St. Helena (Atalantische Oceaan) - Fortaleza (Brazilië)
Dag 190, Zaterdag 5 Februari 2005
15° 20.1' S 06° 53.0' W
Atlantic Ocean
We krijgen onze zeebenen weer vlot terug. Eigenlijk zijn we
ze niet eens kwijt geweest na die paar dagen aan land. We hebben wind, dus dat
is mooi. Met ruim 15 knopen wind zeilen we de hele dag met grootzeil en genua
op. Wanneer de wind 's avonds afneemt tot 10-12 knopen hijsen we de spinnaker,
die we de hele nacht laten staan. In de eerste 24 uur leggen we 135 mijl af. Tikki
en Joy zijn inmiddels ook vertrokken en zitten 100 mijl achter ons.
[<< Natascha]
Dag 191, Zondag 6 Februari 2005
14° 35.1' S 09° 05.4' W
Atlantic Ocean
[Stefan >>]
We hebben niet zoveel te melden vandaag.
Geen bootproblemen (gelukkig), geen zeeziekte (ook gelukkig), we vangen geen vis,
we zien geen dolfijnen. De wind is variabel, zowel qua richting als qua sterkte.
We zijn constant bezig met zeilen wisselen, gijpen, zwaard omhoog lieren (zwaar
werk), weer naar beneden laten en de motor aan- en uitzetten. Beetje zon, beetje
regen, beetje lezen, beetje slapen. Gewoon zo'n dag van: Verstand op nul en doortuffen
maar. De eerste 270 mijl zit er weer op.
[<< Natascha]
Dag 192, Maandag 7 Februari 2005
13° 17.0' S 10° 34.1' W
Atlantic Ocean
[Natascha >>]
We varen lekker door. Met de spinnaker
op klokken we 's nachts en 's ochtends gemiddeld 7 knopen. Later op de dag zakt
het af naar 5 knopen. De motor hoeft in ieder geval niet aan. Lekker rustig.
Er komt een hele berg sms-jes binnen.
We stormen beiden naar de telefoon. (Hoezo desperate?) Bedankt allemaal! Blijkbaar
is het Hans gelukt om het verslag naar Eugène te mailen. Mooi zo. Het blijft jammer
dat we niets terug kunnen sturen, maar we ontvangen ze dus wel en vinden het een
erg leuke onderbreking. Want het is maar lang hoor, twee weken op zee. En zeker
twee keer twee weken met maar een korte stop tussendoor. En dan zijn er mensen
die non-stop rond de wereld zeilen. Daar kan ik de lol werkelijk niet van inzien!
Ik
durf het bijna niet te zeggen, maar de zoetwaterpomp houdt het nog steeds vol,
zij het zuchtend en steunend. Na gebruik zetten we nu wel steeds de schakelaar
uit, want omdat de motor niet meer goed is blijft deze anders doorlopen en raakt
oververhit. Natuurlijk ben ik dat al een paar keer vergeten, maar inmiddels gaat
het goed. Zolang hij het blijft doen kunnen we ons lekker iedere dag douchen.
Die douchezak werkt trouwens grandioos. 's Ochtends vullen we hem, leggen hem
in de zon en een paar uurtjes later hebben we een heerlijk warme douche. En je
verbruikt er maar weinig water mee; nog geen 4 liter per douche.
Dag 193, Dinsdag 8 Februari 2005
12° 05.0' S 12° 05.0' W
Atlantic Ocean
Espiritu bevindt zich in de vroege ochtend op de mooie positie
12° 05, zowel zuid als west. Grappig. We hebben op dit moment nog 1.300 mijl te
gaan. Ik verveel me te pletter tijdens mijn nachtwacht en sta om vijf uur 's ochtends
deeg te kneden voor scones. Serieus! Ik ga Stefan straks met een lekker ontbijtje
verrassen.
We zitten weer op dezelfde breedtegraad als Cocos Keeling en
Noord-Madagaskar en dat is te voelen ook. Dit zijn weer aangename temperaturen!
Het is met name fijn dat het 's nachts niet meer zo fris is. De muts en fleecetruien
liggen alweer geruime tijd opgeborgen en de slaapzak heeft plaats gemaakt voor
een laken. Terug in de tropen, heerlijk! Ook het water nodigt uit voor een duik
met een temperatuur van 26,4 graden (was 15,5 graden in Kaapstad).
De wind laat het afweten vandaag. Een enkele keer zien we de
windmeter naar 10 knopen oplopen, maar het grootste deel van de dag waait het
maar 6 tot 8 knopen of zelfs nog minder en klokken we onder de vier knopen. 's
Middags zetten we de motor een paar uur aan, maar de rest van de dag dobberen
we voort met de spinnaker op.
[<< Natascha]
Dag 194, Woensdag 9 Februari
2005
11° 11.1' S 13° 40.0' W
Atlantic Ocean
[Stefan >>]
We gaan niet hard genoeg naar mijn zin.
De afgelopen 24 uur hebben we slechts 100 mijl afgelegd. Nog 1.200 te gaan. Het
waait maar 6 knopen en we kruipen voort met 3,5 knoop per uur. Dat schiet dus
niet op. Ik zou eigenlijk de motor willen starten, maar zolang het niet volledig
windstil is houden we de spinnaker er toch op omdat we simpelweg niet genoeg diesel
hebben om de rest van het stuk te motoren. Op een hele dag (+ drie uur generator)
verbruiken we 50 liter. Met een tankinhoud van 350 liter kunnen we dus maximaal
zeven dagen motoren en bij deze snelheid hebben we nog zeker 11-12 dagen te gaan.
Wanneer we de 800 mijl-grens gepasseerd zijn, hebben we genoeg
brandstof om 75% van de tijd te motoren en dan zouden we hem wel wat vaker kunnen
gebruiken. Stel je voor dat we de laatste 800 mijl vrijwel geen wind hebben, dan
dobberen we daar met twee knoopjes per uur en als je dan geen brandstof meer hebt,
baal je pas echt. Dan komen we zelfs met het water in de problemen.
Intussen willen de vissen nog niet echt bijten. Waar we in de
Indische Oceaan en met name in Madagaskar de ene vis na de andere uit het water
haalden, blijven de lijnen nu treurig slap hangen. Het lijkt wel of ze ons lokaas
niet lusten. Inmiddels heb ik vier lijnen uithangen, tot dusver met bijzonder
weinig resultaat. Die ene keer dat we beet hadden, had ik het niet in de gaten
en heeft de vis de lijn gebroken - dat is dus twee keer min (nu geen plus).
Dat vissen gaat trouwens erg eenvoudig. Gewoon een lijn op een
handspoeltje aan de boot vastgemaakt met een sterk stuk elastiek zodat de lijn
niet breekt van de plotselinge schok als een vis bijt. Een hengel is alleen handig
voor grotere vissen omdat de molen een slipkoppeling heeft die boven 25 kg trekkracht
lijn vrijgeeft teneinde deze niet te breken. Nadeel is dat je de boot eigenlijk
stil moet leggen als je beet hebt omdat de bootsnelheid alleen al voor teveel
tractie zorgt. En dat is met name met de spinnaker vrijwel onmogelijk. Voor alle
zeilers in spé, vergeet die dure hengel en koop gewoon twee handspoeltjes met
flink wat 200 ponds-lijn. Wij hebben al flink wat joekels gevangen en er pas twee
verloren aan een gebroken lijn en een enorm zware kingfish heeft de haakjes een
keer opengebogen.
Als aas (ofwel "lures") gebruiken we houten kunstvisjes
of plastic inktvisjes die zo zijn geconstrueerd dat ze net aan de oppervlakte
zwemmen. Dit is precies het gedrag van een zieke vis die niet echt meer kan duiken
en in paniek aan de oppervlakte aan zijn belagers tracht te ontkomen. Het te gebruiken
type lure hangt met name af van de bootsnelheid; sommige zwemmen juist mooi bij
lage snelheden en andere hebben wat meer waterstroming nodig om het natuurlijk
gedrag van een echte vis na te bootsen. Je kunt ook zelf wat fabriceren met plastic
zakjes en een haakje maar ik denk dat de investering in een goede bak met lures
zijn geld zeker opbrengt.
