Fortaleza (Brazilië) - Tobago
Dag 214, Dinsdag 1 Maart 2005
03° 43.0' S 38° 32.0' W
Vertrek uit Fortaleza
[Stefan >>]
Als we 's ochtends vroeg de watertank nog even aftoppen, zie ik ineens water tussen de vloerdelen sijpelen. O nee, dit is niet waar! Na de Hong Kong trip vorig jaar, is in Kota Kinabalu de bovenkant van de tank met epoxy verstevigd. Het zou wel eens kunnen dat deze zich door onze escapades van een paar dagen geleden heeft losgewerkt, zodat de tank opnieuw lekt. Als ik wat por met een schroevendraaier ziet het ernaar uit dat dit niet eenvoudig te repareren is, ergo, een klus die ook tot Trinidad zal moeten wachten. Iles du Salut is slechts een week varen en mocht de tank inderdaad teveel lekken dan laten we hem leeglopen en halen het douche- en afwaswater uit de drie 25 liter jerrycans. Drinkwater hebben we voldoende bij ons in flessen.
Eenmaal goed en wel onderweg lijkt het allemaal mee te vallen. We zien geen water opkomen en concluderen dat het waarschijnlijk water was dat nog in de tussenlaag zat. Zit het ook eens een keer mee.
Om 08.00 uur varen we de haven van Fortaleza uit. De hele dag waait het een prettige 15 knopen en houden we met een snelheid van 6,5 tot 7 knopen de vaart er goed in. Afgelegde afstand eerste dag is 157 mijl.
Dag 215, Woensdag 2 Maart 2005
01° 37.1' S 40° 06.5' W
Atlantic Ocean
We bellen naar HFL in de UK in verband met het generator dilemma: In Trinidad laten repareren, in Nederland of helemaal niet meer. De definitieve prijsopgave voor de nieuwe generatoronderdelen komt aardig overeen met de eerste schatting, namelijk 550 Pond. Hiermee zijn we er alleen nog niet, het spul moet ook nog opgestuurd worden vanuit de UK en dat kost nog eens 500 Pond!!! Dit roept opnieuw de vraag op of we dit wel moeten doen. Hierbij komt ook nog eens het arbeidsloon voor het uit- en inbouwen van de generator, het monteren van de nieuwe onderdelen in het apparaat zelf en niet te vergeten de tijd die het ons zal kosten. En dan gaan we er natuurlijk vanuit dat er helemaal niets misgaat en zowel de generator als de 220 Volts koelkast het tot aan Nederland vlekkeloos blijven doen. Iets weerhoudt me om dat nu te doen...
De hoge verzendkosten voor de onderdelen geven de doorslag. We kunnen beter in Nederland, zonder tijdsdruk, de generator eventueel alsnog laten reviseren. Voor de bespaarde vrachtkosten kunnen we de komende maanden een heleboel keren lekker uit eten.
De komende drie weken hebben we de tijd om uit te vogelen of we met alleen de zonnepanelen onze energiebehoefte bij kunnen benen, of dat we eventueel na moeten gaan denken over een windgenerator. Het alternatief is de hoofdmotor regelmatig laten draaien, maar met zijn 4.600 uur achter de kiezen is het de vraag of je hem dagelijks wilt starten. Een dieselmotor lijdt namelijk het meeste van de eerste twee minuten na de start, daarna kan hij vrijwel eindeloos doorlopen zonder verdere noemenswaardige slijtage. Een aantal dagen achter elkaar motoren is eigenlijk minder schadelijk dan gedurende diezelfde dagen steeds een uurtje draaien.
Verreweg het grootste deel van de cruisers heeft niet de luxe van een vriezer en duikcompressor op willekeurig welke afgelegen locatie en voor de laatste 5 maanden sluit ik me liever aan bij deze groep, dan mijn vrije tijd in het motorhok door te brengen.
