deze unieke plek te zetten, het meest afgelegen
eiland ter wereld. Als een speldenknop liggend middenin de enorme Zuid-Atlantische
oceaan, in afwezigheid van een vliegveld slechts bereikbaar per schip.
Om 14.00 laten we het anker zakken in de enige haven van het eiland, met de toepasselijke naam "The Anchorage". Er liggen hier nog twee andere boten die we kennen: de Deense boot Joy en de Finse boot Tikki. Niet echt overbevolkt dus, net als het eiland zelf met zijn 5.000 inwoners.
Wanneer
we vanuit het haventje via een poort het stadje Jamestown binnenlopen, voelen
we ons net Alice in Wonderland die via een konijnenhol een betoverde wereld instapt.
Een wereld van honderd jaar terug, waarin files, criminaliteit en mobiele telefoons
onbekend zijn. Vanaf zee lijkt het vulkaaneiland een kale, onvruchtbare rotspartij,
maar binnen de muren van dit fort openbaren zich groene heuvels en valleien, tropische
bossen, watervallen en weilanden.
St. Helena is een klein eiland van tien bij zeventien kilometer. Vanwege de unieke ligging heeft het eiland een belangrijke rol in de geschiedenis vervuld. Ontdekt door de Portugezen in 1502 en in handen van Engeland sinds 1659, was het een ideale tussenstop voor de Oost-Indië vaarders. De meest beroemde inwoner was Napoleon, die in 1815 naar deze uithoek van de wereld verbannen is.
Jamestown
is het enige stadje op St. Helena en heeft 900 inwoners. Het bestaat uit slechts
twee straten en ligt in een vulkaanvallei van nog geen honderd meter breed. Alles
is er te vinden: Een SPAR, een toeristenbureautje, een videotheek, een paar pensionnetjes,
een hotel, een tandarts, een ziekenhuis, een paar lagere scholen, een middelbare
school etc. Bij Cable & Wireless, de telecomprovider van St. Helena, kunnen we
internetten. Duur maar wel lekker snel. Alleen erg jammer dat we geen bestanden
mogen uploaden. Hadden we het verslag zo netjes bijgewerkt, moeten we tot Brazilië
wachten. Balen!
Er rijden in verhouding veel auto's rond, dat is ook wel logisch met al die steile wegen. Grappig, we zien een paar eencijferige nummerplaten. Het is erg rustig op straat. Iedereen groet elkaar en er heerst een erg vriendelijk sfeertje. Bij Ann's Place, populair onder locals en yachties, leveren we een paar zakken vuile was af en eten een hamburger. Het hangt er vol met vlaggen van allerlei landen, herinneringen aan vorige bezoekers en in een doos ligt een stapel gastenboeken daterend vanaf 1979! Ann's Place is een begrip op St. Helena.
Via
de Jacobs Ladder met zijn 700 treden klimmen we naar de top van "Ladder Hill".
Vroeger liep hier een door ezels aangedreven treintje over waarmee mest omhoog
werd vervoerd. Een stevige klim met bovenop een prachtig uitzicht over de zee
en de haven.
Terug op de boot biedt handige Hans van Joy aan om naar de twee kapotte zoetwaterpompen te kijken. Na een uurtje sleutelen blijkt dat een van de twee niet meer te repareren valt en van de andere is de elektromotor ook bijna op zijn einde. Hans krijgt hem weer aan de praat, maar de vraag is hoe lang hij het blijft doen. Op het eiland is geen nieuwe pomp te krijgen, laten we hopen dat deze het tot Brazilië uithoudt. Via West Marine in de US gaan we een nieuwe bestellen die we in Brazilië laten afleveren. Eens even uitpluizen waar we dat het beste kunnen laten doen. We nodigen Andrew en Rita van Tikki en Hans uit voor een borrel. Aardige mensen, Andrew en Rita, alleen erg moeilijk communiceren met Rita die nog geen drie woorden Engels spreekt. Wij spreken nog minder Fins, dus Andrew heeft de hele avond voor tolk gespeeld.
Stefan heeft de halve nacht wakker gelegen van het gerol en
geklots en dat is te merken aan zijn humeur vanmorgen. De ankerplaats hier is
toch wel een minpunt. We hadden gedacht hier tot zaterdag of zondag te blijven,
maar overwegen nu om morgen te vertrekken.