18.00 uur: Wind!!! 14-15 knopen en onze snelheid vliegt omhoog
naar 7,5 knopen. Dit is wat we willen zien! Bij deze snelheid zouden we over een
dag of 7 in Fernando de Noronha kunnen zijn. Theoretisch dan...want helaas, dit
blijft waarschijnlijk niet zo.
[<< Stefan]
Dag 195, Donderdag 10 Februari
2005
10° 14.0' S 15° 34.8' W
Atlantic Ocean
[Natascha >>]
We mogen in onze handjes knijpen. De
wind is nog steeds tussen de 10 en 15 knopen. Ondanks dat we gisteren overdag
nauwelijks zijn opgeschoten, zijn we de afgelopen 24 uur toch 130 mijl verder
gekomen en daarmee is het nu nog 1.070 mijl naar Fernando de Noronha.
Zittend
op het voordek genieten we van de weidsheid van de oceaan. Wat is het toch bijzonder
om te kunnen kijken zover als je wilt. Sinds ons vertrek uit St. Helena hebben
we nog geen ander schip gezien. Wat een rust, deze oceaan is helemaal van ons.
Onvermoeibaar laat Espiritu mijl na mijl achter zich, onder een prachtige hemel
van ronde mooiweer-wolkjes die weerspiegeld worden in het diepblauwe water (Stefan
noemt het "pufjes"). Deze zogenaamde cumuluswolkjes zijn typerend voor
de passaat en duiden op stabiele wind. Wat zullen we dit allemaal nog gaan missen.
Het mooie weer, het onophoudende geluid van kabbelend water tegen de boot en de
zachte nachten met een volstrekt heldere hemel en sterren tot aan de horizon.
Vannacht zag ik een vallende ster en heb natuurlijk een wens gedaan.
Rond het middaguur zakt de wind weer naar 7 knopen. Helaas,
helaas! Nog net genoeg om de spinnaker gevuld te houden. Happy Hour begint iedere
dag vroeger, vandaag al om half drie. Een Happy 2,5 Hour dus eigenlijk.
Zoals iedere dag hebben we om 18.00 uur radiocontact met de
andere boten die op weg zijn naar Brazilië. Het gaat er bij Jori, Joy en Tikki
net zo relaxed aan toe (lees: lichte wind) als op Espiritu. De afstand tussen
ons en de anderen wordt iedere dag groter. Jori ligt nu 440 mijl achter ons, Joy
175 en Tikki 130. Zie hier het voordeel van een grotere boot die enerzijds sneller
is en anderzijds een grotere dieseltank heeft zodat de motor vaker aan kan. Volgens
Hans, die recente weerinformatie heeft, staat ons de komende twee dagen 15 knopen
wind te wachten. Dat zou heel erg welkom zijn. Henk en Marjolein van Jori zijn
overigens niet op weg naar Fernando de Noronha, maar naar het iets zuidelijker
gelegen Natal. Hopelijk zien we ze nog in Fortaleza, anders verderop.
Dag 196, Vrijdag 11 Februari 2005
09° 23.2' S 17° 09.7' W
Atlantic Ocean
Het grootste deel van de nacht staat de motor aan. In de vroege
ochtend trekt een aantal buien over die gepaard gaan met wind. Als Stefan straks
wakker is kan de spinnaker er wel weer op. Wat ben ik blij dat deze in Durban
is gemaakt, want zonder spinnaker ben je echt nergens met deze lichte wind pal
van achteren. Met grootzeil en genua zou je nu gek worden van het geflapper plus
het zou een verlies aan mijlen betekenen omdat we geen rechtstreekse koers zouden
kunnen varen. Om 07.00 uur is het nog 965 mijl. We zijn er bijna, we zijn er bijna,
maar nog niet helemaal...!
Het lijkt erop dat Hans gelijk had, de hele ochtend worden we
getrakteerd op 12 tot 18 knopen wind en maken een snelheid van 7 knopen met uitschieters
naar 8. Ik pak C-Map er maar weer eens bij, nieuwsgierig naar onze voortgang.
Hieronder zie je een afdruk van 10.30 uur. Je ziet een aantal blauwe bolletjes,
in de volgorde: St. Helena, Fernando de Noronha, Fortaleza en Îles Du Salut. Espiritu
zit bijna halverwege St. Helena en Fernando de Noronha. Het tabelletje rechts
geeft aan (waarschijnlijk niet te lezen) dat we nog 943 mijl te gaan hebben en
dat we daar bij de huidige snelheid (over de grond) van 8,2 knopen nog 6 dagen
en 1 uur over zullen doen. Als dat toch eens waar mocht zijn...dan hoor je ons
niet klagen...
[<< Natascha]
[Stefan >>]
En Natascha was nog wel zo blij met
die spinnaker. Nou, laat mij maar weer de brenger zijn van het slechte nieuws:
We hebben het gepresteerd om hem voor de tweede keer op te blazen.
Al de hele dag hadden we regenbuien met een wat draaierige wind,
steeds niet harder dan 16 knopen; vlagen die de autopilot nog prima kan opvangen.
Laat in de middag zie ik een wat donkerdere wolk aankomen die me aan het twijfelen
brengt; spinnaker naar beneden halen of nog even aankijken? Nog even aankijken
dan, maar met een scherp oog op de windmeter. We zitten al middenin de bui en
de wind schommelt nog steeds tussen de 12 en 15 knopen; niets aan de hand. Maar
dan neemt hij ineens zo snel toe tot 20 knopen dat de autopilot te laat is met
zijn reactie zodat we heftig oploeven, wat de schijnbare wind - en dus kracht
- nog verder toe laat nemen, nu 26 knopen. Ik gooi direct de autopilot los om
handmatig te corrigeren maar het is al te laat. Een fel geklapper betekent het
einde van de spinnaker. Stom, stom, stom had ik nu maar wel... Stomme eigenwijs!
Als
we de zooi in de kuip hebben gehaald lijkt de schade wel repareerbaar. De scheur
heeft slechts 50 cm doek gepakt en is daarna over de naad verder gegaan; een soortgelijke
schade als de vorige keer. Het zal echter zeker tot Trinidad duren eer we een
vakkundige zeilmaker vinden. Voorlopig eerst maar eens een biertje als chagrijn
medicijn - en de derde begint inderdaad te werken. We zijn er bijna, we zijn er
bijna, maar nog niet helemaal!
Dag 197, Zaterdag 12 Februari 2005
08° 34.8' S 19° 04.1' W
Atlantic Ocean
Nog 845 mijl. We zijn een week onderweg en de helft zit erop.
In afwezigheid van de spinnaker gaan we verder op de oude vertrouwde manier die
de meeste cruising boten toepassen: "Wing-on-wing" met het grootzeil
aan bakboord gefixeerd met een bulletalie (ter voorkoming van gijpen) en de genua
aan stuurboord op de boom. Met 15 knopen wind lopen we toch nog 6 knopen bootsnelheid
- hadden we dat nu gisteren maar ook gedaan...
Enig nadeel: Het geklapper van het grootzeil als de wind onder
de 11 knopen zakt gaat door merg en been, iets wat zo zijn weerslag heeft op mijn
humeur. Maar allas, iedereen schijnt zijn zeilen zo te slopen dus laten wij dat
dan ook maar doen. We zullen het er maar op houden dat het spul er voor gemaakt
is.
Geluk
bij een ongeluk: Mijn vader meldde over de Iridium telefoon dat we de komende
7 dagen tussen de 10 en 20 knopen wind zullen hebben, aanzienlijk meer dan de
Zuid-Atlantische Oceaan ons tot dusver heeft gegeven. Nu maar duimen dat die voorspellingen
uit willen komen. En anders maken we er gewoon een motorboot van, vanaf hier kunnen
we driekwart motoren en die laatste kwart zeilen we altijd wel.