[<< Stefan]
[Natascha >>]
Bijzonder wat zo'n reis met je doet. Voorheen schoten we sneller in de stress bij tegenslagen of werden er op zijn minst enorm chagrijnig van. Nu lijkt het wel alsof we er immuun voor worden. Bijna alles is oplosbaar en zo niet, dan heeft het weinig zin om je er al te veel over op te winden. Tuurlijk balen we, maar we laten dit jaar en ons humeur toch niet verpesten door een apparaat! En zolang Espiritu ons veilig thuisbrengt valt het toch eigenlijk allemaal wel mee.
Nu we de reparatie van de generator uitstellen hebben we meer tijd voor leuke dingen in de Caribbean en enthousiast duik ik in de hele dikke Lonely Planet en Cruising Guide van dit gebied. Wat een keuze: Lange witte zandstranden, verborgen baaitjes, duiken, vulkanen, wandelen, feesten, cultuur, op Franse, Engelse en Nederlandse eilanden. Triviantvraag: Wat is de hoogste berg van Nederland? De Vaalserberg? Nee, de 887 meter hoge Mount Scenery op Saba.
Dag 216, Donderdag 3 Maart 2005
00° 04.7' S 42° 16.2' W
Atlantic Ocean
Een nacht met buien en vrachtschepen. Stefan heeft de buien en ik de schepen. Tijdens mijn eerste wacht zijn we omsingeld door drie grote jongens en komt er één van achteren op ons ingelopen. Na een tijdje op de radar getuurd te hebben concludeer ik dat we op ramkoers liggen. Het schip is nog 3 mijl van ons vandaan en voor de zekerheid maak ik Stefan wakker. Inderdaad, ramkoers en we vallen een flink stuk af. Op hoge snelheid treint het gevaarte even later voorbij, met nog één mijl tussen ons. Zouden ze ons in de gaten gehad hebben?
Jan de Wind doet al drie dagen fantastisch werk. Het waait constant tussen de 15 en 20 knopen, vandaag leggen we maarliefst 183 mijl af. Na 7 maanden zuidelijk halfrond stuiven we om 10.00 uur met 8 knopen over de evenaar.
Het is de hele dag bewolkt en de Voltmeter geeft aan dat de batterijen ernstig bijgeladen moeten worden. Toch maar de motor starten dan. Het lijkt erop dat die windgenerator er toch moet komen. De zoveelste niet ingecalculeerde uitgavenpost.
Dag 217, Vrijdag 4 Maart 2005
01° 24.9' N 44° 52.0' W
Atlantic Ocean
De eerste helft van deze trip zit er weer op, om 09.30 uur hebben we nog 500 mijl te gaan tot Iles du Salut. Het regent werkelijk de hele dag en niet zo'n beetje ook! De regenbuien (squalls) gaan gepaard met flinke windstoten, we zien een paar keer uitschieters van 35 knopen op de windmeter. Nu mogen we eigenlijk niet klagen, want 9 van de 10 dagen is het stralend weer. Maar we zijn inmiddels verwend en klagen toch want zo laden de zonnepanelen de accu's niet op en moet de motor weer aan. Happy Hour valt ook in het water. Het enige voordeel is dat we vandaag 195 mijl wegtikken.
We hebben het eigenlijk wel gehad met mijlenvreten. 5.000 mijl in anderhalve maand tijd is veel! Niet alleen voor ons trouwens, over het radionetje horen we medezeilers over hetzelfde klagen. Er zijn in totaal zeker nog 20 boten op weg van Kaapstad naar Trinidad. De bemanning van Tramontana heeft het wel heel erg zwaar: Ze hebben vandaag de laatste Magnum opgegeten...!! Ja ja, wrijf er maar in dat jullie wel een vriezer hebben. Doet me een beetje denken aan die mensen die 10 jaar geleden tijdens hoogzomer met een ijsmuts in hun airco-gekoelde auto gingen zitten. Geeft niks, zijn generator geeft ook nog wel eens een keer de geest.