Vandaag neemt "Saint Robert" (inwoners van St. Helena worden
ook wel "Saints" genoemd) ons - samen met Hans, Rita en Andrew - in zijn taxi
mee op pad voor een tour rond het eiland. De taxi is een open bakkie met een tentje
erop dus de airco is gratis. Robert is een van de oudere inwoners van het eiland
en is 28 jaar buschauffeur geweest. Vanzelfsprekend kent iedereen hem en om de
haverklap gaan er vriendelijke handen de lucht in. Robert vraagt ons of het oké
is dat de tour zo'n drieënhalf uur duurt. "Geen probleem, we hebben alle tijd".
(Uiteindelijk neemt hij ons maarliefst vijf uur mee op sleeptouw).
Via Napoleon Street rijden we een weggetje omhoog naar het uitkijkpunt
"Two Gun Saddle", vanwaar we een mooi uitzicht hebben over Jamestown en James
Bay. Miljoenen jaren geleden is St. Helena ontstaan uit een vulkaanuitbarsting.
Erosie heeft in de loop der jaren de top doen afvlakken en de ruige, grillige
vormen gecreëerd. Op de vruchtbare hellingen zijn prachtige bossen en weides ontstaan.
Toen keizer Napoleon in 1815 op het eiland aankwam, was hij hevig teleurgesteld bij het zien van de boerderij ("Longwood House") waar hij zou komen te wonen. Tja, meneer was natuurlijk de meest luxueuze paleizen gewend. De boerderij zou worden opgeknapt en uitgebreid voor Napoleon en zijn twintig personeelsleden. In de tussentijd woonde hij in het op een heuveltje gebouwde "Briars Pavillion", dat we als eerste bezoeken. Het huisje heeft slechts één kamer, maar wel met fantastisch uitzicht.
Longwood House is een stuk ruimer met negen kamers inclusief
een bibliotheek en biljartzaal. Voor een potje biljart was de man echter te depressief,
zodat de biljarttafel alleen gebruikt werd door zijn personeel. In 1819 werd Napoleon
ernstig ziek en twee jaar later stierf hij in Longwood House. De historici zijn
het niet eens over de doodsoorzaak: Maagkanker, een leverziekte of vergiftiging.
Volgens onze Zuid-Afrikaanse gids en Napoleonfanaat - een boeiende verteller -
is Napoleon overleden aan maagkanker. De graftombe op het eiland is nu leeg, in
1840 is het lichaam overgeplaatst naar "Les Invalides" in Parijs.
Vol trots rijdt Robert ons van het ene naar het andere plekje
en vertelt honderduit. Zo zien we een paar satellietschotels, gebouwd in 1995,
die de connectie van de eilandbewoners met de buitenwereld enorm vergroot hebben
met de introductie van TV. Internationaal bellen kan ook pas sinds een paar jaar
en mobiele telefonie is nog onbekend op St. Helena. Al dertig jaar wordt er gesproken
over een vliegveld, maar veel verder dan praten is het nog steeds niet gekomen.
Het zou gefinancierd moeten worden door de UK en die ziet er duidelijk de noodzaak
niet van in. Hoewel een vliegveld de mobiliteit van de bevolking en het toerisme
flink zou doen toenemen, hoeft het van Robert niet zo nodig; de ongereptheid van
het eiland zou erdoor verloren gaan.
Voor de aanvoer van produkten zijn de Saints volledig afhankelijk
van het postschip, de "RMS St. Helena", met route: Kaapstad - St. Helena - Ascencion
(met vliegveld) - UK. Dit schip komt twee keer per maand aan en neemt ook een
handjevol toeristen mee. We zijn verbaasd over het feit dat St. Helena zo'n beetje
alles importeert uit Zuid-Afrika, zelfs basisprodukten zoals groente, fruit, suiker,
bloem, eieren en vlees. Waarom ze niet een stel kippen op het eiland loslaten
voor verse eitjes en kipfilet is ons volledig onduidelijk. En hoewel er 2.000
koeien rondlopen zijn verse melk en melkprodukten niet te krijgen op het eiland.
De runderen worden gehouden voor het vlees, melkproduktie vindt men te arbeidsintensief.
De mensen moeten het maar doen met houdbare melk en de ongezonde "condensed milk".
We brengen een bezoek aan Jonathan, de oudste inwoner van St.