[<< Stefan]
[Natascha >>]
"...zijn weerslag heeft op mijn
humeur." is wel een understatement zeg! Ik word 's nachts wakker van een
enorm gevloek en getier vanuit de kuip. Vrij zinloos, want je bereikt er volstrekt
niets mee, behalve dan dat ik ook chagrijnig word. Gelukkig trekt de wind even
later weer aan en keert de rust terug op Espiritu.
Ik ga maar weer eens brood bakken. Dat is trouwens reuze makkelijk
met de broodbakmachine. Niet dat het zonder machine nou zo ingewikkeld is, maar
het geeft zo'n geknoei op de boot. In Singapore heb ik 70 zakken kant-en-klaar
mix voor de broodbakmachine gekocht. Verpakt in plastic dus goed beschermd tegen
beestjes en vocht. Niet goedkoop, maar enorm goed spul en vooral erg gemakkelijk.
Je hoeft alleen maar wat water in de bakvorm te doen, de mix toe te voegen en
de inhoud van het bijgevoegde zakje gist. Allerlei varianten zijn mogelijk door
toevoeging van ingrediënten zoals rozijntjes, kaas en ui, knoflook, olijven, zongedroogde
tomaatjes, kruiden etc. De machine doet verder het werk: Kneden, rijzen en bakken.
Om tijdens het zeilen elektriciteit te besparen, laat ik de machine kneden en
rijzen, maar bak het brood in de oven. Dat is zelfs nog lekkerder eigenlijk want
het brood krijgt een mooiere korst in de oven.
Reuze makkelijk dus. Voor de meesten dan, want er schiet me
ineens iets te binnen. In Singapore kwamen we op een avond redelijk aangeschoten
thuis en ik vroeg Stefan om nog even water en broodmix in de machine te doen en
de timer in te schakelen. Op deze manier zouden we 's ochtends gewekt worden door
de heerlijke geur van versgebakken brood, een aanlokkelijk idee. Hoewel Stefan
liever zijn bedje op zou zoeken, ging hij toch aan de slag. Het was volgens Natascha
namelijk zo simpel als wat en zo gepiept.
De volgende ochtend werden we inderdaad gewekt door de geur
van brood. Maar wat een teleurstelling, het exemplaar was zo klein en hard als
een tennisbal. Hoe kon dat nu? Bij nadere inspectie zag ik iets uit het broodje
steken. Nee hè! Het was het zakje gist, nog ongeopend. Stefan keek me vol onschuld
aan: "Je zei toch dat ik de zak met mix gewoon in de pan kon leeggooien?"
[<< Natascha]
[Stefan >>]
De wind houdt lekker aan met 15 tot
20 knopen en 's middags om 16.00 uur proosten we op de 1.000 mijl die we sinds
vertrek uit St. Helena afgelegd hebben. 1.000 mijl in 8 dagen, geen recordtijd,
maar wat wil je met zulk licht weer. Dan geef mij de Indische Oceaan maar; met
25 knopen ruime wind dagenlang boven de 8 knopen scheuren - dat is meer mijn werk.
[<< Stefan]
Dag
198, Zondag 13 Februari 2005
07° 14.6' S 21° 00.0' W
Atlantic Ocean
[Natascha >>]
Het lijkt wel alsof Neptunus een beetje
medelijden met ons heeft nu we het zonder spinnaker moeten stellen en ons als
doekje voor het bloeden wat extra wind geeft. Vanaf het moment dat de spinnaker
scheurde is de wind namelijk toegenomen tot een stabiele 15 tot 20 knopen en het
lijkt erop dat dit nog wel even aanhoudt. Sowieso teveel wind dus voor de spinnaker
en met het grootzeil op en de genua aan de andere kant uitgeboomd stuiven we op
ons doel af. Espiritu haalt met gemak snelheden van 7-8 knopen, de snelheidsmeter
laat zelfs een maximum zien van 9,2 knopen! Om 07.00 hebben we nog 712 voor de
boeg.
De watertemperatuur is inmiddels opgelopen naar 27,5 graden.
Mmmm...en die zal best nog wel verder stijgen de komende 700 mijl. De duikspullen
liggen al klaar! We hebben trouwens geen idee wat ons verder te wachten staat
in Fernando de Noronha. Het enige dat we weten is dat boten die onderweg zijn
naar Brazilië (het vasteland) niet worden toegelaten omdat het geen officiële
aankomsthaven is, maar dat een korte stop meestal wel mogelijk is, zelfs zonder
visum. We zullen zien. We hebben geen idee hoeveel mensen er wonen en wat er allemaal
verkrijgbaar is. Volgens Jimmy Cornell's Noonsite
is er in ieder geval wel water te krijgen.
We hadden twee keer beet vandaag, maar geen geluk. Beide vissen
zijn ontsnapt. De eerste was een vrij grote en de lijn knapte meteen. Vis én nieuwe
lure kwijt...erg jammer! De tweede wist zich van de haak los te wurmen. Stand
tot nu toe: 3 - 0 voor de vissen.
Dag 199, Maandag 14 Februari 2005
06° 15.0' S 23° 27.0' W
Atlantic Ocean
Ik schrok me een ongeluk vannacht. Net voor het einde van mijn
wacht sta ik mijn tanden bij de ingang van de kuip te poetsen, vliegt er ineens
een joekel van een vliegende vis tegen me aan. Kun je het je voorstellen? Het
is pikdonker en dan uit het niets knalt er iets in volle vaart tegen je borst.
"Ieks! Getver! Steeefaaan...!" Stefan springt zijn bed uit en gooit
het beest weer terug het water in. Wel een mooie vangst op zich en dat zonder
lijn, maar die dingen zijn niet te eten. Alleen al bij de stank ervan vergaat
je de eetlust.
Het is nu echt aftellen geblazen. Om 07.00 uur is het nog 555
mijl en dat betekent dat we waarschijnlijk vrijdag aankomen, mits we gemiddeld
5,5 knopen snelheid maken. Voorlopig varen we ruim 7 knopen, dus dat gaat goed.
Afgelegde afstand in 24 uur: 157 mijl...een record voor deze passage!
Dag 200, Dinsdag 15 Februari 2005
05° 42.0' S 25° 39.0' W
Atlantic Ocean
Sinds gisterenavond houdt de wind het voor gezien en staat de
motor weer aan. Er staat een misselijkmakende deining en met de wind precies van
achteren is het uitlaatgas-happen in de kuip. Geen pretje. Hadden we nu die spinnaker
maar... Wel weer 135 mijl afgelegd. Nog 420 te gaan, ofwel ruim 3 dagen.
De herrie en de stank beginnen ons ondertussen aardig te irriteren.
We besluiten om even wat snelheid in te ruilen voor stilte en zetten de motor
uit. In alle rust dobberen we met 2 knopen snelheid (nou ja, snelheid...) richting
het westen. Stefan doet een dutje en ik ga verder in mijn spannende boek. Oef,
wat is het warm zeg. Gelukkig biedt de tent de nodige schaduw. Na een paar uur
is het over met ons geduld, er moeten mijlen gemaakt worden! Vroem!!!! Al motorend
doen we weer 6 knopen. "Fernando here we come...!"
[<< Natascha]
Dag 201, Woensdag 16 Februari 2005
05° 18.6' S 27° 39.2' W
Atlantic Ocean
[Stefan
>>]
We zijn een dagje leuk aan het werk
geweest, te beginnen om 4 uur 's ochtends.
- De wind stak op dus zeilen omhoog en motor uit.
- De wind draait zodat de genua moet worden uitgeboomd
dus wordt Natascha haar bed uitgetrommeld.
- Dan valt de wind weg en draait 90 graden door een bui.
Omdat de autopilot er niets meer van begrijpt, kan ik mijn bed uit om met de hand
te sturen.
- Gaat nog steeds niet lekker, dus de motor erbij en het
grootzeil naar beneden ter bescherming tegen het geklapper.
- Dan blijkt de windschifting meer permanent van aard,
dus genua van de boom en gijpen.