Dag 218, Zaterdag 5 Maart 2005
03° 03.5' N 47° 34.3' W
Atlantic Ocean
Het is typisch doldrum-weer (Doldrums is het gebied rond de evenaar, waar het weer vaak instabiel is.) De hele dag stortregent het, de een na de andere inktzwarte wolk trekt over en zorgt voor enorme windstoten. Van het een op andere moment slaat een briesje van 10 knopen om in een stormachtige 40 knopen. Dan is het snel reageren geblazen: Grootschoot laten vieren, afvallen en eventueel een stuk van de genua wegrollen. De golven zijn ook helemaal de weg kwijt, ze komen overal vandaan, zijn kort en soms ook hoog. We stuiteren alle kanten op, erg vermoeiend. Prima fitnesstraining overigens; buikspieren, been -en armspieren, alles staat continu gespannen. Ondertussen leggen we 185 mijl af.
[<< Natascha]
Dag 219, Zondag 6 Maart 2005
04° 57.5' N 49° 57.6' W
Atlantic Ocean
[Stefan >>]
Het weer is gelukkig opgeklaard. Het blijft de hele dag droog, de zee is weer rustig en de wind stabiel. Helaas heeft de zon er nog niet zo'n zin in en zelfs met de motor een paar uur aan, lukt het maar net om onze energievoorziening op peil te houden.
Om 15.00 uur hoeven we nog maar 100 mijl en om te voorkomen dat we midden in de nacht aankomen remmen we Espiritu af door het grootzeil te strijken en de genua weg te rollen tot formaatje zakdoek. Met 4 knopen stroom mee doen we nog steeds 7 knopen! Wat we ook proberen, hij wil eenvoudigweg niet vertragen, dat is nog eens de wereld op zijn kop.
Ik vraag Andrew van Tikki over de radio of het mogelijk is 's nachts aan te lopen en dat raadt hij af omdat C-Map hier niet betrouwbaar is. Helaas heeft Andrew niet genoteerd wat de afwijking is, anders hadden we op de gecorrigeerde waypoints alsnog de ankerplaats kunnen vinden.
[<< Stefan]
Dag 220, Maandag 7 Maart 2005
05° 17.0' N 52° 35.0' W
Aankomst Iles du Salut
[Natascha >>]
Waren alle passages maar zo; in minder dan 6 dagen tijd hebben we 1.000 mijl afgelegd, onze gemiddelde snelheid was meer dan 7 knopen en we noteerden dagafstanden van 157 tot zelfs 195 mijl. Bij het eerste daglicht ankeren we in een prachtige baai voor het eiland Ile Royale, naast Tikki die gisteren is aangekomen. Er liggen hier nog twee andere boten, lekker rustig.
Iles du Salut ligt 15 kilometer uit de kust van Frans Guyana. Het bestaat uit drie kleine eilandjes die op nog geen 200 meter afstand van elkaar liggen: Het hoofdeiland Ile Royale, het kleinere Ile Saint-Joseph en het beruchte Ile du Diable (Duivelseiland). De eilanden waren van halverwege 19e tot halverwege 20e eeuw in gebruik als gevangenis voor Franse gevangenen. Na een kop koffie bij Tikki gaan we met de bijboot naar Ile Royale. Op een handjevol locale mensen en wat Franse militairen is het eiland geheel verlaten. Er lopen kippen, geiten, aapjes, pauwen, salamanders en kokosnoot etende agoutis rond. Deze laatste zijn het best te beschrijven als grote bruine knaagdieren op hoge poten. Ze zijn enorm schichtig, maar het lukt me toch om er eentje te fotograferen. (Toen ik later las dat ze ook wel "palmratten" heten, vond ik ze aanzienlijk minder leuk.)
De ruige achterkant van het eiland is bezaaid met palmbomen, rotsen en idyllische baaitjes. Doorkijkjes tussen palmbomen leveren plaatjes op die niet zouden misstaan in een vakantiebrochure. Het uitzicht op Ile du Diable is prachtig.
In de oude kern vinden we een heleboel overblijfselen van ondersteunende diensten zoals de woningen van de bewakers, (nu het onderkomen van de militairen), een groot ziekenhuis en het administratiekantoor. Een aantal jaren geleden is op kosten van de Europese Gemeenschap begonnen met de restauratie van deze gebouwen. Het grootste deel is inmiddels voltooid en het is absoluut de moeite waard om het eiland in zijn oude staat hersteld te zien.