Helena. Jonathan is een reuzenschildpad van ruim 170 jaar! Hij slijt zijn oude
dag in de tuin van "Plantation House" - de gouverneurswoning - samen met zijn
vier jongere vriendjes. Robert leert ons een trucje. Als je zachtjes met de onderkant
van je voet over zijn achterpoot wrijft, gaat Jonathan staan. Ik weet niet of
hij het echt leuk vindt, maar wij vinden het erg grappig.
We rijden nog even langs High Knoll Fort, Prince Andrew School (de middelbare school) en het wijkje "Half Tree Hollow", waar Robert woont en nemen dan afscheid van onze taxichauffeur. We gaan met z'n vijven lunchen bij Ann's Place en pikken meteen onze was op. Jemig, dat is big business voor Ann, ze rekent er 12 Pond (bijna 20 Euro) voor! Dat is drie keer zo duur als in Zuid-Afrika! Hans kan e-mail versturen via zijn HF radio en gaat proberen het verslag naar Eugène te mailen. Met een beetje geluk hoeven jullie dan niet tot Brazilië te wachten voor een update. De onrustige ankerplaats doet ons besluiten om morgenmiddag te vertrekken. Zo groot is het eiland nu ook weer niet, het belangrijkste hebben we wel gezien. Op naar het Braziliaanse eiland Fernando de Noronha, een paradijsje volgens diegenen die er geweest zijn, vergelijkbaar met Cocos Keeling. Dat wordt weer duiken! Dit wordt de langste passage tot nu toe, ruim 1.700 mijl. Hopelijk krijgen we wat meer wind dan tijdens de afgelopen passage en zijn we er binnen twee weken.
Nadat Stefan in Durban naar de kapper was geweest en met een toch wel vrij bijzondere coupe terugkwam, mag ik het vandaag weer eens proberen onder het mom van: "Als ik dan toch verknipt word, dan liever gratis." In een mum van tijd heeft Stefan weer een fris koppie en het resultaat is zeker niet slecht. Oefening baart kunst, als we straks terug in Nederland zijn, wil hij vast niet anders meer...
Voordat
we vanmiddag vertrekken willen we nog even naar het museum. Ook willen we bij
West Marine een zoetwaterpomp bestellen, want de kans is groot dat de opgelapte
die er nu inzit het snel begeeft. Eerst naar Cable & Wireless dus. Via internet
bestellen we een pomp en geven als afleveradres het hotel met jachthaven: "Marina
Park" in Fortaleza op. Hier verwachten we over een week of drie aan te komen.
Hopelijk gaat dat goed want tot nu toe hebben we niet zulke goede ervaringen met
het laten versturen van pakjes.
Na het uitklaren, nog een paar boodschappen en het vullen van onze watertank - plus 75 liters in jerrycans indien we zonder pomp komen te zitten - gaan we naar het museum. Uitbundig worden we ontvangen door twee schattige dametjes, wij zijn de eerste bezoekers vandaag.
"Where are you from?", vraagt een van de twee.
"From the Netherlands."
"Oh, really? Which one?"
"Holland"
Ze knikt enthousiast. "I was there long time ago."
Als we haar vertellen dat we hier met onze eigen boot zijn,
kijkt ze ons verbaasd aan.
"But you don't look like yachties..."
"Well, how is a yachtie supposed to look like then?"
Ze bekijkt ons nog eens goed en antwoordt dan voorzichtig:
"Well, more sunburned and maybe different clothes".
Waarschijnlijk dacht ze ook: "Shabby and older..."
We vatten het maar als een compliment op.
Het
museum is klein, maar alles is met aandacht en op een persoonlijke manier tentoongesteld.
Onder andere het servies en andere opgedoken spullen van het wrak "de Witte Leeuw".
Toen dit Nederlandse schip in de 17e eeuw op het eiland aankwam en twee Portugese
schepen probeerde te plunderen werd het vakkundig gebombardeerd door de Portugezen
en kwam op de bodem van de oceaan terecht. Boontje komt om zijn loontje.
Inmiddels zijn er drie jachten bijgekomen, die ook allemaal
naar Fernando de Noronha gaan. Wij lichten als eerste het anker, Tikki en Joy
vertrekken morgen. Uitgetoeterd en uitgezwaaid door de rest zet Espiritu om 17.00
uur koers richting Brazilië. Tegen zonsondergang is het hoge eiland nog steeds
erg goed te zien. Een prachtig gezicht, als de zon er zo op schijnt.
[<< Natascha]
Copyright © 2003-2005 Stefan en Natascha Verweij.
Web site design and maintenance, a service from Hollandia
Home Services Pte Ltd