- Grootzeil weer omhoog en na een half uurtje neemt de
wind toe tot 20 knopen. Tijdelijk?
- Eerst even met de hand sturen en als het aanhoudt twee
reven erin om de boot minder loefgierig te maken zodat de autopilot het weer over
kan nemen.
- Ten slotte draait de wind verder naar het zuiden en moet
de genua weer worden uitgeboomd.
Dit lijken wel doldrums praktijken. Zouden we de zuidoost passaat
dan al kwijt zijn? Enfin we zien wel. Voorlopig hebben we in ieder geval weer
wind en hoeven we niet te motoren - dat scheelt aanzienlijk voor je nachtrust.
Dag 202, Donderdag 17 Februari 2005
04° 22.7' S 29° 44.8' W
Atlantic Ocean
Voor het eerst heerst er wat muiterij op Espiritu, weliswaar
op kleine schaal maar toch. Natascha heeft bedacht dat ze niet twee keer wakker
gemaakt wil worden dus besluit het wachtsysteem maar om te gooien. Normaal maakt
ze mij om 02.00 uur wakker en lost ze mij om 04.30 uur weer af om de nacht af
te maken.
Nu word ik echter om 03.30 uur wakker en loop naar buiten voor
een plas. Ik kruip terug met de gedachte dat ik nog een uur heb, zo zitten die
tijden in je hoofd. Nog een uur? Wacht eens even. Ik had er al lang uit moeten
zijn en zou er over een uur weer in moeten. Wat is hier aan de hand?
"Ja, eeeh, ik dacht, als ik jou nou nog even laat slapen
dan hoef ik er dadelijk niet meer uit."
Dat dacht ik dus niet. Nu ik er toch uit ben wil ik wel even
gijpen en als dat gebeurd is, kruip ik er weer fijn in. Tot 06.00 uur wel te verstaan.
Tja, dat was nu ook weer niet de bedoeling want nu zit mijn kleine initiatiefneemster
van 23.00 tot 06.00 uur buiten. Met moeite houdt ze haar ogen open en eerlijk
gezegd slaap ik dat tweede stuk ook niet lekker meer, omdat mijn hele klok is
ingesteld op het normale wachtsysteem en dat past zich niet zo snel aan.
Al met al geen briljant plan. We besluiten voor de laatste nacht
het wachtsysteem voor een keer om te draaien zodat Natascha kan proberen of ze
dat fijner vindt. Het zou me verbazen omdat de eerste ruk tot 23.00 uur voor mij
al lang is, en ik ben een avondmens. Volgens mij is ze morgen gelijk genezen van
het plan, maar we zullen zien.
[<< Stefan]
[Natascha >>]
Ach, een beetje muiterij hoort erbij...toch?
Morgen zal blijken of het omdraaien van de wachten ons bevalt. Espiritu heeft
het afgelopen etmaal weer 140 mijl afgelegd, waarmee er nog 160 overblijven.
Dag 203, Vrijdag 18 Februari 2005
03° 50.0' S 32° 24.6' W
Aankomst Fernando de Noronha
Daar is land!!! Na 14 dagen, 1.800 mijl, 85 spelletjes Vier
op 'n rij, 75 spelletjes Galgje, 40 motoruren, 20 Happy Hours, 15 boeken, 4 houten
billen, 1 gescheurde spinnaker en 0 gevangen vissen, ligt daar voor ons het eiland
Fernando de Noronha.
Je denkt nu misschien: "Het was toch 1.700 mijl?"
Inderdaad, in een rechte lijn is het 1.740 mijl van St. Helena naar Fernando de
Noronha. We hebben een "verlies" van 60 mijl omdat we - wanneer de wind
pal van achteren komt - iets hoger moeten varen dan gewenst om de boot aan het
lopen te houden.
[<< Natascha]
[Stefan >>]
De wind houdt de hele nacht aan zodat
we 's ochtends bij het eerste flauwe daglicht de baai van het eiland binnenvaren.
Tot onze verbazing ontwaren we na enige tijd een enorme hoeveelheid zeiljachten
en zelfs een mega groot cruise schip. En wij maar denken dat Fernando de Noronha
iets weg zou hebben van het idyllische Cocos Keeling. Zodra we voor anker liggen
en de zon verder opkomt zien we dat het allemaal Franse jachten zijn, zo'n 22
in totaal die in konvooi een jaar over de Atlantische Oceaan trekken. Kun je eens
een keer buiten de gebaande paden, kies je er nog voor om de massa op te zoeken.
Enfin, ieder zijn meug.
Van Tikki horen we dat je US$ 40 per dag liggeld moet
betalen - om voor anker te liggen! Belachelijk! We beginnen dus maar eens met
niets doen, een tactiek die we steeds vaker toepassen. Aan land gekomen glimlachen
we vriendelijk naar de plaatselijke politieagent en als die verder geen commentaar
heeft lopen we rustig door. Op naar het stadje, op zoek naar een internetcafé
en een supermarkt om wat verse spullen in te slaan.
Een als taxi uitgevoerde strandbuggy brengt ons naar Vila
dos Remédios, het dichtstbijzijnde plaatsje. Het stadje is een mix van modern
en authentiek, met deels asfaltwegen en deels kinderkopjes waar Parijs-Roubaix
een gladgeschoren tapijt bij lijkt. Diverse bouwvallen die zelfs deels bewoond
zijn, maar ook moderne winkels met de nieuwste duikspullen en flitsende zonnebrillen.
Allerlei leuke eettentjes waar je voor weinig geld terecht kunt completeren het
beeld. Het is maar goed dat we US Dollars bij ons hebben want de enige bank op
het eiland (hé, dat groen-geel komt me bekend voor) accepteert geen buitenlandse
bankpassen of creditcards. De bank wisselt zelfs geen Dollars tegen de Braziliaanse
Real. We hebben meer geluk bij de locale duikshop die tevens als wisselkantoor
fungeert, wel tegen afzetprijzen natuurlijk.
We hadden al gelezen dat Noronha beroemd is om zijn excellente
duikmogelijkheden en we volgen de normale routine van duikscholen uitvragen om
te horen waar we het beste terecht kunnen. Op mijn vraag of we op een stek de
bijboot ook goed kunnen ankeren begint de man te hoofdschudden. Noronha is een
beschermd natuurgebied waar je niet zelfstandig mag duiken. Dit mag alleen onder
begeleiding van een van de drie duikscholen à 70 Euro per dag. Volgens mij heeft
dit meer met cash dan met natuur te maken en gezagsgetrouw als ik ben (ahum),
nemen we ons voor eerst maar eens de proef op de som te nemen. Kijken of ze ons
het water uittrekken als we er eenmaal zijn.
De eerste keer duiken, is ook de eerste keer een goede
test van de nieuwe bijboot met zwaardere motor. Diegenen die mij een beetje kennen,
weten dat snelheid een cruciaal criterium voor een auto is en in afwezigheid van
een auto, geldt dat nu voor de bijboot. En snel dat het ding is! Met alle duikspullen
erin vliegen we werkelijk over de golven. Zodra hij op gang is, stuiteren we op
half-gas zo hard over het water dat Natascha de eerste verschijnselen van een
hernia begint te vertonen. Op de een of andere manier heeft dat zijn weerklank
op haar stembanden die pardoes vreemde klanken uitslaan. Iets meer naar achteren
zitten helpt. Al met al een prima investering.
Het waait behoorlijk hard zodat we bij de meer naar buiten
gelegen stekken niet veilig kunnen ankeren en we kiezen voor een grote baai waar
meer boten liggen. Met een half oog in de gaten houdend of een van de boten belangstelling
begint te vertonen, trekken we snel de spullen aan en duiken de plomp in. De vrij
sterke deining schuift een enorme hoeveelheid lichtgeel zeewier als een tapijt
op en neer over de zeebodem. Een heel bijzonder gezicht al zien we niet al te
veel bijzondere vissen, op een enorme kreeft na, die ons vanuit een donkere spelonk
aanstaart. Zou een prima diner zijn, maar laten we niet alle regels overtreden;
het is immers een natuurpark en een grote kreeft is een belangrijk element in
de voedselketen van een rif.