We gaan op zoek naar de eigenlijke gevangenis en een beetje verbaasd vinden we een gebouw waar hooguit 50 gevangenen (gemeten met andere standaarden misschien 100) moeten hebben gezeten. De verhouding tussen ondersteunend personeel en uitgeoefende functie lijkt meer op een Nederlandse luxe democratie van deze tijd dan de harde wereld van 150 jaar geleden. Waar zaten al die gevangenen nou?
[<< Natascha]
[Stefan >>]
Op het tweede eiland, Ile Saint-Joseph, vinden we het antwoord; twee enorme gebouwen met meer dan honderd eenpersoons cellen en diverse cellen en barakken die steeds 20 tot 80 gevangenen behuisden. Alles in vervallen staat en overwoekerd door planten en palmbomen. De afwezige daken blijken indertijd al bij de bouw gepland: Goedkoper, spartaanser (zonder beschutting tegen regen en de brandende zon) en makkelijker voor de bewaarders omdat ze zo de gevangenen beter in de gaten konden houden. Voeg daarbij de erbarmelijke sanitaire voorzieningen en de 10 uur dwangarbeid per dag en je kunt je voorstellen dat het hier bepaald geen pretje is geweest.
Het sterftecijfer onder de gevangenen was hoog. Gezien de beperkte ruimte op het eiland was van begraven geen sprake; deze arme landrotten kregen gewoon een zeemansgraf. Hoe zouden al die haaien toch op deze eilanden af zijn gekomen? Het grote aantal graven van (jong gestorven) gevangenisbewaarders en familie geeft aan dat leven op Iles du Salut bepaald niet makkelijk was.
Ontsnappen was ongetwijfeld aanlokkelijk, maar vrijwel onmogelijk door de geïsoleerde positie temidden van haaien, sterke stroming en schietgrage bewakers. Palmbomen werden gekapt om een beter schootveld te kunnen bieden en de grondstoffen voor een eventueel ontsnappingsvlot te elimineren. Als je het dan tóch in je hoofd haalde en gepakt werd, waren de repercussies niet mals; een paar jaar isoleercel was niet ongebruikelijk. Er is een aantal erg creatieve ontsnappingspogingen bekend, waaronder die in de gemeenschappelijke doodskist die gebruikt werd om lichamen in te transporteren voordat ze in zee gedumpt werden.
Nu achteraf blijkt dat een groot aantal gevangenen hier onterecht heeft gezeten is het begrijpelijk dat Frankrijk niet echt trots is op dit stukje historisch erfgoed. Eerlijk gezegd hebben ze met deze barbarij nog meer reden zich te schamen dan Zuid-Afrika met het hiermee vergeleken bijna humane Robbeneiland.
[<< Stefan]
Dag 221, Dinsdag 8 Maart 2005
05° 17.0' N 52° 35.0' W
Iles du Salut
[Natascha >>]
In het museum, de vroegere woning van de commandant, leren we nog wat meer over de geschiedenis van Iles du Salut. Het aantal gevangenen dat vanuit Frankrijk naar deze en andere plekken in Frans Guyana werd gestuurd was enorm, meer dan 100.000 in totaal. Het betrof misdadigers en politieke gevangenen, de meesten kwamen hier nooit meer vandaan. Papillon, vanwege het boek en de film een van de bekendste gevangenen van Duivelseiland, heeft volgens de informatie in het museum de waarheid flink verdraaid. Hij zou het leven in de gevangenis extra sensationeel hebben afgeschilderd, kon niet overweg met zijn mede-gevangenen en is niet van Duivelseiland, maar van Cayenne, op het vasteland gevlucht.
[<< Natascha]
[Stefan >>]
Ondanks de hoge golven willen we zien of we een kijkje kunnen nemen op Ile du Diable, waar de politieke gevangenen van Frankrijk werden gedeporteerd. Onze nieuwe bijboot moet dit ruigere water makkelijk aankunnen en inderdaad rijden we soepel van de ene golf naar de andere. Wel steeds op tijd het gas loslatend, om te voorkomen dat we volledig gelanceerd worden en ook het volume van Natascha's protest te beperken. De aanlegsteiger blijkt behoorlijk verweerd en een groot bord vertelt ons dat het strikt verboden is om aan land te komen. Jammer, we hadden graag gezien waar Papillon en consorten hebben vastgezeten. Op de terugweg hebben we de golven mee en is het de sport steeds een golf te pakken en daar op volle snelheid vanaf te surfen. Op Natascha's gekrijs of dit echt nodig is, kijk ik haar grijnzend aan... "Ja dus." Ze kan niet anders dan mijn grijns beantwoorden: "Onverbeterlijk jong met speelgoed!"
[<< Stefan]
Dag 222, Woensdag 9 Maart 2005
05° 17.0' N 52° 35.0' W
Vertrek Iles du Salut
[Natascha >>]
Wanneer we om 08.00 uur het anker ophalen, komt er net een enorm cruiseschip aanvaren. Wat een mazzel dat wij deze eilanden in alle rust hebben kunnen verkennen, want bij een invasie van meer dan 1000 toeristen kun je dat gerust vergeten. Onder een strakblauwe hemel, zonnetje op onze knar, zetten we in 18 knopen wind koers richting het Caribische eiland Tobago, uitgezwaaid door de bemanning van Joy en Tikki, die later op de dag ook richting Carieb zullen vertrekken.
"Direct naar Tobago?" Ja, we hebben besloten Paramaribo over te slaan om een combinatie van redenen:
- De enige ankermogelijkheid is in de Suriname Rivier waar je te maken hebt met een sterke getijdenstroom en een modderige bodem. Omdat ons anker toch al niet zo best houdt in modder (zie onze bijna-botsing in Fortaleza), willen we daar niet gaan stunten.
- We willen genoeg tijd hebben voor het Caribische gebied, waar we in verband met de zomerstormen tot eind mei zullen blijven.
- De reisgids is niet overenthousiast over Paramaribo ("interessante historie maar vergane glorie...").
- Van Paramaribo naar Tobago zouden we hoog aan de wind moeten zeilen, terwijl we nu een meer relaxte halve windse koers kunnen aanhouden.
Alles bij elkaar opgeteld voor ons genoeg redenen om direct voor Tobago te kiezen, een tocht van 600 mijl en voorlopig (gelukkig) ook het laatste lange stuk.
[<< Natascha]
[Stefan >>]
We hebben trek in vis dus ik gooi de lijnen uit. Al na 17 mijl hebben we beet. Ik vecht een kwartier om de vis binnen te halen en juist als ik hem naast de boot heb om hem aan de gaf te prikken, realiseert het beest zich dat het nu een kwestie is van alles of niets en met een enorme slag weet hij zich van de haak los te springen. Wederom betreuren we het overlijden van onze "Konings-lure" waarvan geen enkele vis heeft weten te ontsnappen.
Tien minuten later besluit zijn broer het te proberen en die heeft minder geluk. Met een sierlijke boog belandt hij in de kuip, waar de kennismaking met ons Zuid-Afrikaanse knuppeltje hem maar matig bevalt. Nu is de vraag: "Wat is het?" Zelfs met het grote vissenboek erbij komen we er niet uit. Hij lijkt een beetje op een kruising tussen een tonijn en een Jack. Het rode vlees smaakt echter prima in een marinade van sojasaus en knoflook. Koud (ja ja) wit wijntje erbij, helemaal af!
Dag 223, Donderdag 10 Maart 2005
07° 14.4' N 55° 08.5' W
Atlantic Ocean
Rond middernacht zie ik een schip ons van achteren oplopen en het lijkt dat hij ons aan stuurboord zal passeren. Normaal gesproken is de vaarrichting van een schip eenvoudig te herkennen aan zijn verlichting van twee witte toplichten; een laag op de boeg en een hoog op het achterschip. Hierbij kun je zijn richting bepalen al ver voordat je zijn groene of rode licht aan stuurboord of bakboord ziet.