Eenmaal boven aangekomen is de verwachte ongewenste belangstelling
toch ons deel. Een van de boten komt naar ons toe en de divemaster vertelt ons
dat we niet zelfstandig mogen duiken.
"Oh, dat wisten we niet, sorry" zegt Natascha
met haar meest onschuldige gezicht.
Ze maken zelfs foto's van ons en met die opvallende kanarie
denk ik niet dat we dit geintje nog een keer uit kunnen halen. Misschien op de
laatste dag, net voor we vertrekken. Voorlopig nemen ze ons dit niet meer af.
Tot slot duik ik nog even onder de boot om de romp te
inspecteren en daar is een hoop te doen. Een enorme hoeveelheid zachte wormpjes
heeft zich als bloedzuigers aan de romp vastgezogen, de illegale (koperhoudende)
supergiftige antifouling totaal negerend. De volgende keer smeer ik er een goedje
op cyaankali basis op. Dat zal ze leren.
Twee glaasjes wijn bij het eten is genoeg om al vroeg
om te vallen. Om 2 uur 's nachts word ik in de kuip wakker en enigszins gedesoriënteerd
kruip ik naast Natascha in mijn echte bed om daar de volgende dag niet al te vroeg
uit te komen.
[<< Stefan]
Dag 204, Zaterdag 19 Februari 2005
03° 50.0' S 32° 24.6' W
Fernando de Noronha
[Natascha >>]
Fernando de Noronha is veruit het grootste
eiland in een archipel van in totaal 21 vulkanische eilandjes en rotsen. Het is
10 km lang, 3,5 km breed en er wonen slechts 1.500 mensen. Vanaf de ankerplaats
hebben we een prachtig uitzicht op de meest markante rots van het eiland: Pico,
een soort reuzenvinger die vanaf bijna ieder punt te zien is.
[<< Natascha]
[Stefan >>]
We willen nog een keer het dorpje in
en om twee taxiritten uit te sparen proberen we met de bijboot naar het strandje
te varen dat onderaan het dorp ligt. Qua afstand geen probleem, het enige obstakel
is de afwezigheid van een waterkering zoals diegene die het strand bij het haventje
beschermt. Even voor de goede orde: Gisteren sprak ik een Amerikaanse prof-golfsurfer
die hier speciaal voor een wedstrijd naartoe is gekomen. De golven moeten dus
wel vrij serieus zijn.
Het eerste strand voorspelt inderdaad niet veel goeds,
de brekers van 1,5 meter en hoger nodigen niet echt uit. Bij het tweede strandje
zien we een aantal kleine kinderen in het water en de golven lijken hier een stuk
minder hoog. Wie niet waagt wie niet wint, dus laten we het maar proberen. Soepel
komen we aanvaren en terwijl ik de motor omhoog trek, springt Natascha het water
in om de boot het strand op te trekken. Ze heeft alleen niet gezien dat we juist
over een kleine zandbank kwamen die weer afliep, net op het punt waarop zij het
water in wilde. Dat wordt dus een natte broek.
Als we na de lunch weer terug willen ziet het ernaar uit
dat naar buiten gaan een stuk lastiger zal zijn dan de route naar binnen. Natascha
kijkt met medelijden naar de golfsurfers die af en toe de wasmachine ingaan.
"Je zal daar toch in het water liggen zeg."
"Ja, stel je voor dat je daar met je bijboot doorheen
moet..."
Timing is hier dus cruciaal. Na 10 minuten begin ik het
patroon te zien: 6 tot 7 grote golven, gevolgd door 2 tot 3 kleintjes, waarna
de grote jongens weer binnen komen zetten.
Oké, daar gaan we dan. Vól erin, want eenmaal vertrokken
is er geen weg meer terug. De motor loopt al en zodra we in de boot zitten geef
ik vol gas. Het eerste golfje is geen probleem, we krijgen zelfs geen water over.
De tweede is wat hoger en gooit wel wat water binnen; gelukkig staan de zelf-lozers
open die doorgaans goed werken. Maar dan die derde... Shit, nu moet de 15 pk toch
echt aan het werk. In volle vaart erop af en net voor het moment dat we hem raken
laat ik het gas even los zodat we de boot niet verder achterover trekken. We zitten
beiden helemaal voorop. De boot steigert zo'n 60 graden en we zijn in één klap
doorweekt. Met een harde klap landen we weer op het water, we zijn erdoor. De
volgende golf is zeker net zo hoog maar zal niet meer breken voordat wij hem pakken.
Gierend van de pret scheuren we ervandoor, de boot twee keer uit het water lancerend.
Een leuk spelletje, maar laten we de volgende keer toch maar de taxi pakken.
Dag 205, Zondag 20 Februari 2005
03° 50.0' S 32° 24.6' W
Fernando de Noronha
Voorzichtig doe ik één oog open en werp een blik op mijn
horloge. Shit, 7 uur!! We hadden de wekker voor een half uur eerder gezet omdat
we ons om 7 uur bij de duikschool moeten melden. We willen namelijk nog een keer
duiken en het is onwaarschijnlijk dat we nog eens met onze schaapachtige glimlach
wegkomen. Eigenlijk zijn we een beetje pissig dat we nu zoveel geld moeten uitgeven
terwijl wij alles hebben om er zelf op uit te gaan, maar als je je bedenkt wat
een normale duikvakantie kost, zou het wel dom zijn om dit uit koppigheid te laten
lopen. In een razend temp gooien we alle duikspullen in de bijboot en 5 minuten
later racen we naar de kant om ons te melden bij Noronha Divers. Zoals vrijwel
altijd blijkt ook nu weer dat we nog wel een kwartier later hadden kunnen aankomen,
maar ja, stel je voor dat ze wel punctueel waren geweest...
Onderweg naar de duikstek legt de divemaster ons het een
en ander over het gebied uit en voegt er dan grijnzend aan toe: "Maar dat
hoef ik jullie niet te vertellen want dat weten jullie al lang. Jullie zijn toch
diegenen met die gele bijboot?" Kennelijk hebben we nogal wat opschudding
teweeg gebracht, want dit is een andere organisatie dan diegene die ons twee dagen
geleden terecht heeft gewezen.
We waren er al bang voor: We mogen niet mee met de groep
die dieper gaat omdat ze eerst willen zien hoe we duiken. Grrr..., heb je allebei
meer dan 100 duiken gemaakt, krijg je nog dit ge-eikel. Maar goed, we houden ons
koest en gaan braaf mee met het groepje. Op een gigantische morene na, is de duik
eerlijk gezegd niet spectaculair en een beetje teleurgesteld gaan we al na 35
minuten weer naar boven omdat twee mensen door hun lucht heen zijn. Een beetje
zonde want ik heb nog 110 bar over en Natascha 130.
Gelukkig mogen we de tweede duik met de andere groep mee
voor een driftduik. Nu worden we niet teleurgesteld. Het is een fantastische tocht
langs allerlei grotten en doorgangetjes. We zien enorm veel moois, onder andere
een behoorlijke hoeveelheid pijlstaartroggen, schildpadden en barracuda's. Als
toetje zien we op de weg terug naar de haven nog een troep dolfijnen.
[<< Stefan]
[Natascha >>]
Stefan heeft het 's middags helemaal
gehad met de hitte en terwijl hij samen met Hans van Joy (vanmorgen aangekomen)
bij het Art Café neerploft met een biertje, klauter ik omhoog naar het Nossa Senhora
dos Remédios Fort. Wat een uitzicht! Je kunt vanaf hier zowel het dorpje, de haven
en de rotsen Pico en Two Brothers hills zien. Ik vermaak me een tijdje met foto's
knippen en ga dan de mannen gezelschap houden. De Braziliaanse vruchtensappen
(sugo's) zijn trouwens niet te versmaden. Ze zijn er in talloze smaken (vruchten
waarvan ik nog nooit heb gehoord) en ik slurp er iedere dag wel een paar weg.