Bij dit schip is de verlichting echter één grote kermis en ik begrijp er geen hout meer van. Gaat ie nu aan stuurboord of aan bakboord? Het zal in ieder geval krap worden want hij zit nog steeds vrijwel recht achter me, zei het iets aan de stuurboord kant. Ervan uitgaande dat schepen net als wij de kustlijn volgen, is het te verwachten dat hij me aan stuurboord zal passeren en voor de zekerheid val ik 20 graden af richting bakboord. Na nog vijf minuten op de radar turen begrijp ik er echt helemaal niets meer van; het lijkt wel of hij me volgt!
Toch maar even via de VHF radio oproepen om te horen wat zijn koers is. Op de aanroep: "Cargoship" krijg ik geen reactie, met "Cruiseship" heb ik meer succes. Een uiterst correcte, vlekkeloos sprekende officier staat me te woord. Zijn koers is 295 graden en hij zal me aan bakboord passeren. Hij heeft zojuist een bocht gemaakt om rondom een zandbank richting Paramaribo te koersen. Excuses voor de verwarring. Een kwartier later stoomt inderdaad het cruiseschip langs dat we gisteren bij Iles du Salut zagen. [<< Stefan]
[Natascha >>]
Dankzij de aanhoudende wind en 2 tot 3 knopen stroom mee, leggen we de eerste dag maarliefst 198 mijl af. Op deze manier zullen we in 3 dagen in Tobago zijn, dat zou geweldig zijn! Het onstabiele weer van rond de Evenaar lijkt definitief achter de rug. Stabiele wind, onbewolkt en lange gelijkmatige golven die soepel onder Espiritu doorlopen.
Vinden jullie het raar dat wij vandaag zuurkoolstamppot met rookworst hebben gegeten???
Dag 224, Vrijdag 11 Maart 2005
09° 19.1' N 57° 30.7' W
Atlantic Ocean
We kunnen niet wachten tot we er zijn, hebben echt even genoeg van het zeilen. We lezen, slapen en beginnen vroeg met Happy Hour, zo gaat de tijd nog het snelst voorbij. Over de snelheid niets te klagen, alweer tikken we 187 mijl weg vandaag.
Dag 225, Zaterdag 12 Maart 2005
11° 12.4' N 59° 37.6
Aankomst Tobago
Yes, de laatste dag! We komen eraan Carieb! Om 13.00 uur doemen de eerste contouren van Tobago voor ons op. Wow, wat een mooi groen eiland! Om 16.00 uur varen we het aan de noordoostkant van het eiland gelegen Man of War Bay binnen. Door alle "schrikverhalen" over de Caribische eilanden met soms wel 60 boten per ankerplaats, zijn we op het ergste voorbereid. We zijn dus enorm verbaasd en positief verrast als we maar een stuk of tien andere boten zien liggen. Wat een mooie plek, rustig water, omgeven door stranden en groene heuvels.
Terwijl we de bijboot van het voordek het water in hijsen komt er iemand in een bootje voorbij varen. Het is Don van de Canadese boot Fido die met zijn vrouw al vier seizoenen dor de Carieb vaart en alle eilanden op zijn duimpje kent. Op Tobago waren ze alleen nog nooit geweest omdat het vrij afgelegen ligt en niet op de meest logische route ligt. Vandaar natuurlijk ook dat het hier relatief rustig is. Hij is enorm enthousiast over de relaxte sfeer op dit eiland en we kunnen niet wachten om er zelf van te gaan proeven.
Don blijkt ook een enthousiast duiker met volledige duikuitrusting en compressor aan boord. Hij durft alleen niet goed alleen naar de wat verderop gelegen duikstek te gaan. De golven en stroming kunnen er aardig te keer gaan en je moet er niet aan denken dat je bijboot foetsie is als je weer boven water komt. De afspraak om morgen samen te gaan duiken is dan ook snel gemaakt. Wanneer wij Don vertellen dat wij onze duikcompressor niet kunnen gebruiken omdat de generator niet werkt, biedt hij aan om onze duikflessen te vullen. Erg aardig!
[<< Natascha]
|