We sluiten de avond en hiermee ook ons bezoekje aan dit eiland af, bij een gezellige
pizzeria. Morgen vertrekken we bij het eerste daglicht naar Fortaleza.
Dag 206, Maandag 21 Februari 2005
03° 50.0' S 32° 24.6' W
Vertrek van Fernando de Noronha
De wekker gaat om 05.30 uur. Na een kopje koffie gaan
we aan het werk om Espiritu zeeklaar te maken. Een klein afwasje, losse spullen
wegbergen, de juiste zeekaart op de kaartentafel, de voorste wc afsluiten zodat
deze niet kan overlopen, de bijboot op het dek vastsjorren, buitenboordmotor op
de standaard, hoes van het grootzeil eraf, navigatie instrumenten aan, motor starten,
anker omhoog en gaan met die banaan. Een "kippeneindje" dit keer, 370
mijl, we draaien onze hand er niet meer voor om. Om 07.00 uur tuffen we de haven
uit en zetten koers naar het westen. Nog een laatste blik op "Pico"
en "Two Brothers hills", daar gaan we dan.
Al snel zien we dat we gevolgd worden door een andere
zeilboot, waarschijnlijk een half uurtje na ons vertrokken. Ze zitten zo'n 3 mijl
achter ons. Na een paar uur is de boot een stuk op ons ingelopen en weten we het
zeker; het is Tikki. Goh, we wisten helemaal niet dat zij zouden vertrekken vandaag,
toen we gisterenmiddag alvast gedag gingen zeggen hadden ze nog het plan om vandaag
een auto te huren om het eiland te verkennen. We roepen ze op via de VHF en inderdaad,
het zijn de Finnen Andrew en Rita, ook op weg naar Fortaleza. Ze zijn van plan
om foto's van ons te maken, vandaar dat ze ons volgen. Tegen het eind van de middag
varen we precies naast elkaar en gaan Tikki en Espiritu op de foto.
Dag 207, Dinsdag 22 Februari 2005
03° 56.2' S 34° 40.3' W
Atlantic Ocean
De eerste dag leggen we 140 mijl af. Niet slecht, maar
eigenlijk moeten we harder. Bij een gemiddelde van 150 mijl per dag, bereiken
we Fortaleza nog morgen bij daglicht. Ik vrees echter dat dit niet gaat lukken.
We zien wel, mochten we in het donker aankomen dan ankeren we voor de nacht wel
ergens buiten de jachthaven. We horen over de radio dat ook Joy inmiddels op weg
is naar Fortaleza. Marjolein en Henk van Jori zijn na een oversteek van 31 dagen
(rechtstreeks vanuit Kaapstad) aangekomen in het Braziliaanse Natal. Henk heeft
Marjolein trouwens midden op zee, op Valentijnsdag, ten huwelijk gevraagd. Romantisch
hè?
[<< Natascha]
Dag 208, Woensdag 23 Februari 2005
03° 33.5' S 36° 58.6' W
Aankomt Fortaleza
[Stefan >>]
Het omdraaien van het wachtsysteem bevalt
ons beiden prima, dat houden we dus maar zo. Ik vind het prima om als eerste te
gaan slapen en het 's ochtends licht te zien worden en Natascha hoeft 's nachts
nog maar één keer op te staan. Om 07.00 uur hebben we nog 90 mijl te gaan. Bij
daglicht aankomen gaan we zeker niet redden, het zal ergens rond 22.00 uur worden.
We hebben al weken geen vis meer gevangen, maar vandaag
gaat het vast lukken! Zo'n 35 mijl voor Fortaleza gaat de diepte namelijk van
2.000 naar 50 meter. Zo'n ondiep plateau is een broedplaats voor vissen en trekt
roofvissen aan. Vol verwachting houden we een oogje op de vier lijnen. Ja, volgens
mij hebben we beet, een van de elastieken beweegt heftig op en neer. Er hangt
een prachtige dorade aan de haak. Ik haal vlug de lijn naar binnen en Natascha
de andere zodat ze niet in de knoop raken. Wat een mooie grote! Maar als ik de
gaf pak om hem daar aan te spiezen houd ik net twee seconden lang de lijn niet
volledig op spanning en dat is precies genoeg voor ons avondmaal om zich van de
haak de springen. Shit, dat is de tweede dorade die we verliezen tijdens deze
reis. Het zijn hele smakelijke vissen maar ze vechten zich letterlijk liever dood
dan dat ze zich zomaar gewonnen geven. Als je ze zonder gaf naar binnen wilt halen
springen ze vrijwel zeker van je haak en eenmaal in de kuip gaan ze zo tekeer
dat je moet uitkijken dat je geen haak in je voet krijgt.
Nummer twee is een king mackerel, een mooi exemplaar van iets meer dan een meter
lengte. Eenmaal aan de gaf laat hij zich makkelijk aan boord hijsen. Knuppeltje,
mesje en eet smakelijk.
Andrew van Tikki is net voor het donker binnen gelopen
en laat ons via de VHF
weten dat C-Map volledig accuraat is en dat we kunnen ankeren in de haven. Er
is dus geen enkele reden om 's nachts buiten te blijven wachten. Met 20 knopen
wind lopen we onder alleen de genua de haven aan. Net voor de ingang ligt een
zandbank waarop een of andere dronkeman zijn enorme vrachtschip heeft geparkeerd.
Kennelijk is het vrij parkeren en hebben ze geen wegsleepregeling want het apparaat
is al behoorlijk roestig dus moet er al enige tijd liggen. De door Tikki gekozen
route tussen de zandbank en de haveningang lijkt ons niet echt veilig in het donker
dus we varen om de zandbank heen en motoren het laatste stukje naar binnen. Temidden
van de Franse vloot ontwaren we ook Tikki en gooien het anker uit. Een borrel
en dan is het bedtijd.
's Nachts om 03.00 uur worden we gewekt door geschreeuw
naast ons. Naast ons???!! Die catamaran lag toch achter ons? O shit, het anker
krabt. Het is maar goed dat de buurjongen buiten in zijn hangmat lag en kennelijk
niet al te vast sliep want nu kunnen we juist op tijd de motor starten voordat
we tegen het schip nog verder achter ons drijven. Zodra we ruimte hebben loop
ik naar Natascha om haar te helpen het anker op te halen. De lier is namelijk
niet al te sterk en moet vaak met de hand geholpen worden. Wat zie ik nu? Heeft
de Speedy Gonzales-lier het anker nu al boven? Dan weet ik wel hoeveel ketting
we uit hadden staan, op zijn hoogst 5 meter. En in 2,5 meter diepte en ook nog
eens een modderige ondergrond is dat niet genoeg.
"Natas, hoeveel ketting had je nu uitgelaten?"
"Ja uh..., ik dacht wel genoeg."
"Goed, dan stel ik voor dat je de volgende keer drie keer zo lang denkt."
Opnieuw varen we naar voren en nu laten we 20 meter uitratelen.
Dat zal hem leren. Voor de zekerheid zetten we ook het ankeralarm op de GPS nog
aan en gaan weer slapen.
Dag 209, Donderdag 24 Februari 2005
03° 43.0' S 38° 32.0' W
Fortaleza
Het blijkt dat we nog steeds niet goed vast liggen want
we hebben weer 10 meter verloren op de concurrentie. Ik hoop dat we in de jachthaven
terecht kunnen en zoniet dan moeten we het tweede Danforth anker uitgooien dat
juist geschikt is voor zand en modder.
De havenmeester is een beetje gestresst door dezelfde
grote groep Franse boten van de Ralley d'Isles du Soleil die we ook al in Fernando
de Noronha zagen. Ze zijn behoorlijk veeleisend en willen persé met zijn allen
op een rijtje aan het dok liggen en of de andere boten misschien een stukje op
kunnen schuiven. Een van die boten is Dos Tintos uit New Jersey en Steve &
Judy peinzen er uiteraard niet over voor hun vrienden van het vasteland te buigen
en leggen dat in helder Engels uit. Het is werkelijk ongelofelijk hoe die Fransen
zich af en toe weten te gedragen. Geen boe of bah naar andere zeilers en overal
aankomen en verwachten dat iedereen in de houding springt en ze direct te woord
staat, in het Frans uiteraard. Rare jongens die Fransen.
Maar goed, als ik de havenmeester uitleg dat Natascha
nu niet van boord kan omdat we steeds krabben en ze daar minstens net zo vervelend
van wordt als al die Fransen bij elkaar, glimlacht hij begrijpend en loopt met
me mee om een plaatsje uit te zoeken. Het maakt niet uit waar je bent op deze
aardkloot, als je tegen een man begint over je klagende vrouw wek je direct sympathie
op. Hoe zou het toch komen...
Tijd om de stad te gaan verkennen. De jachthaven ligt
direct aan het oude centrum waar we vrijwel meteen tegen de kathedraal aanlopen
die we gisterenavond al prachtig verlicht vanaf het water hadden gezien. Ietsje
dichterbij gekomen blijkt hij echter in dezelfde staat te verkeren als een willekeurig
verlaten kapelletje op het platteland. Nauwelijks beelden, het glas in lood is
op diverse plaatsen kapot en een heleboel plekken met bruine betonrot. Het mannetje
dat aan de poort staat te collecteren heeft nog een boel werk.
Iets verderop zien we een gehandicapte straatartiest met
twee uiterst flexibele en ogenschijnlijk gevoelloze stokjes van benen en een bovenlichaam
waar een volgespoten Russische turner zich niet voor zou schamen. Hij drijft volledig
de spot met zijn handicap op een manier waar je je als toeschouwer bijna voor
schaamt. Zijn been vouwt hij alle kanten op en gebruikt het ook om kokosnoten
mee kapot te slaan. Lopen doet hij op zijn handen en van dat handstandje op één
hand zal die Russische turner waarschijnlijk een minderwaardigheidscomplex krijgen.
Toegegeven, deze man hoeft zijn benen niet te tillen.
We besluiten de dag met een borrel aan het zwembad van
het hotel bij de jachthaven waar we de Franse zeilers opnieuw zien. Als een stel
gedresseerde apen luisteren ze braaf naar de reisleider voor het programma de
volgende dag. Het blijft bijzonder.
We liggen nog niet aan de walstroom dus we draaien 's
avonds nog even de generator om de diepvries op temperatuur te houden. "Ruik
jij ook die stank uit de motorruimte?" Ik denk nog even dat het de V-snaar
is, maar met het luik open ruik ik duidelijk een brandlucht. Als hij dan ook nog
stopt met stroom leveren is het duidelijk. De dynamo doet het niet meer. Deze
is zeewatergekoeld en het zou kunnen dat hij is oververhit door gebrek aan koeling
door het bijzonder warme zeewater van 30 graden. Het zou dus kunnen dat hij zich
uit veiligheid heeft uitgeschakeld om af te koelen. In dat geval moet hij het
morgenochtend dus weer gewoon doen. Eerst maar eens gaan slapen.
Dag 210, Vrijdag 25 Februari 2005
03° 43.0' S 38° 32.0' W
Fortaleza
Onze grote vriend doet het dus niet. Dit zou wel eens
serieus kunnen zijn. Hans van Joy heeft zijn hele leven als scheepstechnicus gewerkt
en bevestigt mijn vermoeden dat de dynamo is doorgebrand. Het is pas echt vast
te stellen als je hem demonteert waarvoor hij er helemaal uit moet, maar alles
wijst erop dat het binnenwerk naar de haaien is.
Dus maar weer naar Allan van HFL in Engeland bellen om
door te nemen wat de opties zijn. Die heeft geen vrolijk nieuws. Afgaand op mijn
verhaal hebben we volgens hem sowieso een nieuwe stator en rotor nodig die samen
500 Pond kosten, exclusief verzendkosten. Hier komt dan ook nog twee dagen arbeidsloon
bij voor een goede monteur die op zijn vroegst pas in Trinidad te vinden is. Een
andere optie is een heel nieuw elektrisch systeem dat ons 1600 Pond lichter maakt.
In dat geval zal het arbeidsloon wel wat minder zijn. In beide gevallen moet de
generator waarschijnlijk het motorruim uit, wat alleen door de teakhouten vloer
van de kuip kan. Daar hebben we dus weer een timmerman voor nodig die de vloer
eerst los moet halen om hem er daarna weer netjes in te lijmen. Mits het hout
netjes heel blijft natuurlijk. Aargh!
Al met al een behoorlijke domper waar alle eerdere reparaties
bij in het niet vallen en die ook niet echt in ons budget past. Houdt het dan
nooit eens op? We gaan naar de stad en de pijn verzachtend door een serie cocktails
nemen we de opties door. Hier een goede diagnose laten stellen, niemand laten
komen en spullen maar gewoon bestellen, wachten tot Trinidad, of helemaal niets
doen en de generator mentaal overboord zetten. Dit laatste klinkt aantrekkelijk
maar dan zit je dadelijk met een boot in de verkoop waar van alles niet aan klopt
en op de korte termijn hebben we dan wel een energie probleem. En als hij dan
toch gemaakt moet worden, dan maar nu zodat we er zelf ook nog plezier van hebben.
Nog maar weer eens een nachtje over slapen en de email van HFL afwachten.
Voorlopig laten we de boot en de geplande boerenworst
met aardappelen en boontjes voor wat het is en gaan eerst maar eens goed uit eten.
Een van de beste restaurants van Fortaleza -"Lautrec"- zit net tegenover
het borrelterras dus we gaan nu eerst geld uitgeven waar we tenminste nog plezier
van hebben. En tegen de lokale prijzen valt iedere uitgave aan eten in het niet
ten opzichte van de generator Ponden. Ons krijgen ze niet klein, we gaan gewoon
door. Al vraag ik me soms af of het niet tegen beter weten in is. Maar wat moet
je dan? Terugvliegen? Nee, dacht het niet.
[<< Stefan]
Dag 211, Zaterdag 26 Februari 2005
03° 43.0' S 38° 32.0' W
Fortaleza
[Espiritu >>]
Tja, ik haal natuurlijk wel eens een geintje met die twee
uit en normaal pakken ze het best sportief op, maar met die generator ben ik denk
ik net een streepje te ver gegaan. Ze hebben me namelijk bijna laten verzuipen!
Gedurende een kleine drie uur liep ik vol met water zonder dat iemand zich om
me bekommerde en die ene automatische bilgepomp van mij hield het niet bij. Gelukkig
waren ze net op tijd terug zodat alle apparatuur droog is gebleven. Nou sorry
jongens ik zal het nooit meer doen.
[<< Espiritu]
[Stefan >>]
We hebben die boot natuurlijk niet met
opzet onder water gezet, maar goed stom was het wel. Wat was er nou gebeurd?
We hadden samen het dek geschrobd en ik ging nog even
naar de internet computer in het hotel voor het mailtje van HFL - dat er overigens
nog niet was. Intussen had Natascha de waterslang in de tank gestopt om deze te
vullen en vroeg terloops of ik die eruit wilde halen. Net zo afwezig zeg ik ja
en ga verder met mijn spullen om vanmiddag met een huurauto het binnenland in
te rijden. Vrolijk sluiten we de boot af en vertrekken, met de kraan open en de
slang in de watertank. Als deze vol is begint het binnen uit een overloop kraantje
te stromen, wat onbegrijpelijk, niet in de gootsteen maar op het kombuisblad uitkomt.
Lekker design. En natuurlijk lekker stom.
Als we twee uur onderweg zijn hebben we het over ons waterverbruik
en "oh ja, heb jij die slang er nog uitgehaald?" Slik, nee dus. B-film-stijl
draaien we om en ik jaag die arme kleine Corsa met snelheden over de met gaten
bezaaide landweggetjes waar hij niet helemaal op gebouwd is. Als we een video
hadden gehad, zouden we nu een uurtje misselijkmakend beeldmateriaal kunnen vertonen.
Natascha liet haar gebruikelijke protest achterwege, wetende dat tijd nu echt
geld kan kosten. Wel alsjeblieft de zaak heel laten want als je nu ergens tegenaan
zit dan ben je de komende drie uur nog niet bij je boot. Hetzelfde geldt voor
enige oplettendheid ten aanzien van overijverige politieambtenaren.
Intussen probeert Natascha met de GSM de jachthaven te
bellen om iemand te vragen de slang er snel uit te halen. Eerst hebben we geen
bereik, dan klopt het nummer niet en krijgen we in het Portugees een nieuw nummer.
Na drie keer luisteren denken we het goede te hebben en jawel, de receptie van
het hotel neemt op. Natascha doet haar verhaal drie keer totdat ze iemand heeft
gevonden die redelijk Engels spreekt en als die het eenmaal begrijpt wordt ze
doorverbonden - hopelijk met de havenmeester. Niet dus, met de volgende nitwit
die vraagt of ze Portugees of Spaans spreekt en wat haar naam is. Allemaal niet
relevant. Na een kwartier met een ander muziekje geven we het op - lekker trouwens
met die Nederlandse GSM.
Nu komt het er echt op aan zo snel mogelijk terug te zijn.
Inmiddels zitten we op een semi snelweg waar je 80 mag, maar daar kun je zelfs
met een basis Corsa ook heel goed het dubbele halen. Dankzij het relatief rustige
verkeer en een assertieve rijstijl zijn we ineens vrij snel bij de jachthaven.
Als een haas de auto uit, de tas met fototoestel achterlatend, dus helaas geen
rampenfoto's jongens.
Ik zie direct dat die arme Espiritu zo'n 10 cm dieper
in het water ligt. Dat is dus inderdaad foute boel. De slang eruit en naar binnen
om de schade op te nemen. Direct zie ik dat het laagst gelegen apparaat, de acculader,
het nog doet, dus misschien hebben we geluk. De automatische bilgepomp doet zijn
best maar heeft niet kunnen voorkomen dat de vloerdelen op zo'n 20 cm water drijven.
Het water staat slechts 2 cm onder de acculader en 10 cm onder het elektrisch
gedeelte van de 220 Volts koelkast.
Ik zet de afvoerpomp van de douche erbij en pak de zware
losse bilgepomp die een lang snoer en een lange afvoerslang heeft zodat je hem
overal neer kunt leggen. Hiermee is een gezamenlijke capaciteit van 15.000 liter
per uur aan het werk om Espiritu van haar onvrijwillige waterballast af te helpen.
Na een klein halfuur is de boot droog en kunnen we alle kastjes leeg gaan pompen.
De kastjes met de wijndozen en de duikcompressor lozen niet in de bilge en zijn
dus godzijdank droog gebleven. Verder waren we bijna door onze voorraden heen
en zit veel in plastic bakken zodat de uiteindelijke schade meevalt.
Al met al zijn we door het oog van de naald gekropen en
het blijkt wel weer dat je zo ontzettend moet opletten met een boot, ook als je
"veilig" in de haven ligt.
[<< Stefan]
[Natascha >>]
Nog natrillend zitten we tweeënhalf
uur later weer in de auto. Dit had zoveel ellendiger kunnen aflopen. Jammer van
ons geplande tripje de bergen in, dat doen we dan maar morgen. De rest van de
middag zitten we op Futuro Beach, op het trendy terras van Croco Beach. We hebben
wel genoeg actie gehad voor vandaag. We genieten van het uitzicht; het brede witte
zandstrand, de golfsurfers en het vrouwtje dat met een ezelkar lege kokosnoten
van het strand raapt. En niet te vergeten de Braziliaanse schonen met grote borsten
in ieniemienie-bikini's die Stefan's dag weer goed maken.
Dag 212, Zondag 27 Februari 2005
03° 43.0' S 38° 32.0' W
Fortaleza
Na drie keer de boot nagelopen te hebben op openstaande
kranen, afsluiters en ramen, sluiten we hem 's ochtends af en beginnen voor de
tweede keer aan de tocht door het binnenland. We kijken onze ogen uit; al die
bedrijvigheid langs de weg, kleine fruitstalletjes, sjouwende ezels en spelende
kinderen. Alles en iedereen ziet er even relaxed uit. We verbazen ons over het
grote aantal borrachio's (bandenzaken). Werkelijk om de honderd meter zien we
er wel een. En al die farmacia's (apotheken)! Het is zondag dus alle winkels zijn
dicht, maar de talloze farmacia's zijn open. Blijkbaar vervullen ze een eerste
levensbehoefte van de bevolking.
Via het stadje Maranguape komen we na 100 km in het slaperige
dorp Guaramiranga, in het gebied Maciço de Baturité. Bij de kerk krioelt het van
de mensen, er is net een buslading Braziliaanse dagtoeristen gedropt. Die drukte
hadden we hier niet verwacht. De begraafplaats is typerend voor Brazilië; volgebouwd
met kapelletjes en andere kolossale bouwwerken, zelfs voorzien van stroom voor
verlichting 's nachts.
Na vier keer vragen in ons beste Portugees, belanden we
uiteindelijk op de juiste afslag naar Pico Alto, het hoogste punt van dit gebied.
Ons Portugees is in de afgelopen week drastisch verbeterd van twee naar twintig
woorden! We vragen dus: "Ola, Pico Alto?" De juiste richting wordt ons
gewezen en netjes zeggen we: "Obrigado. Ciao!" Ach, we redden ons prima
met een mix van een paar woordjes Portugees, Spaans, Italiaans en gebarentaal.
De mensen begrijpen ons en daar gaat het om. Hoewel het net begint te regenen
als we op Pico Alto aankomen is het uitzicht over de dichtbeboste heuvels nog
steeds fantastisch. Het lijkt wel alsof ze bedekt zijn met een grote lap groen
fluweel.
Stefan had 's ochtends vol verwachting zijn kitesurf spullen
ingeladen in de hoop zich 's middags nog even uit te leven op het strand. Helaas,
helaas, er staat te weinig wind, dus we nemen een duik in het water. We bestellen
een enorme schaal vers fruit voor een habbekrats en nestelen ons in een lekkere
strandstoel. Naast ons staat een stalletje waar je Henna-tatoeages kunt laten
zetten en voor de gein jut ik Stefan op dat hij dat toch niet durft. Als ik even
later terugkom van het toilet is hij verdwenen. Nee hè, hij zit bij Tattoo Bob
die vakkundig een stuk prikkeldraad om zijn bovenarm schildert. Ik kom niet meer
bij!
De komende weken loopt Stefan er dus als een getatoeëerde
zeebonk bij. Misschien moet ik nu ook maar een zeepaardje onder mijn navel laten
schilderen om het plaatje compleet te maken. Eén ding weet ik wel. De volgende
keer laat ik het wel uit mijn hoofd om Stefan uit te dagen. Voordat je het weet
heeft hij een piercing in zijn......
Dag 213, Maandag 28 Februari 2005
03° 43.0' S 38° 32.0' W
Fortaleza
De laatste dag voor vertrek, dat betekent inkopen doen,
dieseltanks vullen, watertank vullen (en de kraan op tijd dichtdraaien) en internetten.
We hebben weer karren vol eten en drinken ingeladen en de halve supermarkt stond
ons mee te helpen met inpakken. Vanmiddag wordt alles op de boot afgeleverd en
dan is het weer een uitdaging om alles weg te stouwen. We hebben zeker voor zo'n
vier maanden ingesl0agen want op de Carieb is alles onbetaalbaar.
Morgenvroeg vertrekken we naar het 900 mijl verderop gelegen
Iles du Salut, een eilandengroep die hoort bij Frans Guyana. Een van de eilanden
is Ile Diable, het eiland van Papillon voor diegenen die de film kennen. We zijn
weer erg benieuwd. Jammergenoeg zijn we vrij kort in Brazilië geweest, we hadden
ons hier nog maanden kunnen vermaken. Ach ja, je kunt niet alles in een jaar.
[<< Natascha]
|